
611. Padmapani. Zittende in de gewone houding, op een rond
lotuskussen, waarop vroeger een los achterstuk heeft gestaan. In het
hoofdtooisel Amitabha; boven op een spitse knop, die uit een
rozet oprijst (lingga). De rechterhand geopend op de knie, de linker
houdt een bloemknop, die even boven de hand uitsteekt en
waarvan de korte steel langs den arm lig t; misschien kwam die
steel vroeger, even als bij de vorige beelden, van uit het kussen
omhoog. Hoog 8.1 . — Pr. 1. Djokjakarta.
612. Id, Zittende in de gewone houding zonder achterstuk; in
den hals de overblijfselen van een ring als glorie. Amitabha in
hoofdtooisel, dat duidelijk alleen uit haar bestaat; zeer breede oepa-
wita en op den linkerschouder een naar voor en achter afhangende
doek. De houding der handen als bij no. 606, maar het gedeelte
van den lotusstengel boven de hand is weggebroken. Hoog 8. 6. __
Pr. 3. Djokjakarta.
613. Bodhisatwa. Zittende op een rond lotuskussen, zonder
achterstuk, achter het hoofd een ring als glorie. Op het hoofdtooisel
eene rozet met spitsen knop; aan de diadeem driepuntige versierselen.
Geene oepawita, maar om de heupen ligt eene slang (of
koord) met kop en staart (de uiteinden) om elkaar gestrengeld op
de linkerheup. Het linkerbeen ligt op het kussen; het rechter rust
met den voet op een lotusblad, dat van den onderrand van het kussen
naar voren ■ springt. De rechterhand schuin voor het lichaam,
naar voren geopend; de linker rust op de knie en houdt een bloemstengel
als boven, de bloem aan den schouder loopt in driepunten
uit. (') Het kleedje gaat niet verder dan tot aan de knieën. Hoog
16.5. — Pr. 24. Soerakarta.
614. Id. (?) Zittende op een ovaal lotuskussen, met langwer-
( ‘) ‘Wellicht is dit eene 'aanwijzing voor Padmap&ni, die, zooals op pag. 7 9 werd
vermeld, soms drie edelsteenen op de bloem draagt. Op de basreliëfs van Boroboedoer
komt zeer vaak een Bodhisatwa voor, wiens bloem in drie knoppen eindigt; meestal zien
we dezen bij Amitabha, maar enkele malen ook bij andere Dhydni-Boeddha’s. Ik ben
geneigd in dezen Padmapani te zien, maar durf dit voorloopig niet voor meer dan eene
gissing te geven.
pig vierkant voetstuk, aan welks voorzijde, bij de hoeken, twee
leeuwtjes liggen. Achter in het voetstuk is nog de opening voor
het achterstuk en in den hals ziet men de fragmenten eener glorie.
Ben rond koord als oepawita, met sluitsteen op de linkerborst,
groote schijven in de ooren en verder gewone versiering. De oogen
zijn verzilverd. Het rechterbeen ligt op het kussen, het linher
hangt naar beneden en rust op een lotusblad, dat met een langen,
gebogen stengel uit den onderrand van het voetstuk opschiet. De
rechterhand wordt geopend voor de borst gehouden, de linker rust
op de dij. Hoog 2 2 .— Pr. 11. Ledok (Bagelen). ( 1)
615. Bodhisatwa. Zittende op een rond lotuskussen zonder achterstuk
of glorie. Handen en beenen als bij no. 613; de bloemknop
aan den schouder is weggebroken. Hoog 7.9. — Pr. 6.
Djokjakarta.
616. Phdmapüni. Zonder voetstuk; aan den onderkant sporen
van een uitsteeksel, waarmede het vroeger in een zetel moet zijn
bevestigd geweest. Amitabha in het hoofdtooisel. Ligging der
beenen als bij no. 613. De rechterhand geopend op de knie,
de linker, eenigszins vooruitgebracht, houdt een bloemstengel, die
alleen nog in de hand en aan de dij zichtbaar is, maar verder is
afgebroken. Zilver. Hoog 7.5. — Pr. 15.
617. Id. Zittende op een ovaal lotuskussen, met langwerpig vierkant
voetstuk, achter het lichaam eene ronde glorie met vlammen-
rand en daarboven een zonnescherm. In het hooge kapsel Amitabha;
de ligging der beenen als bij no. 613; de rechterhand geopend
op de knie, de linker rust op het kussen, naast het lichaam,
van waar ook eene lotusplant uitspringt, die met bloem en knop
boven den schouder uitsteekt. Hoog 18.
618. Id. Zittende op een rond lotuskussen met vierkant voetstuk,
(*) F kiederich noemt dit beeld (jiwa, omdat hij de oepawita voor eene slang aanzieti
dit is echter duidelijk niet het geval en dan blijft er geen enkel onderscheidend kenmerk
over- — Als Bodhisatwa wordt het hier alleen op grond der algemeene overeenkomst met
het vorige nummer, niet op grond van eenig kenmerk, opgegeven.