
874. Onbekend beeld (gewoon type). Zittend als voren. Fraaie
versiering, waaronder eene lange oepawita van vier rijen koralen.
Het hoofdtooisel nadert eenigszins tot den bijzonderen vorm, dien
we later duidelijker bij de nummers 284 en 285 zullen aantreffen.
De rechterband gesloten op de knie, de linker ligt op de knie
met den rug naar boven. Hoog 52. — Soerabaja.
275. Id. als voren. Beide handen saamgevouwen op de gekruiste
beenen, met een onduidelijk voorwerp er in. Hoog 5 2 .—
Collectie Scheepmaker.
276. Id. Zittende als voren. Gewone versierselen zonder oepawita.
De twee handen geopend in den schoot, de rechter op de
linker, met een rozet er in. Hoog 62.
277. Id. Zittende op een hoog, versierd voetstuk, met achterstuken
geene glorie, maar op de plaats daarvan, achter het hoofd,
eene halve maan met ópstaande hoornen. Yersieringen niet meer te
herkennen, ze zijn echter schijnbaar gewoon, terwijl alleen de oepawïta
schijnt te ontbreken. Ongewoon boog hoofdtooisel overeenkomende
met dat van Doergéi onder no. 153. De rechtervoorarm is afgebroken,
de linkerhand rust zwaar geschonden op de knie en houdt
een bloemstengel, die langs den arm naar boven gaat en waarvan
de knop (zoo het schijnt de zaaddoos van den lotus) zich naast den
schouder vertoont (*). Hoog 74.-—Not I. pag. 46. Brebes
(Tegal).
278. Id. Zittende op een hoog versierd voetstuk, met achterstuk
en eene veelhoekige glorie. Versierselen en hoofdtooisel als bij het
vorige nummer, waarmede het in bewerking en stijl geheel overeenkomt.
De voorarmen zijn beide afgebroken; langs den Imkeri
j De lotus en naar het schijnt soms ook andere bloemen, op deze wijze gehouden,
zijn vaak het eenige kenmerk zoowel van Qiwa als van de Dhyani-Bodhisatwa’s, zoodat
dit beeld en verder de nummers 278-282, vermoedelijk als zoodanig moeten beschouwd worden.
No. 281, met egne bloem in elke hand, zal wel zeker een Bodhisatwa zijn [verg. pag. 79],
arm gaat een bloemstengel (lotus?) naar boven, waarvan de knop
boven den schouder uitsteekt. Hoog 74. — Gevonden met no. 277.
279. Onbekend beeld {gewoon type). Zittend op eene gewone
steenplaat als voetstuk, met achterstuk en glorie. Versiering gewoon
maar zeer onduidelijk. De rechterhand, die de knie omvat, houdt
tevens een lotusstengel, die langs den arm naar boven gaat en waarvan
de knop boven den schouder uitsteekt. De linkerhand ligt
geopend in den schoot met een klein onduidelijk voorwerp (rozet?)
er in. Hoog 47.
280. Id. Zittende op eene gewone steenpiaat als voetstuk, met achterstuk,
dat van boven is afgebroken, maar waaraan geene glorie
schijnt geweest te zijn; versiering niet meer te herkennen; aan
het voorhoofd alleen een versierde band; het haar naar achter gestreken
en daar afhangend. De linkerhand geopend in den schoot;
de rechter op de knie, maar zwaar geschonden. Hoog 54.
281. Id. Staande op eene gewone steenplaat als voetstuk
met achterstuk en glorie. Gewone versierselen. De rechterhand
is afgebroken, maar schijnt een bloemstengel gehouden te hebben,
die nog langs den arm loopt en waarvan de knop (?) boven den
.schouder ligt; links op het voetstuk, op eene kleine ronde verhevenheid,
ligt een rozet, waaruit eene bloemstengel oprijst, die door
de linkerhand gaat en boven den schouder in een onduidelijk
voorwerp (knop?) eindigt. Hoog 80.
282. Id. Staande op een afgebroken voetstuk, met achterstuk en
glorie. Zeer afgesleten en de versiering niet meer te herkennen.
De rechterhand hangt langs het lijf neer, onzeker al of niet ledig,
de linker houdt een lotusstengel (?) die uit het voetstuk oprijst en
boven den schouder in eene knop eindigt. Hoog 40.
283. Id. Staande, maar beneden de knieën afgebroken; een
smal, slecht bewerkt ruggestuk en glorie. Versiering gewoon maar