III. gemelden , een ieverig Kruidkenner, in Saxen
A fdeel.
xm. ' gebooren, die geheel Europa niet alleen door-
H oofd- gereisd , maar ook een gedeelte van Indie en
s uk. Afrika aan de Kaap - uit liefde voor de Kruid-
Vyfman-,
nlii' kunde bezogt, en na zyne terugkomst, in ’t
laatst der voorgaande Eeuw , als Hoogleeraar
den Leidfen Akademie ■ Tuin bediend en ongemeen
verrykt heeft. De vermaarde T oükni-fort ,
met wien hy zeer bekend en gemeenzaam was,
heeft deszelfs naarh dus vereeuwigd
De Kenmerken beftaan in een Bloem van
Peperhuisachtige holle Blaadjes , fcheef in 'r,
ronde geplaatst, omringende de Meeldraadjes, die
famengegroeid zyn , of van een Buisje voortkomen,
’t welke het Vrugtbegjnzcl bevat, dat
v y f Stylen heeft en een vyfhollig Zaadhuisje
wordt.
Negen Soorten , altrmaal Heefteracbtig en
van de Kaap of uit Afiika afkomltig, zyn ’er
in vervat', als volgt,
i. (i_) Hermannia met ovaale, geplooide, gekar«
^AitbdifTa telde Wollige Bladen..
u i 3 ' °' ' Dee-
Heemstblafiigs.
f*) A prsftantisfinio Viro, Paulo Hermanno, a quo Plantam
acceperam , Nomen impofui: zegt hy Injl Rei Hirb. p.
6j6. Ik bezie een? Exemplaar van de Syr.opfis Metbodica JHr-
pium Britannicarum auïïore J. RAJO .* daar TOURNKFORT eigenhandig
in gefbhréeven beeft. Hunc mifit ad me cbarisfimui
ef claris/tmus PAULUS HirmANNUS : Kal. Maji 1691. Touli-
HEFORT.
( i j Hermar.rAa Fol. ovalis plicatis, crenati*tómentofis. Syst.
Nat. XII. Gen, 828. p. 4 ji. V%. XIII.• p. JQ<>, H. Cliff.
rippre i s , onder den naam u ee ze i s ) van Afrikaanfche M* 1 ifdeel.
Heefierachtige Ketmia, met zagte g>) ülauen, xuU
door CoAiM-t l y .ln iri Afbeelding gebragt, die Ioofd*
aanmerkt dat de Bladen, hoewel veel kleiner
zee r naar die van de gemeene Althéa gelyken Uria^
en dat de B'oemen Schroefswyze gedraaid z y n ,
Zwavelgeel vin Kleur. Doorgaans komen drie
BloemIteehjes uit de Öxels der Bladen vo o r t,
die aan den top ieder twee Bloemen , onder
drie Lancet vormige Blaadjes , vóórtbrengen.
(a ) Hermannia met Laneetvormige onverdeelde
en drietandige Bladen, de Bloemtrosfen Driepan-
ever ééns zyde.
D e Afbeelding door V o l c k a m e r gegev
en , die hief wordt aangehaald, is ten opzigt
van de Bladen aanmerkelyk van gedagte bepaa-
ling verfchillende , en het Gewas hadt hangende
• Goudgeele Bloemen. Thans wordt g ezegd,
dat de Bloemen blaauw zyn in deeze Soort.
H l Hermannia met Wigvormige geflreepte ge- im
plooide, Tandachtig uitgerande Bladen. EH”^ ia1‘
Dee-Jige*
3 i B. Lugdbat. 347. Herm. Capenfis Alth*£ folio. Pet.
G^è. S3- T, 34. f. 2. Ketmia Aft. fnitescens, Fol. mollibus
et incanis.. Comm Hort. II. o. 1J7- T. 79 -
(2) Hermannia Fol, lanceolatis integris tridentatisque, Race-
misfeeundis. Am Acad VI Aft. 24. Alth. Aft. frurescens,
Flor Auteis cochleatis pendulis minoribus. Vqlck. Narmb.
T. p 24*
( i ) Hermannia Fol. Cunelformibus lineatis, crenato- era ar-
güiaris. BERG. Cap. is s . Arhuscula Africans tricapfulans
2 5 Ono-
II. DEM.. V. STUK.