Hl. van Thee* daar ik van heb, waarvan de groot'
xi . ' te van een Erwt in een Trekpot gedaans heê
H oofd- Water kleurt en Thee uitlevert, dié wel tc'
STg*'w drinken i s , maar gantfch niet aangenaam vari
vige. Smaak.
Tbel\iri. Thee - Boom met negenbladige Bloemen.
^Groene Van o ver lang, reeds , is eene Groene Thee
Thcc* bekend , die men gehouden heeft voor eeri
byzondere Hoofdfoort. Sommigen echter hebben
gedagt, dat het verfchil alleen beftond in
de manier van bereiding ; dewyl men in de
Bladen geen meet onderfcheid, tusfchen deeze
en de Th e e -b o e , dan tusfchen de Soorten van
Thee - boe onder malkander , waarnam. Dd
Heer O s b e c k meende , dat het enkel daar
van daan kon komen, dat men de Groene
Thee in Koperen Pannen' roofterde, en achtte
zulks niet onwaarfchynlyk, aangezien de Groene
Thee laxeert* De Heer H i l l ondertus-
fchen verzekert, dat de Bloemen van dien
Thee • Boom negenbladig zyn. Van zulke
Bloemen hadt onze Ridder, o f de Heer M or-
ray , eens een geheel Pond ontvangen. Hier
zou de Stamper ook nietenkeld, maar uit drie
Stylen famengevoegd zyn.
De Heer O s b e c k zegt, dat men van Groene
Thee deeze Verfcheidenheden heeft. De Hey-
M g '
(») Thta rioribus enneapetalij, Hiu.. Exot, T. 2s,
Jang - Thee , op ’t Chineefch He.y - tiann o f Hf;
Hay-kiong genaamd: de Singto o f Soariglo ,
naar de Plaats, van waar zy komt: de Êïng o f Hoofd-
o f Keizers - Thee : de Tio - Thee , als ErwtenSTUK'
te famen gerold : de Heyfah * utchin, die van
de Heyjan-Jkin door de fmalle en korte Blaadjes
onderfcheiden Wordt, en de Go-bet hebbende
lange fmalle Bladeren (*).
C i s t o s.
D e Bloem Vyfbladig, iü een vyfbladigeKelk,
die twee Blaadjes kleiner dan de anderen heeft:
’t getal der Meeldraadjes, als boven, menigvuldig
, met een enkelen St y l : het Zaadhuisje
rbndachtig : zié daaf de Kenmerken van dit
Geflagt.
Het bevat meer dan veertig Soorten, byna
altemaal Europi'fché Gewasfen , onder -Welken
ik alleen de dertien eerften, als tot de HeefterS
behoorende , hier befehryven zal. Deéze zyn
èltemaal zonder Stoppeltjes.
( i ) Ciftüs * die Boomachtig i s , met Lancets- 1»
wys Eyronde, gejleelde, drieribbige, g*-c2 fn}ïs.
\ i temde, wedcrzyds naakte Bladen, Kaapiche*
Aan
(*) OsfcECK Reifen nach OstindiSn nni China, Rost. 17ej;
p. 208.
(1) Cifius Arborèscens esftipulatus, Foliis orato- laiiceola»
fis, petiolatis , trinerviit , denticulatis, utrinque nudis. Sytt,
Nat. XII. Gen. 673. p. it>6. Vtg, XIII. Gen. 672- p*
R