
Op een uitstekend plaatje voor aan het voetstuk zit Garoeda in
menschenvorm, met uitgeslagen vleugels, klauwachtige voeten, en
neus en mond tot een vogelsneb vereenigd. Het lichaam is eenigszins
zwaarlijvig; om het hoofd loopt een versierde band, terwijl het haar
naar achter gestreken en in een wrong achter het hoofd is saamgebonden,
verdere versierselen zijn bovenarm-, pols- en enkelbanden, oorknoppen,
halssnoer en gordel. Op het voorhoofd een klein kringetje, in de
linkerhand eene slang en in de rechter een onduidelijk voorwerp. Hoog
15. 2. — Kediri.
485. Wishnoe. In alles gelijk aan het vorige nummer, alleen
heeft men hier een vierkant opengewerkt achterstuk met bloemen
versierd en een ronde glorie met vlammenden rand. Boven aan de glorie
is vermoedelijk een zonnescherm bevestigd geweest, dat thans ontbreekt_
Garoeda staat aan den voorkant van het voetstuk, bij den rechterhoek,
en houdt in heide handen een langwerpig voorwerp, naar de strijdende
houding te oordeelen misschien wel een wapen. Hoog 25. — Notulen
1878 pag. 46 d. Desa Nogasalam, distr. Djetis, afd. Temang-
gong (Kadoe).
486. Id. Staande op rond lotuskussen, vierkant voetstuk en los
achterstuk met een vlammenrand omgeven. Gewone versierselen en
het kleedje als boven tusschen de beenen opgebonden, zoodat zelfs een
deel der dijen onbedekt is; in het rechteroor een groote schijf, in het
linker een lange hanger (zie pag. 34) en op het voorhoofd een klein
kuiltje. Vier armen; in de achterhanden rechts de tjakra, links de
schelp; in de rechter voorhand een ruitvormig plaatje, terwijl de linker
op de knots rust. Het beeld is van goud; het voetstuk, lotuskussen
en achterstuk van zilver. Hoog 18. 8. — Not. I. p. 305 h. Desa
Paingan, regentschap Temanggong (Kadoe).
487. Id. Staande op een rond lotuskussen, zonder achterstuk;
de glorie is afgebroken. Op het voorhoofd een vertikaal
ovaal en in de linkervoorhand een driehoek. Overigens gelijk
aan het vorige nummer, behalve de oorversierselen, die hier in
beide ooren lange hangers zijn. Hoog 13.7. Zilver. — Notulen
1878 pag. 36 I I g. Desa Pesindon, distr. Kalialang, afd. Ledok
(Bagelen).
488. Wishnoe. Staande op een rond lotuskussen met vierkant
voetstuk, geen achterstuk of glorie. Gewone versierselen, het kleedje
opgetrokken als boven. Vier armen; de rechter achterhand afgebroken,
de linker beschadigd; in de rechtervoorband een ronde knop,
de linker steunt op eene knots. Sterk geoxydeerd en onduidelijk.
Hoog 17. 7.
489. ïd. Staande, maar het voetstuk ontbreekt, eveneens geen
achterstuk of glorie. Gewone versieringen; het kleedje opgetrokken
als boven, maar meer aan den rechterkant, zoodat daar
de knie en een gedeelte van de dij ontbloot zijn. Vier armen;
de rechterachterhand beschadigd, de linker höudt de schelp; in
de rechtervoorband een ronde knop, de linker heeft op de knots
gesteund, die echter weggebroken is. Hoog 19. 1 .— Not. 1872
p. 141 p. Desa Karangsarie, district Bongas, afdeeling Pamalang
(Tagal).
490. Id. Staande zonder achterstuk of glorie; het voetstuk
ontbreekt. Gewone versieringen en het kleedje opgetrokken als boven.
Vier armen; de rechterachterhand geschonden, in de linker
de schelp; de voorhanden half gesloten en ledig, een weinig opgeheven
, zoodat ze schuin voor het lichaam ter hoogte van de borst
worden gehouden. Hoog 19.1.— Not. 1872 p. 45. Desa Kedja-
wong, distr. Sokka (Bagelen).
491. ïd. Zittend op een ovaal lotuskussen, zonder achterstuk
, in den hals eene kleine glorie. Onder aan het voetstuk
is een rand, waaraan men nog zien kan dat hij heeft gediend ter
bevestiging op een ander voorwerp. Het linkerbeen ligt op de
gewone wijze op het kussen, het rechter hangt naar beneden en
rust met den voet op een plat, vierkant uitsteeksel van het
kussen. Gewone versierselen, alleen in plaats van het gewone hoofdtooisel
draagt dit beeld een hoogen, cilindervormigen hoed, die
naar boven iets smaller wordt en van boven met een knop versierd