(5J7I rfe» Stam en de Takjes zittende , die mee f i t
een Jicht Afchgraauwe Schors bekleed zyn. ’t
Gewas komt, zo L inw^eüs aanmerkt, in Hoofd-
verfchillende gedaanten voor, naar deh Ou-STUK* ..
derdom en mooglyk ook naar de Groeyplaats.^, an'
Be r g ios geeft ’er fmalle getrópte Blaadjes
aan , die van boven plat, van onderen verhe-
venrondzyn, gladachtig, twee Lynen lang, en
zydelihgfe Bloemen, de helft kleiner dan in de
andere. De Kelk is vyfbladig en klein, be-
ftaande uit ohgelyke, flompe, gehaairde Schubben
; de Bloem Vlinderachtig en ongelyk, hebbende
geen Vleugels maar een Cylindrifche
Kiel en een tweebladige Vlag, in welker Nagel
een Meeldraadje beflooten is, aan de bin-
rienzyde van den top agt Meelknopjes hebbende.
Het kleine rohde Vrugtbeginzel is ook
met vier Hoornen gekroond, waar tusfehen een
Styl opftygt, die van bóven dik is, hebbende
een geknbpten, ruigachtigen, knikkenden Stempel.
Ik bezit, onder myne Kaapïche Planten, eed P»iyg«lA
Takje van een Heefter, diezekerlyk tot dit Gc~ff ™/etT>~
flagt behoort, gelyk de figuur der Bloemen diïi^xxvnt,
wyst. Dezelveu ^ naamelyk , hebben die twéé
Wiekachtige gekleurde Blaadjes van den Kelk
of tot denzelven behoorende, waar van in de
Kenmerken is gefproken, en, tot meer verzekering
, vertoont zig in eenigen het Hartvor-
mig tweehokkig Zaadhuisje reeds geformeerde
Het Gewas zweemt in manier van Bladmaaking
Ee vee?
ti. Pssi. v. stuit.