
welks bek eene door korrels gevormde lus naar beneden hangt.
De rechtervoet rust op een omgekeerden pot met bloemvormig deksel,
die tegen den bovenrand van het voetstuk is aangebracht;
aan weerskanten van het voetstuk een pot met drie naar verschillende
zijden afhangende lussen, aan den voorkant drie potten, de
middelste staande, de twee anderen liggende, en elk met eene
afhangende lus. Hoog 1 2 .1 . — Ledolc (Bagelen).
540. Koewera. Rond lotuskussen, voetstuk en achterstuk, dat
van boven is afgebroken. In de rechterhand een onduidelijke knop,
in de linker een zak zonder lus aan de opening. De rechtervoet
rust op eene omgekeerde vaas met bloemvormig deksel, die voor
het voetstuk ligt. Verder nog vóór het voetstuk twee potten en
aan weerskanten een, in den gewonen vorm en met afhangende
lus. Hoog 7. 2.
540«. ld. Rond lotuskussen met vierkant voetstuk en achterstuk,
geene glorie achter het hoofd. In de handen rechts eene
vrucht en links een zak; de rechtervoet staat op den hoek van
het voetstuk, waaraan de gewone potten ontbreken. Geene oepawita.
Hoog 9.8. Zilver. — Not. 1886 pag. 36. Desa Koenti, distr. Sam-
poeng, afd. Ponorogo. (Madioen).
541. Id. Lotuskussen, voetstuk, geen achterstuk, maar achter
het hoofd eene ovale glorie. In de handen rechts de vrucht, links
een zak met afhangende lus. De rechtervoet rust op eenenliggen-
den pot aan den bovenrand van het voetstuk , en die niet van de
gewone lus voorzien is. Aan den voorkant van het voetstuk vier
potten , en aan elke zijde een, alle met neerhangende lus. Hoog
8. — Pr. 36. Prambanan (Djocjakarta).
542. Id. Ovaal lotuskussen op eene eenvoudige metaalplaat
als voetstuk geen achterstuk, in den hals eene halve maan met
ópstaande horens en achter het hoofd eene ring als glorie. In de
rechterhand de vrucht, in de linkerhand een zak met afhangende
lus, de rechtervoet op een liggenden pot en nog twee potten aan
de voorhoeken, alle met de gewone lussen. Hoog 6.7. I r . 32.
543. Koewera. Rond lotuskussen op voetstuk, achterstuk tot aan
de schouders, de glorie en het hoofd beide afgebroken. In de
handen rechts de vrucht en links een zak. De rechtervoet rust op
een niet te herkennen voorwerp van ongewonen vorm. Aan de beide
zijden en den voorkant van het voetstuk telkens twee potten van
gewonen vorm; aan deze potten, zoowel als aan den zak, is geen
afhangende lus zichtbaar, maar daar het beeld onduidelijk is, kan
die er oorspronkelijk toch wel zijn geweest. Hoog 7.
544. ld. Kussen van onduidelijken maar ongewonen vorm;
vierkant voetstuk, met achterstuk tot aan de schouders en daarboven
eene glorie, waarvan de bovenhelft is afgebroken. Aan de
achterhoeken van het voetstuk staan twee vazen, waaruit bloemen
langs het achterstuk, en tot aan de glorie omhoog gaan. In de
rechterhand eene knop en in de linker een zak. De rechtervoet
rust op een omgevallen kruik met bloemvormig versiersel aan de
opening. Aan de voorhoeken van het voetstuk staan twee kruiken en
aan den voorkant er van liggen twee rijen korrels of knoppen, elk
van zes stuks. Hoog 6 .1 .
545. Id. "Vierkant voetstuk, zonder lotuskussen, achterstuk of
glorie. In de handen vrucht en zak als boven. De rechtervoet
rust op eene omgevallen vaas, die beneden tegen het voetstuk ligt;
tegen het voetstuk voor en achter drie staande vazen, alles zonder
afhangende lus. Hoog 6 ,4 .—Not 1872 p. 31. Dessa Bakalan,
district Kalialang, afd. Ledok (Bagelen).
545a. Id. "Vierkant voetstuk met los achterstuk; vóór tegen
het voetstuk drié vazen of potten. De rechtervoet rust op een
vierkant uitsteeksel van het voetstuk. In de rechterhand eene
geribde vrucht, in de linker een lange zak. Hoog 17. — Hot.
1878 pag. 35. Desa Lewigadjah, distr. Tjilokotot (Preanger).