
figuren als bij het vorige nummer.— No. 1354 is gevonden in het
district Proholinggo (Kadoe), zie Not. 1878 pag. 35 en no. 1357
is afkomstig uit de desa Krassak, distr. Kalialang (Bagelen).
1359. Ring als voren, maar de figuren minder duidelijk.
1360—1371. ld. Massief en vrij zwaar, met ronde eenigszins
ovale en vrij dikke zegelplaat, waarop in diepe letters verschillende
woorden zijn uitgesneden ( ‘). No. 1363 is afkomstig uit Patjitan,
zie Not. 1875 pag. 53; no. 1364 uit het gehucht Siderasa, desa
Sambong, afd. Bandjarnegara (Banjoemas), zie Not. 1877 pag. 108;
no. 1365 uit de desa Tjiboenar, district Boemiajoe (Tagal), zie
Not. 1877 pag. 99 en 118; nos. 1366 en 1367 uit het gehucht
Karangdjati, desa Sambong, afd. Bandjarnegara (Banjoemas), zie
(!) No. 1360 — 1373 zijn ringen van ééne soort. De ond-Javaansclie letters, die bij
alle in negatief in den ring verdiept zijn, zijn door den bank breed van trekken en zwaar
van lijnen, doch fraai, hoewel klein. No. 1373 is sterk afgesleten; misschien wordt hij
__lij is yan brons, — door mij ten onrechte tot dezen groep gerekend. No. 1373, die
van zilver is, is buiten kijf inauthentiek; de rechthoekige lijnen moeten zooals men
zien kan fr i hana voorstellen, wat de legende is die gevonden wordt op ongeveer de
helft der ringen van deze soort die in onze verzameling voorkomen; bij ïr ied e r ich ,
Tijdschr. Ind. T. L. en Vk. V, 471 vind men er nog eenige. Onecht acht ik ook
no. 1361. Zeker onecht is nog 1362, waarop de legende positief (!) is. De lettervorm
van no. 1361 en 1362 is dezelfde, en vrij kinderachtig en onvast trouwens.
Wat nu de legenden aangaat, no. 1360, 1361 (Tijdschr. Ind. T. L. en Vk., V, no.'2)
1362, 1365, 1366, en 1372 geven fr i hana te lezen; op eenzelfde wijze 1371 fr i tka
waarvan men een tegenhanger vindt in no. 7 t. a. p. fr ifó k a ; no. 1368 fr i labha, (=! la-
Ua, t . a. p. no. 9); no. 1363 (t. a. p. no. 11) draagt de legendepralïna{ü. i.pralina
opgegaan in het niet, overleden (?)); no. 1364 sutawan (d. i, sutawdn — in het bezit van
een zoon); no, 1367 prawaga (d. i. ==plawaga, aap); no. 1370 saran (Tijdschr. Ind. T. L.
en Vk. V, no. 1 vindt men sar at, ik vermoed dat dit laatste aan onzen ring ontleend is).
Het meerendeel dezer legenden begrijp ik niet goed, hoewel de woorden behalve saran,
voldoende duidelijk zijn. Sana beteekent »er is”, tka [félea) „komen” en labha [labha)
»winst”. Was met fr i hana en fr i teha bedoeld »er is heil, komt heil” dan zon men veeleer
verwachten hana fr i en tueka fri. Nu fr i vóór deze woorden staat is de moeielijkheid om den
juisten zin aan te geven niet gering; men vgl. het gewone gebruik van het woord fr i
in het oud-Javaansch en het Sanskrit.
Ook versta ik de legende van no. 1369, die dara is, niet. Ik noem dezen ring het
laatst en afzonderlijk, omdat de letters, die zeer fraai zijn en typisch tevens (voor oostelijker
Java), van een anderen vorm zijn dan de overige hier genoemde ringen. B
Not. 1880 pag. 44; no. 1368 uit de desa Tjemeng, district Pring-
koekoe (Madioen), zie Not. 1883 pag. 106; no. 1369 uit hetbosch,
Pilang Bango, desa Plagri (Kediri), zie Not. 1881 pag. 80; nos,
1370 en 1371 uit Pekalongan, zie Not. 1880 pag. 124.
1372. Ring, als voren, van zilver.— Banjoemas.
1373. Id. van brons met vierkante zegelplaat, waarop eene onduidelijke
inscriptie.— Not. 1864 pag. 241. Desa Singosari, afd.
Bandjarnegara (Banjoemas).
1374. Id. In vorm overeenkomende met de nummers 1330-33
maar grooter en met eene ronde zegelplaat, waarin eene ondiepe
inscriptie (’). Not. 1879 pag. 89. Desa Madoekoro, distr. Singo-
merto, afd. Bandjarnegara (Banjoemas).
1375. ld. met eene kleine vierkante zegelplaat en daarin gekraste
onduidelijke letters (2).
( ’) Op dezen ring leest men in negatieve Nagarlletters van jongere dagteekening
(zooals reeds werd medegedeeld in Tijdschr. Ind- T. L. en Vk., XXXI, 244 noot) het
woord jctmgi, geschreven met anunasika. Niet wetende tot welke taal dit woord behoort,
daar N&gari-schrift gebruikt wordt ook om andere talen dan het Sanskrit te schrijven,
kan ik niet nagaan wat de beteekenis zou moeten zijn. Als Sanskrit is mij geen
woord janggi bekend; in het Marathi beteekent janggi »schietgat” ; in het ITindustani
(overgenomen uit het Perzisch) is janggi »soldaat, krijgsman” . In het Oud-Javaansch
in de oorkonden komt verder een woord jenggi (en jenggi of janggi en janggi) voor dat
door Prof. K e r n (in Med. Kon. Akad v. Wet., afd. letterk., 2 Rks., X,91) 3 is gesteld
aan het Perzische zanggi (iemand van Zang of Zanzibar, Aethiopiër, neger), vrSke jhnggi
in die oorkonden genoemd wordt naast andere woorden dié evenzoo »neger” of »papoe”
schijnen te beteekenen. 0©k worden volgens een der oude -Chineesche berichten over
onzen archipel, die door den Heer G h o e n e v e l d t (zie Verh. Bat. Gen., XXXIX, 14)
bekend zijn gemaakt, in A. D. 813 door een vorst van Java te gelijk met andere geschenken
aan den keizer van China aangeboden Sangchi-s\a,ven (a name which occurs often
and seems te denote negroes), buiten twijfel hetzelfde als het jenggi der oorkonden.
Doch ook of nu dit woord, dat in de u itdrukkinglos jenggi (hier te Batavia kalapa laat;
bij v. D. Wall, Wdb. pauh janggi; men zie de ethnographische Verzameling no. 1116)
hier in den archipel nog leeft, bedoeld is durf ik evenmin beslissen. De ring schijnt mij
afkomstig uit Engelsch-Indië. B.
( ’ ) De positieve legende op dezen ring dunkt mij nieuw-Javaansch schrift, doch ik
ben niet in staat ze te lezen. B,