A fdeel. t0e§ elf h re ev en - H Y vondt ’er een Kleine en
xn. een Groote van, welke laatfle de Bladen veel
H oofd* langer en fmaller, en dus zeer Lancetvormig
S M hadt» zynde meer gekarteld dan getand. Ook
zandige. waren de Bloemen van een verlchiJlende fi»
guur, gelyk men in zyne Afbeelding kan be-
fchouwen. De eerfle is menigvuldig in lom»
merryke vogtige Bosfchen , op Martenique ,
door den Heer J a c q u i n waargenomen. *
jiJkria ^ Besleria met enkelde eenzaame Bloemfleel-
triflata, tjes , de Kelken Tandswys' gekamd heb*
Gtkamde. bende.
Deeze Soort, die Klimmende gekamde Besleria
van P l d m i e r genoemd was, vondt ge-
dagte Heer op de zelfde plaatfen van dat Ei-
land. Dezelve heeft een kruipenden Wortel •
Eyronde , Zaagswys’ getande Bladen , die ge-
lleeld zyn , en zydelingie Bloemfleeltjes met
één Bloem, uitloopende in een vyfbladig om-
windzel, van Hartvormige , getande , ongedeelde
Blaadjes, die als gekamd zyn; waarvan
de bynaam. Deeze Kelk is fierlyk rood, de
Bloem geel. De Meeldraadjes komen voort
uit een gemeen Vliesje, ’t welk aan de Bloem-
PYP gehecht is , en overlangs gefpleeten, ver-
toonende zig in die Spleet het beginzel van een
vyfde
(3) Besleria Peduneulis fimpl. folitariis,- Calycibus lerrato.
eriftatis. Pefleria fcandens criftata Fruéfcu nigro. Plum. Gen,
29. Ie, jo. jACCJj Amer. Hiß:. ISS. T. 119,
301
vyfde Meeldraadje, geheel vry van dat Vlies- UI.
je. Na de uitwerping van het Stuifmeel z y n AFXIEEL^
de Meeldraadjes , die te vooren regt waren , Hoofd-
wonderlyk onder elkander geboogen, even alsSTUK*
in de Martynia , met welke deeze Soort veel
overeenkomst heeft. Ook is de ruigte van de
Bloempyp, van buiten, hier zeer opmerkelyk.
D i g i t a l i s .
Een vyfdeelige K e lk ; een Klokvormige Bloem,
die Buikig is , in vyven gedeeld: een Eyvormig
Zaadhuisje, met twee Holligheden; maaken de
byzondere Kenmerken uit.
Agt Soorten komen thans in dit Geflagt
.voor, waar van de laatfle tot de Heeflers behoort,
naamelyk.
(8) Digitalis met de Kelkblaadjes Lancetvormig, VIIr
de Bloemen tweelippig, Jpits; de Stens: Ij}<,talh
Heejlerachtig. fiT*™”“
Kanaiifche,
Dit Gewas is te vooren Gesneria door den
Ridder genoemd geweest, in navolging van
P l u m I e r , die hetzelve daar toe betrokken
hadt. Het flaat ook nog , onder dien naam ,
in
( ï) Digitalis Calycinis foliolls lanceolatis, Coïollis bilabia-
tis acutis, C.iule fmticofo. Syst. Nat. XII. Gen. y jg . 0.
+14. f'cg. XIII. Gen. 75S. p. 470. M nx. DiH.T. 120. Ges-
neiia foliis lanceolatis ferratis Sec. H. Cliff. 31*. Digital is
Acanthoides Canarienfis frut. Comm. Hert. II. p, io j. T.
53. D gitali affinis Canaiienfis. PLUK, Alm. 400. T, 315. f.
a. Gesneria. R. Lugdb. 291,
II, deel. v, Stuk,