1205. Bingen als voren, acht stuks. — Not. 1875 pag. 2c. Desa
Pinatah-depok, distr. Tjangkreb, afd. Poerworedjo Bagelen).
1295® ld. als voren, 15 stuks, de uiteinden langs elkaar heen
gebogen. — Not. 1886 pag. 2. Onderafd. Boemiajoe (Tagal).
1296. Id. van goud, gevormd door een dun staafje, waarvan de
uiteinden langs elkaar heengebogen zijn.
1297. Id. in vorm gelijk aan het vorige nummer, maar wat
kleiner.
1297«. Id. gevormd door een vierkant staafje, dat in het midden
gewrongen en tweemaal rond gebogen is.
1298. ïd. twee stuks, geheel gesloten. — Notulen 1878 pag. 17.
Desa Mendak, distr. Poelong , afd. Ponorogo (Madioen).
1299. Id. als Voren, met eene inscriptie er in gegraveerd, (i)
1800. Id. plat of cylindervormig, zonder eenige versiering.— Not.
1868 pag. 21 d. Berg Tjaplang bij de desa Sadang, district Soka,
regentschap Karang Anjer (Bagelen).
1300®. ld. van koper met zilver bekleed, maar waarvan het zilver
meestal is afgesleten.— Prambanan (Djokjakarta).
dienen, ook ten opzichte van zijne verklaringen en lezingen der legenden op ringen zal
dit moeten gelden, hoewel in dit geval in het oog moet worden gehouden, dat de kortheid
der legenden het met zekerheid lezen van nn en dan zeer onduidelijke, of gebrekkige
geteekende letters zeer bezwaarlijk maakt, en men zich zoo licht laat verleiden tot het doen.van
gissingen. In zoo’n geval moet men zijne kracht echter zoeken in onthouding, liever te
weinig dan te veel zeggen. Tot staving van mijn oordeel ten opzichte van F k ied e r ich ’s verklaringen
hier meer bepaaldelijk bedoeld wijs ik er op, en bijvoegende dat ik de afbeeldingen
t. a. p . te vinden niet in alle deelen vertrouw, dat zijn no. 6 bijv. veeleer
dfnda dan dinna te lezen geeft.
B.
( 1) Oud-Javaansch schrift (positief), f r ï indra. Voor den op zich zelf staanden vokaal
in indra is het teeken gebruikt, waarop boven in de noot hij no. 789 de aandacht
is gevestigd. Hier heeft het de gedaante van een niet gesloten gelijkzijdigen driehoek.
B.
1301 en 1302. Ringen van zilver, iu vorm gelijk aan het
vorige nummer.
1302“. Id. van koper. — Herkomst als no. 1295®.
1303. Id. bestaande uit aan elkaar vastgehechte korrels of
kogeltjes. — Desa Tandjong Koelon, reg, Poerwodadi (Bagelen).
1304j. Id. bestaande uit aan elkaar gehechte vaasvormige stukjes.—
Not. 1878 pag. 35c. District Probolinggo (Kadoe).
1305. ld. bestaande uit een eenvoudig ringetje, met tegen elkaar
aangebrachte uiteinden, dat voor het grootste gedeelte met in verschillende
richtingen gebogen draadwerk omwoeld is. - - Notulen 1866
pag. 248. Desa Geboed (Banjoewangi).
1306. Id. als voren, iets Pleiner.— Not. 1878 pag. 70 e-.
Kediri.
1307. Id. als voren, maar de ring gesloten.
1808. Id. als voren, koper. —- Not. 1864 pag. 241. Desa Si-
ngosari, afd. Bandjar-negara (Banjoemas).
1309. Id. van vorm als de vorige en eveneens van koper , maar
grooter en breeder. — Notulen 1864 pig. 241. Desa Singosari, afd.
Bandjar-negara’ (Banjoemas).
1310. Id. , plat of cylindervormig en als .het vorige nummer
met opgelegd draadwerk versierd.— Notulen 1881 pag. 115. Desa
Sonorari, distr. Se'nggoroh, afd. Malang (Pasoeroean).
1310®. Id. vorm als voren, versierd met 5 er om heen loopende
gekorrelde randen. — Not. 1877 pag. 77 en 108. Desa Kedoeng-
soko, distr. Ngandjoek, afd. Berbek (Kediri).
1311. Id. bestaande uit een rond, vrij dik staafje, waarvan de
uiteinden als ornament om den ring gedraaid zijn. — Not. 1881 pag.
80. Bosch Pilang Bango, desa Plagri (Kediri).