
INLEIDING.
De eerste catalogus onzer verzameling verscheen in de deelen
XXI en XXIII van ’s Genootschaps Verhandelingen, uitgegeven
in de jaren 1847 en 1850, van de hand der Heeren Dr. W. R.
Van H oëvell en R. Eriederich; het is welbekend, dat deze arbeid
voornamelijk, zoo niet geheel, het werk des laatsten was, met wiens
naam die catalogus dan ook gewoonlijk aangeduid wordt.
Omtrent de wording der verzameling wordt daarin medegedeeld,
dat een groot aantal voorwerpen sedert lang in het museum aanwezig
waren, zonder dat iets omtrent de herkomst bekend was.
Eene belangrijke aanwinst, werd verkregen (zie Verh. 19 p. XLIV)
door aankoop der collectie oudheden van wijlen E. G. Valck , gewezen
resident van Kadoe, terwijl verder de verzameling voortdurend
werd uitgebreid, door hetgeen meestal bij toeval aan den
dag gebracht werd en zijn weg naar het museum vond. Ook
werden herhaaldelijk steenen heelden en andere oudheden, die hier
en daar door het bestuur verzameld waren, door ’s Genootschaps
zorg naar het museum overgebracht.
Langs dezelfde wegen is de verzameling sedert weder belangrijk
in omvang toegenomen, zoodat ze nu zeker ruim driemaal zoo groot
is, als toen Eriederich ze beschreef. Voornamelijk dient vermeld
te worden de aankoop door de Regeering der collectie van den
Heer Scheepmaker te Soerabaja (zie Notulen 1880 pag. 147,
waar het cijfer 14 der steenen beelden als 147 moet gelezen worden).
Die collectie, bestaande uit bijna 200 beelden en andere voorwerpen
van steen, 45 stuks aardewerk en eenige diverse voorwerpen,
meestal in Oost-Java (ongelukkig echter zonder nadere aanwijzing
van herkomst) bijeenverzameld, is voor het grootste deel
in onze verzameling ingelijfd.
Moest Eriederich het betreuren, dat zooveel aanwezig was, waar