
daardoor geen baard of knevel zichtbaar. In de afhangende handen
rechts bidsnoer en links waterkruik. Drietand rechts tegen het achterstuk.
Hoog 106. — T'r. 98. Kadoe.
65. füwa als Goeroe. Zwaarlijvige gestalte met baard en knevel;
geene oepawita, maar een lang afhangend halssnoer. In de afhangende
handen rechts bidsnoer en links waterkruik. Op het achterstuk
alleen nog maar de steel van den drietand zichtbaar, het bovengedeelte
is er van afgebroken. Op den linkerschouder de vliegenwaaier aan
een koord. Hoog 5 6 .— Pr. 150.
66. Id. Zwaarlijvige gestalte met baard en knevel. Drietand,
vliegenwaaier, bidsnoer en waterkruik als bij no. 65. Hoog 6 3 .__
Pr. 162. Tjiringin.
67. Id. Gewone, niet zware gestalte, met baard en knevel. In
de afhangende handen rechts het bidsnoer en links de waterkruik.
Vliegenwaaier op linkerschouder en drietand rechts tegen het achterstuk.
Hoog 67.
68. Id. Gestalte als n°. 67, zonder baard of knevel. De
rechterhand afgebroken, in de linker de waterkruik. De vliegenwaaier
bij uitzondering op den rechterschouder. Rechts tegen
het achterstuk de drietand. Dit beeld is zwaar afgesleten en even
boven de voeten afgebroken. Hoog 57. — Pr. 100.
geeft ons het jaarcijfer 701 fr'aka ( = A. D. 779). Tot dezelfde conclusie leidt ons de omstandigheid
dat men op Oostelijk Java (hieronder bepaaldelijk verstaande Soerabaja
Kediri, Pasoeroean en wat verder oostelijk ligt), hoewel ook daar eenige kleinere jaartallen
zouden kunnen worden aangewezen, wier authenciteit evenwel bij elk op nieuw betwijfeld
mag en moet worden en nog nader te onderzoeken is, tot nog toe slechts jaartallen
vond die in den regel belangrijk meer bedragen dan.+ 850 Caka (=: A. D. 928).
Het zou voorbarig zijn nu reeds definitief te beslissen omtrent een punt als het onderhavige;
telkens toch komen er naar mate de onderzochte stof in omvang toeneemt nieuwe
feiten aan het licht, die vaak opvattingen, gebaseerd op het reeds bekende, te niet doen
of belangrijk doen wijzigen. Vooralsnog zie ik geen noodzakelijkheid iets terug te
nemen van hetgeen door mij in «een Nagarl-inscriptie gevonden tusschen Kalasan en
Prambanan," Tijdschr. Ind. T., L. en Vk., XXXI, bl. 241, 243 en 249 in de noten
gesteld werd. B.
M M a* X r l
69. Qiwa als Goeroe. Jeugdige, tengere figuur zonder baard. De
rechterhand houdt de oepawita ter hoogte van de heup, in de afhangende
linker de waterkruik. Rechts tegen liet achterstuk de drietand.
Hoog 110. Een der fraaiste beelden der verzameling. — Pr. 97.
Samarang.
70. Id. Zwaarlijvige figuur met knevel en baard. In de afhangende
handen rechts het bidsnoer en links de waterkruik; op den
linkerschouder de vliegenwaaier en rechts op liet achterstuk de
drietand. Hoog 6 4 .— JNTot. 1864 pag. 230. Rawapoeloe (Soerabaja).
71 ld. Kunstelooze voorstelling van zeer slechte bewerking. In
de rechterhand de drietand, in de linker de waterkruik. Knevel en
kinbaard. Hoog 64. — Collectie Scheepmaker.
72. Id. Zwaarlijvige figuur met knevel en kinbaard. Oepawita
van groote koralen. De rechterhand, naar achter gebracht, houdt den
drietand, die tegen liet achterstuk staat; in de linkerhand de waterkruik,
op den rechterschouder de vliegenwaaier, terwijl op den rug,
beneden den rechterschouder, eene ronde pot of bak half zichtbaar
is.'He t hoofdhaar, naar boven gekamd en zaamgebonden, valt achter
het hoofd neer in zware lokken, herinnerende aan sommige beelden
der volgende groep. Hoog 7 7. — Collectie Scheepmaker.
73. Id. Gestalte en baard als n°. 70. Geen band onder de
borst, bovenarm en polsbanden. Bidsnoer en waterkruik als bij
n°. 70; de vliegenwaaier en de drietand ontbreken. Hoog 73. —
Magelang.
74. Id. Gestalte en baard als n°. 70. De rechterknie naar voren
gebogen; de rechterhand met het bidsnoer voor de borst, in de
afhangende linkerhand de waterkruik. Geen drietand noch glorie.
Hoog 7 8 .— Magelang.
c. Qiwa als MahaKALA of Bhairawa. Overeenkomstig het karakter,
dat volgens deze opvatting aan Qiwa wordt toegekend, heeft men in den
regel getracht hem een geweldig, schrikaanjagend voorkomen te geven.