
8 58— 865. Bidschellen. Bij de nummers 859, 860 en 863 draagt de
stier geenerlei versiering. Bij alle verrijst aan weerskanten van den stie r
een driepuntig bloemornament (trigoêla), waarvan geleidelijk de middelste
punt zich ontwikkelt en de twee andere terugtreden; no. 859
heeft bovendien ook voor en achter zulk een ornament. De nummers
861 en 8 62 zijn afkomstig uit de desa Pendjalahan (Tagal).
8 6 7 (J). Handvat met klepel. De stier zonder versiering; een
hoog vlamvormig ornament aan den linkerkant; rechts is waarschijnlijk
een dergelijk ornament geweest, dat echter is afgebroken.
868. Jd. Aan weerskanten van den stier een piramidaal versiersel,
zijnde het trigoêla-ornament met zeer ontwikkeld middengedeelte
— Not. 1868 p. 21 c. Desa Doglang, distr.. Karang-
kobar, afd. Bandjar Negara (Banjoemas.)
869. Id. De stier is gelegen op een lotuskussen.
870. ld. De stier beeft eenigszins gedrochtelijken vorm.
871. Jd. Alleen de stier is aanwezig, de rest van het handvat
ontbreekt. Eigenaardige versiering en ronde klok om den hals.
2e. Bidschellen met een drietand op het handvat, die vermoedelijk de wudjra
(zie pag. 77) voorstelt, waarvan onder no 783° een exemplaar met drie
punten wordt- gevonden. Veelal heeft de wadjra 5 punten , een in het
midden en vier er om heen, en bij voorkeur den vorm, dien wij bij 897-
908 vinden, namelijk dat de vier buitenpunten zich boven weer met de
middelste vereénigen. — Schellen als deze, zoowel met 3 als met 5 punten,
heeten op Bali badjra en worden daar zoowel door Boeddhisten als Qiwaï-
ten gebruikt.
872. Bidschel. De zijpunten van den drietand zijn naar binnen
gebogen; aan weerskanten van den drietand een slangvormig gebogen
ornement (vlam?), dat tot de halve hoogte van den drietand gaat.
—Not. 1882 .pag. 61. Desa Kebonsari, distr. Gemping, afd.
Bangil (Pasoeroean).
(‘) No. 866 is door verschikking uitgevallen:
873. Bidschel. Op den steel alleen de drietand, zonder eenig ornament.—
Not. 1875 pag 2. Desa Pinatali Depok, distr. ïjangkreb»
afd. Poerworedjo (Bagelen).
874. Id. De zijpunten van den drietand naar buiten gebogen.
— Not. 1877 pag. 137. Desa Slarang, afd. Brebes (Tegal).
875. Id. Van den drietand zijn alleen nog de buitenpunten over,
die den vorm hebben van rechte lanspunten of korte breede
zwaarden. Aan weerskanten van den drietand een spits bloemversiersel.
876. Handvat, overeenkomende met no. 874. De middenpunt
weggebroken.
3e. Bidschellen met 5 punten op het handvat, één loodrecht in het midden
en vier daaromheen, eenigszins naar buiten uitgebogen.
877 — 892. Bidschellen gelijk hierboven beschreven.— Denos.
878 — 880 en 884 — 888 zijn gevonden in de desa Kebonsari, distr.
Gemping, afd. Bangil (Pasoeroean), zie Not. 1882 pag. 61; no. 883
in de desa Sonorari, distr. Sengoroh, afd. Malang (Pasoeroean), zie
Not. 1881 pag. 114; no. 889 in de desa Slarang, afd. Brebes
(Tegal), zie Not. 1877 pag. 111 ID.
893. Handvat als voren.
■894 en 895. Bidschellen als voren. Het middenstuk van den
vijftand is niet meer een eenvoudige punt, maar is van boven ingesneden
en eindigt in een knop. — No. 894 is gevonden met
no. 878.
896. ld. De vier omstaande punten zijn van boven eenigszins
naar elkaar toe gebogen, waardoor een overgang tot de volgende
groep gevormd wordt.
4e. Bidschellen met vijf punten op het uiteinde van den steel, waarvan de
buitenste vier van boven zoodanig zijn omgebogen, dat ze aan het uiteinde
weer met den loodrechten punt van het midden worden vereenigd, welke
laatste dan alleen nog iets hooger uitsteekt, Opmerking verdient het, dat