
1227. Twee Steenen, geheel aan elkaar gelijk en van onbekende
bestemming; aan den eenen kant hebben zij den vorm
van een zwaren, langwerpig ronden knop en aan den anderen kant
loopen ze in een scherpen beitelvorm uit. Grootste middellijn 9,
hoog 11.2. De vorm herinnert eenigszins aan dien der krabbers
(racloir), die in den steentijd gebruikt werden voor het bereiden
van huiden en die in den tegenwoordigen tijd bij de Eskimo’s nog
daarvoor dienen (Zie Sir J ohn Ltjbbock, 1’homme avant 1’histoire,
traduit par M. E. Barbier, Paris, Germer Baillière, 1867. fig. no.
74—78 en 105—6). Het is echter geheel onzeker of deze voorwerpen
ooit tot dit doel gediend hebben en vermoedelijk zijn ze veel
later voor eenige andere bestemming vervaardigd. — Not. 1872
pag. 140. Koffietuin Tandjaknangsi, distr. Tjiawi (Preanger). .
1228. Gebroken trens met punten voorzien.
1229. Dregvormig voorwerp, bestaande uit vier slangen met
eene versiering op den kop, welker koppen van onder horizontaal
naar buiten zijn gebogen, terwijl de lichamen tot een touw zijn
gevlochten, dat van boven in een knoop met ronde opening eindigt.
Heeft vermoedelijk gediend om voorwerpen aan te hangen, gelijk
bij het zoogenaamde kroontje in Hollandsche keukens. Hoog 14. —
Notulen 1878, pag. 45c. Desa Soesakan Wetan, distr. Karang
Kobar, afd. Bandjar Negara (Banjoemas).
1230. Ketting van verzilverd koper, met kleine, nog al dikke
schakels en aan elk uiteinde een S-vormigen haak. Lang 222.
1231. Id. Lang 252. — Not. 1883 pag. 36. DesaPengaloesan,
distr. Kertanegara, afd. Poerbolingo (Banjoemas).
1232. Id. Pragment, met eenigszins zwaardere schakels en haak
aan het eene einde.
1233. Id. Vijf fragmenten. — Notulen 1878 pag. 70y 1 °.
Desa Kalisapoe, distr. Doekoehwringin, afd, Tagal.
1234. Ketting van brons; fragment bestaande uit eenige langwerpige
dunne schakels met een haakje aan het eene uiteinde. —-
Not. 1878 pag. 71. Desa Kalisapoe, distr. Doekoehwringin (Tagal).
1235. Id. als voren. Eragment bestaande uit drie groote schakels.
Gevonden met het vorige nummer.
1236. Koker met deksel, zonder eenige versiering. Middellijn
8, hoogte 1 9 .— Notulen 187S pag. 80«. Gebergte Soetjo, afd.
Bondowosso (Bezoeki).
1237. Id. Ongeveer even groot als de vorige, maar zeer geschonden.
Van buiten versierd met een fantastisch leeuwtje en
eene hagedis, beide en relief. — Gevonden met het vorige nummer.
] 238. Ronde doos met fantastische dieren in zwak relief op het
bovenvlak van het deksel. Middellijn 9.6. hoogte 4.2.
1239. Id. Van boven wat breeder toeloopende; middellijn boven
4.4, hoogte 4 .8 .— Not. 1868 p. 36c. Desa Kramat, distr. Srondol
(Samarang).
1240. Id. Met een oogje op zij en een op het deksel, dat vroeger
waarschijnlijk met een kettingje of koord aan het doosje was
verbonden. Middellijn 4.4, hoogte 4.
1241. Id. Van goud, waarvan deksel en bodem h jour zijn gewerkt
en inhoudende twee dunne gouden plaatjes, die juist in het
doosje passen. Bestemming geheel onbekend. Hoogte 1 .3, middellijn
5.4. — Not. 1869 p. 42«. Desa Boengoer, afd. Ngrowo
(Kediri).
1242. Twee doozen in den vorm van langwerpig ronde vruchten,
met een steel en vier bladeren aan den onderkant, de bladeren ontbreken
bij het eene exemplaar. Vervaardigd van dun uitgeslagen
goud met randen van vierkante bloempjes. Lengte 1 2 , doorsnede
b-8. Not. 1875. p. 104. Desa Slarang, distr. Doekoehwringin
(Tegal). ë
1243. Doos, cylindervormig, middellijn 35, hoog 36. Aanweers