III. luhboom , gelyk men dit verduitfcht beeft (*).
Op Ceylon werdt het Gewas Pinnakola o f On-
H oofd- gelukkige Boom genoemd., Hy groeit, zo ’t
ST0K* fchynt, door geheel Indie. Aan de Kust van
Malabar noemt men Peragu, een Heefter van
drie Voeten hoog, op Zandige plaatfen voorkomende
, die de zelfde geacht wordt te z y n ,
zo wel als de Wilde Pestwortel tfan R u m «
PHiü s, welke op vögtige plaatfen in alle Am-
bonfche en Bandafche Eilanden groeit, zynde
door hem aldus befchreeven.
Het blyft een laage Struik, van omtrent v y f
Voeten hoog , met weinige en broofche Takken;
de Bladen Hartvormig , meer dan een
Hand groot , by paaren in ’t kruis geplaatst,
aan de kanten uitgegulpt, van boven Wollig,
zwartgroen , van onderen ruig en rimpelig ,
met zwaare Ribben en dwars-Aderen , fterk
en Vlierachtig ruikende. De Bloemen , die
aan ,yle Trosjes op roode Steeltjes voortkomen
, zyn langhalzig als Jasmyn - Bloempjes,
doch boven aan den Mond in v y f Slippen verdeeld
, die aan de eene zyde altoos een ope-
ning laaten , als o f daar een Blaadje ontbrak,
rood
(*) Gluckibaum. Zie Gatt, dtr PUnztn , door Dr. Pla -
ner. Gocha. 177j. Ten opzigt van de Kenmerken vindt
men aldaar, ,, de Kroon of Krans (CorolU) is eenbladig en-
„ gelykvormir; het Pypje dun , lang : de Mond in vyven
,, gedeeld, gelykvormig ; debovenfte Sh'ppendieper afgedeeld.”
Lacinns omnibus Aqunlibus was in G<n. Plantod. V. gezegd:
dit kan nanuwlyks plaats hebben, wanneer de bovendien dieper
afgedeeld zyn.
£
rood van Kleur , met v y f kromme ronde III,
Draadjes. De Vrugten zyn vierkante Besfen AyDBEt*
op roode Voetjes, bevattende ieder vier Kor-Hoofd-
reiige Zaaden. stuk.
Van de Malabaarfe wordt ook a a n g em e r k t^"P"’
dat de Slippen der Bloem meest naar eene z y de
geplaatst zyn ; zo dat derzelver figuur weinig
overeenkomst zou hebben met die der af-
gebeelde Ceylonfche van den HeerBur m a n no
s, alwaar de Bloem duidelyk in twee Lippen
is gedeeld , de bovenfte tweedeelig , de
ondërfte driedeelig, hebbende vier Meeldraadjes
, gelykerwys de gezegde Malabaarfche, en
de Vrugt was een eenzaadige Befie.
(2) Lotboom met Lancetvormige , geheel ef. n-
fenrandige Bladen. &r**n+- 0 ,,. . tum.
T-, ,, Gelakki.
Deeze zou zyn, welke de Ceyloneezen Pin-&s-
na o f den Gelukkigen Boom noemden , zynde
van Java gezonden onder den naam van Heefter
met een Gepaarlde Bloem en een ronde
Vrugt. Op het Deerifch Eiland by Canton in
China groeide zy by de Graflieden der Eu-
ropeaanen , zo de Heer O s b e c k verhaalt,
onderfcheidende z ig , van alle daar bevindelyke
Kruiden, -door haaren Muskus - Reuk. De Cbi-
rcczen noemden haar Katag - naong. Hy be-
fchrytt dezelve als een Takkig Gewasje, ongevaar
(O Cleredendrum Fol. lanceolatis integerrimis. Am. Acad.
1V\ P* 32°- Osb. Uin. zzs. T. 11. BUKM. PI. Ind. 137,
Y1 Jr> II. Deel. v . Stuk.