
m
banan, één meter dieper dan de urn no. 379®. Not. 1886 pag.
102. i i
783«. Diverse voorwerpen. Gevonden in de aarden pot uit den
put onder bet beeld in den Wishnoe-tempel te Prambanan (no. 380®.
q. v .), als :
a. een bronzen schoteltje, middellijn 10.5 en hoog 1, gevuld
met lijkasch vermengd met loovertjes, als bij het vorige nummer onder
d beschreven ;
b. een schildpad , een tjakra, een kruis (misschien een afwijkende
vorm van de swastika?), een wadjra met drie punten en eene
bloem, alles van goudblad;
c. verschillende steentjes, waaronder een agaat met een visch
er in uitgesneden, 3 robijnen, 1 phenakiet en 3 van kunstmatig
materiaal;
d. fragmenten van zilver en goudblad.
Not. 1886 pag. 102.
783^. Gouden spijkertje , gevonden in den put onder het beeld
in den Brahma-tempel te Prambanan. —- Not. 1886 pag. 102.
Hoewel de voorwerpen Her in behandeling scMjnbaar onbeduidend zijn, zal het den
lezer gebleken zijn dat zij integendeel mits verklaard naar hunne juiste waarde eèn
eigenaardig licht zullen kunnen verspreiden, en in vele gevallen een hoogst belangrijk
antwoord zullen kunnen geven op de vragen die natuurlijkerwijze opkomen bij iemand
wien Java’s ruinen, oudheid en vroegere maatschappelijke toestand ter harte gaan.
Op het plaatje genoemd onder' no. 787 beneden vindt men, wat niet minder vreemd is
dan de boven vermelde onuitspreekbare legende de syllabe wat ook niet
uit te spreken is. B
( l ) Op dit plaatje leest men eveneens in oud-Javaansch schrift:
tan Tl oiTi
/ iu o asm
Ó
Op het plaatje is, zooals hier in druk zoo goed als dat ging is nagebootst, parwwata
'm e t groote letters geschreven, terwijl met kleine letters harunct ter weerszijde van den
layar van het woord parwwata op de aangegeven wijze is ingekrast. Saruna is de bekende
godennaam, parwwata beteekent »berg” .
B.
784. Diverse voorwerpen, vermoedelijk van gelijke herkomst en
bestemming als die der nummers 783 — 7 831’, als:
a. drie plaatjes van verguld bladzilver, hoog 4.6 en breed 2.7,
waarop godenbeeldjes gekrast zijn; de figuren zijn zeer onduidelijk,
alleen kan men om het hoofd van elk eene glorie onderscheiden
en onder de voeten een dier, bij een de gans (dus Brahma), bij
een de stier (dus Qiwa), terwijl het derde niet uit te maken is;
b. één zeer geschonden zilveren plaatje met inscriptie, hoog 7.3 en
breed 2.6, van boven wat breeder en ogiefvormig, dus als de groote
beschreven steenen der verzameling;
c. twee beschreven gouden plaatjes van gelijken vorm, hoog 5.7
en 4.3, breed 2.5 en 1.6; (t)
d. 18 fragmenten van gedeeltelijk verguld zilverblad, waaronder
twee kleine zonneschermen en stukken van dierfiguren;
e. 6 verschillende steentjes, 1 rotskristal en 5 van kunstmatig materiaal
(glas).
Notulen 1881 pag. 85. Desa Modjowandji, distr. Modjoagong
(Soerabaja).
785. Id. Gevonden in eene ruïne bij de kampong Tandjong Medan,
op den weg van Loeboe Sikaping naar Pantei, onderafdeeling Rau
(Sumatra’s Westkust). Yolgens de beschrijving zijn van die ruïne vier
muren van gebakken steenen over, in den vorm van een paralelopipe-
dum, dat van binnen met aarde gevuld en wellicht eene begraafplaats
is; op eene diepte van + 5 1/3 M. werden de volgende voorwerpen
aangetroffen:
a. het bovenste gedeelte eener flesch, zijnde een hals van goud
en daaronder een rand van zilver, terwijl het verdere gedeelte blijk-
( ! ) De voorwerpen onder b en c genoemd zijn beschreven met oud-Javaansch schrift.
De beschadigde toestand, de vele denken, en het goud- en zilvervuil, waaraan zonder
de legenden onleesbaar te maken niets te doen schijnt te zijn, verhinderen de legenden
te lezen. Ik vermoed, de letters die ik onderscheiden kan in aanmerking genomen,
dat die legenden meer in overeenstemming zijn met die van no. 786 en 787 dan met de vooraf-
gaanden. Ik acht het. overbodig hier het weinige dat ik met zekerheid (?) kan lezen
mede te deelen, want zelfs daar waar ik meerdere letters achtereen kon ontcijferen schijnt
mij de zin alles behalve duidelijk, wat mij doet twijfelen aan mijne lezing. B