
1501. H a ls- of borstsnoer. (?) Rond bloemvormig ornament,
met een kokertje ter ophanging aan den bovenkant. — Not. 1868 pag.
3. Distr. Madjalala, afd. Soekapoera (Preanger).
1502. ld. (?) Sieraad in een aantal vertakkingen opengewerkt en
met ruwe steenen (?) bezet, die op de meeste plaatsen echter uitgevallen
zijn. — Not. 1881 pag. 103. DesaBedok, afd. Modjokerto (Soerabaja).
1503 en 1501. Id. (?) Kleine gouden versierselen in den vorm
van een blad, met een steen (1503 bergkristal, 1504 dichroït) van
onregelmatigen vorm in het midden en een oogje ter ophanging
boven. Hoog 2. 8.
1505. Id. (?) als voren, in den vorm eener rozet met 4 punten,
met een oogje aan een daarvan. De steen in het midden is er uit
gevallen.
1506. Gesp mnt tong, geheel moderne vorm.
1507. Sluitstuk voor een gordel, bestaande uit eene langwerpige
rozet met een groot gebogen oog aan elk uiteinde.
1508. Id. in den vorm eener langwerpige ruit, met een ronden
steen (kristal) in het midden en aan elk uiteinde een klein rond oog.
1509. Id. van hout, met een klein metalen leeuwtje versierd.
1510. Keten van gevlochten gouddraad, lang 68 ; aan het eene
eind een knop in den vorm van een vogelkop, aan het andere een
ronde versierde knop, waarin een steen heeft gezeten.—Djokjokarta.
1511. Id. Met twee fraai versierde-knoppen, de een rond en
vroeger met een steentje, de ander spits toeloopend (beschadigd).—
Tijdschrift IV pag. 107. Banjoemas.
1511“. Id. met twee vierkante knoppen, in een waarvan nog een
roode steen. — Wonosobo.
1512. Id. fragment. — Ledok (Bagelen).
1513. Keten van verguld zilverdraad, lang 32, aan weerskanten
eindigende in een zilveren staafje, aan den eenen kant met een
oog en aan den anderen kant met een haakje. Aan den keten bevindt
zich een klein langwerpig versiersel, daar er aan heen en weer
schuiven kan. — Not. 1872 pag. 129 e. Gehucht Kanjaran, desa
Simpar, distr. Bandar Sidajoe (Pekalongan).
1514. Id. van gevlochten zilverdraad, lang 152 en aan weerskanten
eindigende in een klein s-vormig haakje (verg. no. 1230).
Banjoemas.
1515. Id. bestaande uit 16 groote schalmen van goudblad met
een haak aan elk uiteinde. — Not. 1882 pag. 147. Desa Goeranting,
district Tjiawi, afd. Tasikmalaja (Preanger).
1516. Hals- of bidsnoer? Stéenen koralen van verschillende
groote en kleur, benevens eenige ronde en ovale doorboorde knopjes
met bladgoud bekleed.— Not. 1878 pag. 16. Desa Mantjon, distr.
Gemenggeng, afd. Berbek (Kediri).-
1517. Id. 26 kleine gouden koralen. — Not. 1872 pag. 95 Tc.
Desa Wonosari (Probolinggo).
1518. Id. 94 koralen van goudblad, met klei gevuld.— Not.
1882 pag. 147. Desa Goeranting. distr. Tjiawi, afd. Tasikmalaja
(Preanger).
1519. Id. koralen van agaat van verschillende grootte en daar-
tusschen enkelen van geel-groen glas.— Not. 1879 pag. 183. afd.
Tjitjalengka (Preanger).
1520. Id. koralen van verschillende grootte van een rooden,
ondoorschijnenden steen, vermoedelijk kunstproduct.
1521. Id. diverse koralen, van verschillende stof, vorm en grootte;
de roode agaat, de kleurlooze bergkristal en de groene en zwarte
vermoedelijk kunstproducten.
20.