III. A fdeel.
x .
fïOOFD
STOK.
Vtelwyvigt.
Roozen
van
Damask.
Haagen van Engeland, zegt h y , zeven o f agt
Voeten hoog groeit , een kleine is , die de
Roozen ook wit, doch in ’t midden een g e inig
rood h e e ft, welke hy daar van in Soort
niet oordeelt te verfchillen. De laatde, ook
in Provence voorkomende, daar men de ge-
woone Witte Roos in de Tuinen heeft, hadt,
volgens G a r i d e l , niet meer dan anderhalf
o f twee Voeten hoogte. De Bloemen zyn ,
gelyk men w e e t, ongemeen zoet van Reuk
en lieflyker dan andere Roozen. Het W a te r ,
daar van gedefinieerd , wordt in ’t byzonder
tegen de Oog - Ontdeekingen aangepreezen.
De naam van Roozen van Damask (Rofce
Damascence) wordt dikwils aan de genen die
men Provence - Roozeö noemt, als o f dezelven
van Damaskus in Syrië afkomdig waren, ge-
geven. Sommigen fchryven dien naam aan de
gewoone Witte Tuin - Roozen toe. ’t Is zeker
dat de afkomst der Roozen, die men in
Europa heeft , niet even zeker is; doch dat
zy allen uit ééne Soort zouden gefprooten
zyn , gelyk de vermaarde Doktor G e r a r d
w i l , is uit het aanmerkelyk en weezentlyk ver-
fchil der Takken, Bladeren en Knoppen, en andere
hoedanigheden , hier opgenoemd , niet
waarfchynlyk. Men kan ligt toeftemmen, dat
de zes eerde Soorten veel overeenkomst met
de Hondsroos hebben , maar het verfchil van
deeze, van de gewoone Roode, bleekroode en
Witte Roozen , als ook derzelver verfchil onder
der malkanderen , in ’t byzonder de tegendry-
dige eigenfchappen , doen blyken, dat ’er wee- F^ ÏL'
zentlyk verfchillende Soorten z y n , tusfchenHoofd-
welken men wederom veele VerfcheidcnhedenSTUE*
heeft % zo dat het eigentlyke onderfcheid der„;^ y'
Soorten van Roozeboomen, van Welken M ü n *
t i n g ’er dertig gekend hadt, waar onder
ééne met een purperblaauwe Bloem, naauwlyks
te bepaalen, en misfchien door de Natuur niet
bepaald is.^
R ü b ü s. Braamboos.
De Kelk is hier ook in vyven gedeeld, met
v y f Bloemblaadjes, maar de Vrugt een Bede,
die uit eenzaadige Korrels bedaat.
Het getal der Soorten, thans vyftien, is in
elf Heederachtigen en vier Kruidigen verdeeld.
De gewoone Braamboozen maaken daar van de
Eerde uit, als volgt. -
( i ) Braamboos met vyf- en drievinnige Bla• i*
den , de Steng gedoomd, de Bladfteelenu&us.
. rti Gewoone met sleuven. Braata-
Deeze brengt de Gewoone Braamboozen
voort, van roode en witte Kleur, wordende
naar
( i ) Rubus Foliis cjuinato - pmnatis ternatisque, Cauleacu-
leato, Petiolis canaliculatis. Syst. Nat. XII. Gen. 632. p. 349,
JTeg, XIII. Gen. 632. p. 395. AV. Suec. 40S. Mat. Med. 242.
Hort. Cliff. &c. R Idaeus fpinofus. C. B. Pin. 479. Item
Fru&u albo & lx vis. C. B. Pin. 479. .
O 4
If. Deel. V. Stuk.