
<3en onderrand; geen achterstuk; achter het hoofd eene ovale schijf
a s glorie. In plaats der oepawïta het vrouwensnoer (zie pag. 2);
op het voorhoofd een wratje. De rechterhand voor de borst, met
de palm naar beneden en den middelvinger op den duim, de linkerhand
daaronder, naar boven geopend en een bloemstengel houdende,
die links van het lichaam uit het kussen ontspringt, in groote bocht
naar de linkerhand loopt, van daar langs den arm naar bovengaat
en bij den schouder in eene bloem eindigt; op die bloem ligt een
langwerpig voorwerp, wellicht een boek vanlontarbladeren (kropak)
Hoog 13. — Fr. 49. Kadoe.
639«. £akti. Zittende op een rond afgebroken voetstuk. Gewone
versiering zonder oepawïta. De handen in den schoot met een klein
rond voorwerp er in. De bloemstengel ontspringt achter uit het
voetstuk en loopt onder den arm door naar boven den schouder;
op de bloem ligt daar een kropak met drie knoppen als versiering
er op. Hoog 6. 2.-N o t . 1886 pag. 36. Desa Koenti, onderdistr.
Sampoeng, afd: Ponorogo (Madioen).
640. Id. Zittend op een ovaal lotuskussen met vierkant voetstuk,
nisvormige glorie met breeden vlammenrand, waaraan van
boven de arm voor het zonnescherm, welk laatste echter ontbreekt.
Klem kuiltje in het voorhoofd; het linkerbeen ligt op het kussen,
terwijl het rechter naar beneden hangt en met den voet rust op
een lotusbloem (of kussen), die uit het voetstuk ontspringt (verg.
no. 613 vlg). De rechterhand ligt geopend op de knie, de linker rust
op het kussen naast het lichaam, van waar een bloemstengel langs
den arm naar boven gaat en aan den schouder in eene groote
bloem eindigt. C1). Hoog 15. 2 .-N o t . L p . 252. Wonosobo (Bagelen).
\ i e t voetstuk vindt men op dit iraai geconserveerde beeldje in sierlijke
JNagan-letters, welke overeenkomen met het schrift van de hoven reeds meer dan eens
genoemde inscriptie van Kalasan , zie No. 63 op bladz. 28, de Boeddhistische geloofsbelijdenis
y e dharmmd_ enz., vgl. boven bij No. 554. Men leze — het beeldje van achteren
beschouwende — linkerzijde, bovensten regel achterzijde en rechterzijde, tweeden regel
achterzijde en dito rechterzijde. Een welgeslaagde afbeelding vindt men in Bu r n ü u ’s
South-Indian Palaeography, plaat XXII lett. c, waar evenwel de anuswara’s ontbreken
641. Qakti. Zittende op een rond lotuskussen, met vierkant voetstuk,
ovaal achterstuk en afgebroken zonnescherm. De houding der
beenen als bij het vorige beeld, de rechterhand vooruitgebracht, de
palm naar beneden en de toppen van middenvinger en duim op elkaar;
de linkerhand rust met den pols op de knie en is zeer onduidelijk.
Tegen het achterstuk, rechts van het hoofd, eene bloem. Zeer beschadigd,
afgesleten en onduidelijk. Hoog 8. 7.—Er. 50. Djokjakarta.
642. Id. Staande, maar de voeten afgebroken, zonder achterstuk
of glorie. Vrouwensnoer in plaats van oepawïta; de rechterhand
eenigszins naar voren gebracht en geopend met de vingers
omlaag; de linkerhand houdt een bloemstengel die van beneden opkomt,
met groote bocht door de hand naar den schouder gaat en daar
is afgebroken. Zilver. Hoog 8. 5 .— Not 1874 p. 87. no. 16. Desa
Poeger Wétan, district Poeger, regentschap Bondowosso (Bezoeki).
643. ld. Gelijk aan het vorige, maar met de gewone oepawïta.
Voetstuk en achterstuk ontbreken eveneens. Zilver. Hoog 8.—
Notulen 1878 pag, 36 I I g. Desa Pesindon, distr. Kalialang,
afd. Ledok (Bagelen).
XI. ONBEKENDE BEELDEN.
Deze beelden, waaraan of volstrekt geene of slechts onvoldoende kenmerken
ter bepaling hunner beteekenis aanwezig zijn, onderscheiden zich
in voorstellingen, die in karakter en stijl geheel of gedeeltelijk met de
vroeger beschrevene overeenkomen, en andere, die afwijkende vormen ver-
toonen. Even als bij de steenen beelden, zijn deze laatste vermoedelijk
voor deel godheden van lateren tijd, die slechts indirect of in het ge.
heel niet tot het Hindoe-pantheon kunnen gebracht worden. De grens dezer
verdeeling kan geacht worden ongeveer tusschen de nummers 669 en
670 te liggen; die grens moet echter niet al te streng worden genomen
daar verscheidene dezer beelden ook in dit opzicht van een twijfelachtig
karakter zijn.
644. Onbekend beeld. Zittende op een lotuskussen met vierkant
voetstuk, waarin aan den achterkant eene opening voor een los achterstuk.
Gewone versierselen. Vier armen; de rechterarm is af