
! 1444. Oorhanger, een exemplaar, waaraan alleen de pennetjes ontbreken,
en een fragment van het achterstuk van het tweede. — Pre-
anger.
1445 en 1446. Id. alleen twee verschillende achterstukken. Zilver,
dat later verguld is. — Not. 1872 pag. 95 h. Desa Wonosari (Probo-
linggo).
1447. Id. zes fragmenten. Zilver, waarvan een stuk nieuw verguld
is. — Gevonden met uo. 1445.
Onder de volgende groep, no. 1448-1458, alle aan eenen kant opene
ringen, komen enkele nummers voor, die zich door hunnen vorm weinig tot
oorversierselen eigenen, maar wegens geleidelijke overgangen toch als zoodanig
moeten worden beschouwd.
1448. Oorringen, een paar kleine ronde ringetjes, met ope-
ning aan eenen kant, zonder versiering. — Karang Endep, distr. Sokko
(Bagelen).
1448®. Id. een paar, hol en van zeer dun goud. — Notulen 1886
pag. 40 en 124. Menado.
1449. Id. den exemplaar, ter plaatse der opening dikker toeloopend.
Not. 1872 pag. 45 c. 1. Desa Proemben, distr. Loano (Bagelen).
1450. Id. een paar, achthoekig en zonder versiering. — Not.
1868 pag. 75 h. Desa Pesalakan, distr. Karanganjar (Bagelen).
1451. Id. een paar, elk bestaande uit twee op elkaar liggende
ringen, de onderste groot en zwaar, de bovenste kleiner. — Not. 1877
pag. 108. Desa Sered, distr. Singomerto, afd. Bandjarnegara (Ban-
joemas).
1452 — 1454. Id. drie ringen van verschillende grootte en versiering.—
No. 1453 is afkomstig van den berg Tjaplang, bij' de desa
Sadang, distr. Soka (Bagelen).
1455. Id. bestaande uit een aan eene zijde openen cy-
linder, door drie op elkaar liggende ringen gevormd, om welks
midden een krans van zeven knoppen loopt. — Not. 1872 pag. 45.
Desa Bandjar, distr. Gombong (Bagelen).
1456. Oorring, als voren, cylindervormig en met gedreven bloemwerk
omzet.
1457. Id. in vorm gelijk aan de vorigen, bestaande uit biconvexe
plaatjes, die met een dikken gouddraad aaneengeregen zijn.
1458. Id. een paar groote ringen van gouddraad, aan den achterkant
open, elk met een ongeslepen glasachtigen steen met roode
vlekken (bergkristal, variëteit kattenoog). — Not. 1881 pag. 103
g. Desa Bedok (Modjokerto).
1459. Neusring, zooals die nog heden door Hindoe-vrouwen
in een der neusvleugels wordt gedragen ; aan den eenen kant open
als boven en regelmatig omwoeld met een gouden draad ; tegenover
de opening zitten twee losse ringetjes, elk gevormd door twee rijen
kogeltjes.
1460 — 1463. Id. zeer kleine ringetjes, onregelmatig geribd
en aan den eenen kant open als boven. — No. 1461 is gevonden
bij Karang Endep, distr. Sokko (Bagelen).
1464. Id. als voren, bestaande uit zes tegen elkaar aanliggende
ingesneden knopjes.— Not. 1877 pag. 108. Desa Sered, distr. Singomerto.
afd. Bandjarnegara (Banjoemas). (*)
De volgende nummers, 1465 — 1469, zijn zeer groote, aan eenen kant
opene ringen van fraai gedreven gond, hol en met klei opgevuld; door hun
vorm sluiten ze zich bij de oor- en neusringen aan; ze komen als de
eerste ook in paren voor en worden bij gebrek aan beter en met alle voorbehoud
onder de oorversierselen genoemd. Onderling verschillen deze ringen
slechts in grootte en door het drijfwerk.
1465. Oorsieraad (?) als boven omschreven. Een paar. — Djok-
jokarta.
De nummers 1 4 5 9 -6 4 k u n n en desnoods ook oorringetjes geweest zijn.