
835. Drievoet. Middellijn 12, hoog 8. Daarbij behoort een cilindervormig
potje van fijn groenverglaasd aardewerk, met 3 kleine poo-
ten en de Chineesche symbolische figuren, genaamd pa-kwa / \ jj|K
aan den buitenkant er om heen; hoog 1 1 , middellijn 16. — Not. 1882
pag. 62. Desa Kebonsari, dist. Gemping,afd. Bangil (Pasoeroean).
836—838. ld. Drie stuks, middellijn 10.2, 7.2, en 4; hoog 8.5,
5.1, en 3.5.; zonder potjes er bij. — Gevonden met no.835.
/ . Verschillende voorwerpen bij godsdienstoefeningen en processies
gebruikt.
839. Bidlampje, om in de hand te houden bij de vereering van
tSoêrya (de zon), zie het op pag. 2 3 1 aangehaalde werk van Mrs.
Bei.nos, plaat 20 en de daarbij behoorende volgende aanteekening:
//The devotee stands upon one leg, the right foot against the left
thigh, the heel turned outwards, and holding in his hands a brass
outtora (cup), containing a smaller one made of meal- dough , filled
with ghee (melted butter), with a lighted wick placed in the middle.”
D it lampje bestaat uit een rond bakje, met een knop van onder
en van binnen met een half open pijpje voor de pit. Hoog 8, middellijn
7.5.
839®. Id. wat kleiner en op het pijpje voor de pit nog een verlengstuk.—
Not. 1882 pag. .62. Desa Kebonsari, distr. Gemping,
afd. BaDgil (Pasoeroean).
839*. Tjakra (rad) met vier spaken, breeden rand, van boven
voorzien van eene breede punt en staande op een kleinen ronden voet;
alles zeer faai versierd. Onder in den voet is een g a t, vermoedelijk
ter opname van een stok, om het voorwerp daarop bij processies
te dragen. Middellijn 20, hoogte 31.— Notulen 1882 pag. 62. Desa
Kebonsari, distr. Gemping, afd. Bangil (Pasoeroean).
840. Sprinkhaan van zeer fraaije vormen, zittende op een cylinder-
vormigen steel, van onder open, vermoedeljk voor hetzelfde doel
als het vorige nummer. Hoog 18.5.
841. Sprinkhaan. Geheel gelijk aan het vorige nummer.
842. Gans met uitgeslagen vlerken, versiering op kop en nek,
benevens halssnoer, staande op een steel als het vorige nummer.
De gans wordt omgeven door een fraaien boog met zijstukken en
op den to p , zoowel van boog als zijstukken, is een vierkant
gat, waarschijnlijk ter opname van weer andere versierselen. Hoog
23.
843 en 844. Fragmenten van voorwerpen in het genre van
no. 842; holle, fraai versierde cilinders met aan weerskanten een
fantastischen slangenkop met langen gebogen hals. Breed 20 en 19,
hoog 18 en 17.5.— Gevonden met no. 839.
845. Id. als voren, maar eenvoudiger van bewerking. Breed 20,
hoog 11.— Gevonden met no. 83^9.
846. Rinkelaar, bestaande uit een hollen metalen steel, die zich
op het midden zijner lengte in drie bogen verdeelt, welke boven
weer in een versierden knop samenloopen. In een dezer bogen hangen
twee metalen ringen, in de tweede é é n , terwijl de derde ledig is.
Hoog 25.
847. Id. Fragment, zijnde een holle versierde staaf, omzet
met 5 kleine bellen, bijna den vorm van slangenkoppen hebbende,
hol en met een los kogeltje er in; tusschen die bellen staat
op de staaf een conisch uiteinde, eveneens hol en met een kogeltje er
in. Hoog 12 .
848. Id. Als voren, met vier bellen. Hoog 14. — Not. 1879 pag.
104. Desa Lebaksioelor, distr. Lebaksioe, afd. Brebes (Tagal).
849. ld. Als voren, met vier belletjes; het conische boveneinde
ontbreekt. Hoog 11. — Gevonden met het vorige nummer.
850. Drietand (zonder steel), zooals die van Qiwa, en vermoedelijk
afkomstig van den staf ééns priesters van dien god. Hoog
17.8.— Not. 1876 pag. 3. Soemedang.