
I. TRIMOÊRTI..
De Drieëenheid der Indiërs, bestaande uit Br ah nut, Wislmoe en Qiwa.
Zittende en staande beelden met één ligchaam en drie hoofden, respectievelijk
naar rechts, links en voren gekeerd en van welke alleen het voorste
gedeelte afscheiden is, zoodat de achtergedeelten in een geheel samenvallen.
Yolgens sommigen stelt het rechterhoofd Brahma, het linker Wishnoe
en het naar voren gekeerde Qiwa voor; anderen plaatsen Brahma in
het midden, Wishnoe rechts eu Qiwa links; vermoedelijk bestaan nog andere
samenstellingen, naar gelang der sekte, door welke ze gemaakt zijn,
Terwijl deze drieëenheid in theorie eene voorstelling is van de drie manifestaties
van het hoogste beginsel, het neutrum Brahma, bedoelen de vereerders
van Wishnoe of van Qiwa vaak met zulke beelden niets anders dan
eene voorstelling alleen van hunne eigene godheid met de drie eigenschappen
of functiën (scheppen, onderhouden, verderven en vernieuwen), aan de drie
samenstellende deelen van de Trimoêrti toegekend, in welk geval men ze
eenvoudig Wishnoe- of Qiwa-beelden kan noemen,- maar toch beter zou doen
ze als Trimoêrti-voorstellingen dier góden aan te duiden.
Friederich, die slechts de nummers 1 en 5 gekend heeft— 2, 3 en 4 waren
in zijn tijd nog niet a a n w e z ig e n uitging van de onderstelling, dat de
niet Boeddhistische Hindoes’s op Java uitsluitend dien god en'zijn geslacht
hebben vereerd, heeft die twee beelden kortweg Qiwa’s genoemd, inaar zonder
''voldoenden grqnd. Alleen no. 2 is vermoedelijk eene Trimoêrti der
Qiwaïten, voor de andere beelden is dit mogelijk, maar niet zeker. Ook
mag men uit n°. 481 der metalen beelden, waar men Brahma, Wishnoe en
Qiwa afzonderlijk naast elkaar afgebeeld ziet, opmaken, dat het begrip
eener drieënheid met duidelijk gescheiden samenstellende deelen hier te lande
niet vreemd was. (O
Onze beelden hebben op de gewone wijze het lotuskussen als voetstuk met
achterstuk en glorie, versierselen en kleeding, als boven beschreven. De drie
( ' ) Bij den bekenden tempel Loro-djongrang te Prambanan, waarin men dezer dagen
een Ciwa-beeld heeft gevonden, is op dezelfde wijze reehts een tempel van Brahma en
links een van Wishncd, met beelden dier góden aangetroifen.
hoofden zijn met ééne uitzondering (no. 2) geheel aan elkaar gelijk. Ze
hebben vier handen, waarin als attributen (kenmerken) het bidsnoer (rozc-
krans), de vliegenwaaier en de waterkruik voorkomen, 0 )
1. Trimoêrti. Zittend; in de reciiteracliterhand liet bidsnoer,
in de linkerachterhand de vliegenwaaier. De voorhanden voor
het lichaam; de linker met de palm naar boven in den schoot, de
rechter daarboven, eenigszins opgeheven en naar voren geopend.
Hoog 46. — Friederich no. 111. Pekalongan.
2. ld. Zittend zonder glorie. In de achtefhanden rechts het
bidsnoer in den vorm van een ring en links de vliegenwaaier.
De voorhanden vóór het lichaam: de linker in den schoot met de
palm naar boven, de rechter daarboven tegen het lijf, met een wigvormig
voorwerp (lotusknop?) er in. Dit beeld heeft geen oepa-
wita en de middenfiguur vertoont in het hoofdtooisel de halve maan
met het doodshoofd van Qiwa, wiens plaats daardoor wordt aangewezen
en waaruit vrij waarschijnlijk volgt, dat dit beeld eene Tri-
moêrti-voorstelling van Qiwa is. Hoog 79.5. — Tijdschrift X p.
317 en XI p. 157. Bima (Sumbawa.).
8. Id. Zittend; de achterhanden als voren; de voorhanden liggen
geopend op de knieën met in elke een onduidelijk voorwerp (rozet?).
Hoog 51.— Collectie Scheepmaker.
4. Id. Staande; in de achterhanden rechts het bidsnoer van groote
korrels en links de vliegenwaaier. De rechtervoorhand op zij van
het lichaam, met de vingers naar beneden, naar voren geopend;
de linker voorhand naar beneden afhangende met een waterkruik er
in. Languitgerekte ooien zonder oorringen; liet haar der drie hoof-
( . ) Het bidsnoer (aksamaU) stelt voor een krans van aangeregen koralen met een
grooteren steen of versiersel als sluitstuk (zie verder aanteekening bij no. 5); de
vliegenwaaier, Sanskrit tjamara, bestaat in originali uit het haar van den Thibetaau-
schen p ; (hos gruuniens) aan een korten steel; de waterkruik, is een ronde buikige
kruik, iriet langen hals en korte tuit (Sanskrit leoendi = gêndï).