
Ü!*P
HBS
i||;|
Ijf
H
'.:1
|f f |
II®I
gewerkte zijden, afgebroken achterstuk en fragment eener ovale
glorie achter het hoofd. Groote ronde knop op hef hoofduitwas ,
wratje op het voorhoofd en losse doek op den linkerschouder. Hoog
11. 3. — Fr. 71. Samarang.
570°. Boeddha (Akshobhya). Ovaal lotuskussen met vierkant
voetstuk en zonder achterstuk of glorie. Geen knop op het
uitwas van het hoofd. Hoog 12. — Not. 1886 pag. 36. DesaKoenti,
onderdistrict Sampoeng, afd. Ponorogo (Madioen).
571. Id. Bond lotuskussen, zonder achterstuk of voetstuk; in
den hals sporen eener glorie. Het hoofdhaar loopt geleidelijk in
eene spits uit, maar zoowel deze als het voorhoofd zijn zeer geschonden.
Hoog 12.5.
572. Id. Bond lotuskussen zonder voetstuk of achterstuk, achter
het hoofd eene ovale glorie, die van boven ogiefvormig toeloopt. Op het
uitwas van het hoofd staat een drietand (verg. No. 584“), terwijl het
merk op het voorhoofd ontbreekt. Hoog 1 1 .B— Fr. 70. Soerakarta.
573. Id. Zonder zetel of achterstuk; in den hals de sporen
eener glorie. Zeer geschonden, zoodat de vorm van het hoofdhaar
niet duidelijk is en ook geen merk op het voorhoofd is uit te maken.
Hoog 6.8. — Fr. 91. Djokjakarta. .
574. Id. Teerlingvormig voetstuk, omgeven van twee rijen ongewone
versierselen. Geen achterstuk of glorie. Bonde knop op het
hoofduitwas en geen merk op het voorhoofd. Goud. Hoog 5.2. —
Not. 1872 p. 2. no. 3. Prambanan (Djokjokarta).
575. Id. Zonder zetel, achterstuk of glorie. De knop op liet
hoofduitwas is geschonden en het voorhoofdsmerk ontbreekt. Over
de linkerhand heen ligt de losse doek, dien wij boven op den
schouder hebben gezien, of wel de slip van het kleed. Goud. Hoog
4.5. — Not. 1874 p. 86 no. 7. Dessa Poeger Wétan, district Poeger,
regentschap Bondowosso (Bezoeki).
576. Id. Zonder zetel, achterstuk of glorie, maar aan den onderkant
een uitsteeksel ter bevestiging in een kussen. Uitwas op
het hoofd zonder knop en geen merk op het voorhoofd. Goud.
Hoog 3 . — Not. 1874 p. 86. no. 8. Dessa Poeger Wétan, distr.
Poeger, reg. Bondowosso (Bezoeki).
577. Boeddha'(Akshobhya). Vierkant voetstuk met lotuskussen,
maar geen achterstuk of glorie; op het uitwas des hoofds geen
uitstekende knop; kringetje op het voorhoofd. Zilver. Hoog 6.
Not. 1874 p. 86 no. 11. Dessa Poeger Wétan, distr. Poeger,
reg. Bondowosso (Bezoeki).
c. Boeddha (ltatnasambkawa), zittende op de gewone wijze, met de
linkerhand geopend in den schoot en de rechter op de knie met de palm
naar buiten (zie pag 77).
577“. Boeddha. (Batnasambhawa). Ovaal lotuskussen met vierkant
voetstuk, achterstuk met vlammenden rand; het zonnescherm afgebroken.
Het hoofd loopt naar boven geleidelijk spits toe. Versierd
met oepawita, bovenarmbanden en twee versierde koorden op de schouders.
Hoog 1 2 . 6. — Not. 1886. pag. 36. Desa Koenti, onderdistrict.
Sampoeng, afd. Ponorogo (Madioen).
578. Id. Hoog vierkant lotuskussen van ongewonen vorm,
zonder achterstuk of glorie. Het hoofdhaar vertoont een rand van
kleine knopvormige krullen om het voorhoofd en achter het hoofd
twee rijen lange krullen, elke rijf met eene bloem in het midden,
verder zit het haar glad tegen het hoofd, behalve bij de kruin,
die door een kring van platte krullen wordt omgeven en in een
ronden knop eindigt. Geen merk op het voorhoofd; van het kleed
is alleen de bovenrand aangegeven, die als eene dikke streep over
de borst loopt en zoodoende veel op de oepawita der andeie Hin-
doe-beelden gelijkt; waarschijnlijk is dit te wij ten aan onwetendheid
van den kunstenaar, die, ook naar de slechte vormen van het beeld te
oordeelen, niet uit den goeden, ouderen tijd is geweest. Hoog
12 .1 . — Het beeld is afkomstig uit de inlandsche verzameling van
oudheden en andere heilige voorwerpen te Telaga in het district Madja-
lengka (Gheribon). Tijdschrift VJ t. p. 50 en Not. 1876 pag. 3.