lil* Schoonheid den bynaam voert, is een Boompje
A fdeel. met; roncje gladde Takken. Het heeft de Bla«
H oofd- den overhoeks, geheeld, Eyrond of langwer-
sxuK. pjg Eyrond, gefpitst-, effenrandig, glad, van
onderen bleeker. Aan ’t end der Takken draagt
het een regtopftaande famengeftelde Bloemtros.
De Groeiplaats is in China.
H y p e r i c u m .
Dit Geflagt heeft den Kelk in vyven verdeeld
en v y f Bloemblaadjes, ’t Getal der
Meeldraadjes is menigvuldig, die van onderen
in v y f Troppen famengegroeid zyn. De
Vrugt is een Zaadhuisje.
Onder de menigvuldige Soorten van dit Geflagt,
daar het gewoone St. Jans Kruid in be-
greepen is , komen eenige Uitheemfche, die
Heefter- o f Boomachtig z y n , voor, en wel
meest de zodanigen, die v y f Stylen o f Stempels
hebben, als volgt.
i*. ' (O Hyperïcum met vyfwyvige Bleemen, een
H£ak*rT He efltr achtige Steng, de Bladen en Tak'
, ken met Lidtekens. /
Middel- TW .,
landfeh.
jg i . Mam. 243. Munch, Hausv. V. p. 357- T. 3J«.Mürr.
PUm. Cott. Praef. cum Icone.
(1) Hypericum Flor. pentagynii, Caule Fruticofo, Fol. Ra-
misque Cicatrifatis. Syst. N»t. XII. Gen, 902. p. 909. Veg,
XIII. p. JS2. MlLL. Di3 . T. 94. Hyp. Fl. pentag. Fol. &
Ramis Verrucofis. H. Cliff. 380, R. Lugdb. 473. Hypericum
flve Ascyium Frut. magno Flore. MaQN. CbAr. 2(0. Mytto=
Ciftus Pennsi. Ctus. Hifi. I, p. 68,
D e e z e , op :’t Eiland Majorka, een der Ba- HL
ïearifchen, en dus in de Middellandfche Zee
groeijende , is een Heelter die eenigermaate H oofd-
naar den Myrtus, eenigermaate naar den Ci-STÜK‘
flus gelykt. De Stengen zyn vierhoekig, als
met Trosjes van Klierachtige Stippen bèfprengd;
de Bladen geboogen , aan den rand met Wrattige
Klieren: de Bloemen, die zeer groot zyn ,
komen aan ’t end der Takken voort.
(a) Hypericum met vyfwyvige Bloemen , een ir.
Heeflerachtige Steng ; de Bladen fmal n^"lmia'
Lancetvormig. Virginifch,
Deeze , in Virginie huisvestende , volgens
den vermaarden K a l m , is een Heefter met
vierhoekige Takken en Bladen als van Ros-
maryn o f Lavendel, die glad zyn. De Bloemen
maaken, aan ’t end der Takken, een gegaffelde
Tros , van drie o f zeven Bloemen ,
die v y f zeer dunne Stylen hebben. Het Zaadhuisje
is Eyrond, van langte als de Kelk, die
Lancet vormig, is en ftompachtig ,• komende in
langte met de Meeldraadjes overeen.
(3_) Hypericum met vyfwyvige Bloemen , die , Ilu
ruig- Hypericum 0 Cayancnfe.
{2} Hypericum Fier. pentagynis , Caule Fruticofo, Foliis Cajenrlilcfca
lineari - lanceolatis. Hypericum Flor. pentag. Cal. obtufis.
Staminibus Cor. arquantibus, Caule erc&o Herbaceo. Mil l .
Diïï. N. 10.
(3) Hypericum Flor. pentagynis, Corollis hirfutis , Foliis
OVStis, Caule Arboreo. Mam. 277. Jacq*Amtr, Hiß, a i3^
N n 3