
1028. Bel. Als voren, hoog 5.2.— Notulen 1882 pag. 84 IV
b. Nabijheid van het land Sinagar, afd. Soekaboemi (Preanger-regent-
-schappen).
1028*. ld. de punten van onder zwaar beschadigd. Hoog 3 .5 .
— Herkomst als no. 1026*.
1029 1033. ld. He randen langs de insnijding zonder punten
van onder. Hoog van 11—4.9.— No. 1029 is afkomstig uit de
Preanger-regentschappen, zie Not. 1882 pag. 1 1 2 XHI 6°; no.
1032“ is gevonden met 1026“ en no. 1033 met 1028.
1034 en 1035. Id. De insnijding aan den onderkant zonder
verhoogde randen; bij no. 1035 is de knop afgebroken. Hoog 11.7
en 6.5.
1036. Id. Bolvormig geheel gesloten belletje, waarvan het lichaam
a jour bewerkt is. Boven op een ring of oog. Hoog 5.
1036“. Id. als voren, maar langwerpig en van onder plat; van
boven een groote ring. Hoog 6 .7 .— Herkomst als no. 1026“.
g. Bekkens en kla.nksta.ven, zooals ook thans nog bij deJavaansche
muziek gebruikt worden. Sommige bekkens zijn eenvoudig convex, andere
m het midden bolvormig verhoogd. De meeste zijn in het midden doorboord
ter doorlating van het koord, waarmede ze paarsgewijze verbonden waren;
no. 1037, van buitengewone grootte, is ruw van oppervlak, de verdere,
kleinere zijn meer of min fraai'gepolijst.
1037. Bekkens, een paar, een weinig convex en ongepolijst,
middellijn 41.
1038 — 1039“. Id. Drie paren; convex en fraai gepolijst. Middellijn
9.5, 7.5 en 11.6; het laatste paar is door oxydatie zwaar geschonden.
— No. 1038 is afkomstig uit Patjitan, zie Not. 1883
pag. 59 I I k ; no. 1039 uit de desa Kebonsari, distr. Gemping,
afd. Bangil (Pasoeroean), zie, Not. 1882 pag. 61; no. 1039“ uit de
desa Bebet, distr. Pelem, afd. Bodjonegoro (Rembang), zie Not-
1885 pag. 164.
1040—1045. Bekkens. 5 paren, alle in het midden meer of minderbolvormig
verhoogd. Middellijn 12.3 tot 6.8.— No. 1040 is gevonden
met no. 1039; no. 1041 is afkomstig uit de desaNgembal
Koelon, distr. Koedoes (Japara), Not. 1819 pag. 24 I I / ; no.
1042 uit de desa Glompong, distr. Bodja (Samarang), Not. 1868
pag. 20; nos. 1013—45 uit de desa Podjok Lor, afd. Berbek (Ke-
diri), Not. 1869 pag. 36 I I 3 .
1045“. Id. Een paar, middellijn 22.5.— Not. 1886 pag. 70.
Desa Beget, distr. Ngoempak, afd. Bodjonegoro (Rembang).
1045}. Id. Een exemplaar, middellijn 10.3.— Not. 1882 pag. 112
(Preanger).
1046—1050. Id. Niet doorboord; de bolvormige verhooging
in het midden loopt eenigszins puntig toe; afkomstig van muziekinstrumenten
als de tegenwoordige k'empyoeng. Middellijn 11—
8.5. -— No. 1050 is afkomstig van het gehucht Sinkei, desa
Prambon, distr. Waroedjajeng, afd, Berbek (Kediri), zie Not.
1880 pag. 42.
1051. Metalen platen van een muziekinstrument als de tigen-
woordige saron, 10 stuks, lang 20—15 en breed 5.4. — Collectie
Scheepmaker.
1051“. Id. 12 stuks. Gevonden met no. 1039“.
Ti. Gonss van verschillende grootte en vorm, in hét algemeen overeen,
komende met die van den tegenwoordigen tijd. Het voorvlak eenigszins convex
met eene bolvormige verhooging in het midden ; aan den achterkant een
opstaande rand, die eenigszins Daar binnen staat, zoodat de diameter naar
achteren geleidelijk vermindert; alleen bij de nummers 1057—59 is deze
rand eenvoudig komvormig omgebogen. De oppervlakte der meeste van deze
gongs is fraai gepolijst of geëmailleerd.
1052—1056. Gongs met twee gaten in den rand, dicht bij het
voorvlak, bestemd ter doorlating van een koord om ze op te hangen
middellijn van het voorvlak respectievelijk 58,48,40,36 en 19.— No.
1053 is afkomstig uit het bosch Tjokrogawong, desa Bengkeras, distr.