
het bidsnoer en in de vierde bij den schouder een onduidelijk voorwerp;
links in de benedenhand de waterkruik, de tweede en de
vierde hand onduidelijk, in de derde (de voorhand) een bloemknop
aan een steel. Op den rug de overblijfselen eener glorie. Het
geheel is van verguld brom. Hoog 31.8. — Not. 1876 p. 90 h.
Desa Redjoso, afd. Klaten (Soerakarta).
626*. Padmapani. Staande zonder lotuskussen of voetstuk, maar
onder de voeten een uitsteeksel ter bevestiging. Amitabha in het hoofdtooisel
en ringvormige glorie achter het hoofd. Acht armen; rechts
de benedenhand en de derde ledig, de tweede onduidelijk en in de
bovenhand bet bidsnoer; links beneden de waterkruik, in de tweede
een bloemstengel waarvan de bloem naast den schouder ligt, in de
derde een drietand en boven een langwerpig onduidelijk voorwerp.
Hoog 8.9. Zilver. — Not. 1886 pag. 79 en 106. Djokjokarta-
626*. Id. .Staande op een rond lotuskussen, zonder achterstuk,
in den hals de overblijfselen eener ringvormige glorie. Amitabha
in het hoofdtooisel. Vier armen; in de achterhanden rechts het bidsnoer
en links een korte staf, waarvan het eene eind den schouder
raakt (verg. no. 247). De rechtervoorhand is naar voren geopend,
misschien met een schijfvormig voorwerp er in ; in de linkerhand
een bloemknop met korten steel. Hoog 17.1. — Pr. 16. Ampel
(Soerakarta).
627. M. Staande zonder lotuskussen, achterstuk of glorie.
Vier armen; in de achterhanden rechts een niet te bepalen
voorwerp, links een snoer, dat eens om de pols geslingerd is; de
rechtervoorhand afgebroken en in de linker een lotusstengel, die
van beneden opschiet en langs den arm naar den schouder loopt,
waar hij in een knop eindigt. Zilver. Hoog 9. —.Notulen 1874
p. 87 no. 20. Desa Poeger-wetan, distr. Poeger, regentschap
Bondowosso (Bezoeki).
628. Id. Staande op een rond lotuskussen met vierkant voetstuk,
nisvormig achterstuk met versierden rand en zonnescherm.
In het hoofdtooisel AmMbha. Twee armen; de rechterband naar
voren gebracht en geopend met de vingers naar beneden; in de
eveneens naar voren gebrachte linkerhand een lotusstengei, die
langs den arm naar boven loopt en bij den schouder afgebroken
is. Hoog 17.4. — PiiiEDBRiCH 12. Djokjokarta.
628". Padmapani. Staande, maar bij de voeten afgebroken;
Amitabha in het hoofdtooisel; in den hals de sporen eener ringvormige
glorie. De rechterhand als het vorige nummer; in de linkerhand,
naast het lijf, een stuk van een verder afgebroken bloemstengel.
Hoog 13.7. — Not. 1884 pag. 60. Desa Doekoehwaroe,
distr. Doekoehwringin (Tagal).
629. Id. Staande op een rond lotuskussen met een nisvormi-
gen boog als glorie achter het geheele lichaam en' daarboven de
arm van het thans ontbrekende zonnescherm. De rechterhand hangt
neer, naar voren geopend; in de linkerhand een bloemsteel, die
langs den arm naar boven loopt en waarvan de bloem tegen den
rand der glorie ligt. Hoog 1 0 .— Pr. 13. ^Djokjokarta.
630. Id. Staande zonder voetstuk, maar onder de voeten een
uitsteeksel met schroefdraad ter bevestiging ; geen achtérstuk of
glorie. In het hoofdtooisel Amitabha (onduidelijk). De rechterhand
eenigszins naar voren gebracht, geopend met de vingers naar beneden;
de linker houdt een lotusstengel, die bij de voeten opschiet en
in een knop aan den schouder eindigt. Zilver. Hoog 9. — Not. 1874
p. 86. no. 15. Dessa Poeger Wetan, distr. Poeger, regentschap Bondowosso
(Bezoeki).
631. Id. Staande maar bij de voeten afgebroken; in den hals is
nog een gedeelte eener ringvormige glorie zichtbaar. In het hoofdtooisel
AmMbha en op den linkerschouder een doek die van voren
een weinig, van achter langer afhangt. De beide handen zijn afgebroken.
Brons met zilver bekleed. Hoog 5.5.
632. Bodhisatwa. Staande op een rond lotuskussen, dat wederom
op een vierkant voetstuk rust; het achterstuk is bij het voetstuk