510 D ub BELBROEDE RIGE Hee STERS."
III. ( 9) Cytifus met Kroontjes - Bloemen aan *é
AT “ U en^ * de Stengen opfiaanie, ie Bladen
Hoofb- Lancetvormig.
STUK.
vin. Behalve het verfchil der Bladen , met dè
Ootemyk-'vo0rgaande Soort » heefc deeze ook de Sten-
fc. gen overend Baande, zeer Takkig, en Pluims-
wyze met Bloemen bezet. Z y komt mede voor
in Italië en Siberie, doch inzonderheid in Oo-
ftenryk, waar van zy den bynaam voert. C l u-
s i u s vondtze overvloedig om ft reeks Weenen,
groeijende Heefterachtig met Rysjes van omtrent
een Elle hoog, met Bladen, die ruig en
veel fmaller waren , bitter van Smaak, gelyk
in andere Soorten, engewreeven Vetachtigfchy-
nende. Kleine Takjes kwamen uit dezelven
voort, met v y f of zes Bloemen, Goudgeel en
niet zonder Reuk, waar op platte ruige Zaadhuisjes
volgden, met rondachtige, harde, rosfe
Zaaden.
' ix. (9) Cytifus met naauwlyks gepeelde, meest
Argtnteus.
Zilver- • ö c'
kleur’ge. Cytifus Flor. umbellatis terminalibus , Caul. ere&is ,
Foliolis Lanceolatis» jAcq. Aufir. T. 21. Cyt. Flor. capita-
tis, Foliolis ovato • oblongis,, Caule Fruticofo. Mil l . DiB.
T. 107. f. 2. Cyt. incanus Folio oblongo Auftriaeus. C. B«
Pin, 350. Cytifus 5. CLUS. Hiß. I. p. 195. Cyt. 2. CLUS.
P awi. Ffeudo - Cytifus 2. DOD. Kruidt, p. 905.
(9) Cytifus Flor. fubfesfilibus fubbinatis , Fol. tomentefis,
Caul. decumbéntihus, Stipulis minutis. GER. Frtv. 434. N.
4. Gouan Mênsp. p. 3J7. Cytifus acaulis Sec, SAUV. Mcnsp.
i? i . Lotus Fruticofus incanus Siliquofus. C. B. Pin. 33z.
Lotus asperior Fruticofi &c. Lob. Ie. II. p. 41. Triföl« Ar-
genteum Flor. luteis. J. B. Hiß, II. 359.
D l & D E t f H I A . yil
gepaarde Bloemen , Wollige Bladen met ^ HL
. ikleine Stoppeltjes, en leggende Stengen. At^ v U
Deeze is thans onder den naam van Zilver-stuk*
kleurige Cytifus bekend, groeijende in Proven- DeCa*-
ce en Languedok , en deswegen by L o b e l ^ *
genoemd de Ruuwer Heefterachtige o f gryze
Lotus van Narbonne. By G o u a n wordtzefe
Cytife Argenté de Montpellier geheten. T o u r n
e f o r t geeft *er den naam aan, van Laage ,
Zilverkleurige , fmalbladige Cytifus. Dezelve
ï s , by L o b e l , zeer welafgebeeld, zynde een
laag Gewas, met leggende Takken die Houtig
zyn , doch zig Kruidig opregten , met meest
vierbloemige Steeltjes zegt G o u a n , en lange
Bladfteeltjes, Elsvormige Stoppeltjes en een
drievoudig Blikje aan den Kelk. t Geheele
Gewas is grys glinfterende en komt tusfehen
Steenen voort. Dr. G e ra r jd heeft het om-
ftandig befchreeven , zeggende, dat de Slippen
van den Kelk langer zyn , doch de Haauwen
eveneens als in de andere Soorten van dit Ge*
flagt.
(10) Cytifus met enkelde, fmal Lancetvormi- ^
pe Bladen en Hoekige Takken. , Gr*cus.
ö , Griek Iche.
Deeze, onder den bynaam van Griekfche voor-
gefteld, fchynt de Donderbaard met Hlafchbladen
(10) Cytifus Fol. fimplicibus Lanceolato * Linearibus, B.a-
mis angulatis. Barba Jovis Linaria folio s Flore luteo paryo.
TOURNE. Ctr. 44?
I I. Deel. V. Stuk«.