
*!'l i l
| | jl
I
a i s
e. twee beschreven plaatjes, lang 3.9 en breed 1.9.
Notulen 1879 pag. 85 b. Ruïne DjelokToendo,berg Penanggoengan
(Soerabaja).
ry or makes a pond, or ereets a Standard (zie »Ou the religieus ceremonies of the
Hindu’s” iu H . T. Colebkookb’s Essays, 2* ed „ I, 188, waar de lezer verdere bijzonderheden
omtrent de begrafenisplechtigheden der Hindu’s vinden kan). Voor zoover
nu mij bekend is, werden wat Engelsch Indie aangaat voorwerpen die ten ■ naastebij
met de hier behandelde overeenkomen, afgaande op de vindplaatsen, slechts gevonden in
Bnddhistische ruines, althans ik vond nog geen andere vermeld. Beschreven met legenden
als de boven genoemde s'chijnen zij in die gevallen niet aan het licht te zijn gekomen.
Men zie bijv. A. Cunningham, Bhilsa Topes; H. H. Wilson, Ariana antiqna,
P binsep’s Indian Antiquities, I , 90 vlgg.; Archaeological Survey of India, XIV; Indian
Antiqnary, X II, 3 4 ; As. Researches, V, 131 en IV, 2, 904; Journ. R. As. Soc. Bengal, X,
1, 381 en XXXI, 175; Bombay Branch R. As. S o c., VI en XIV, 147; maar bovenal het m dit
opzicht hoogst belangrijke en leerzame opstel van Bhagawanlal I ndeaji in Bombay
Branch R. As. Soc., XV, 292, waarnaar boven bl. 120 reeds is verwezen.
Ciwaitisch van afkomst zijn behalve de hier besproken voorwerpen ook die genoemd
onder 78Sa , 784 en 7 8 6 . -
Ten' slotte nog dit. Op het in Not. XXIV, 43 genoemde afgedrukte vel in het
bezit van het Genootschap, waarop het jaartal van Jalatunda nl. Caka 899, vindt men behalve
dat jaartal nog een legende, die, hoewel niet één der schrijvers, die over deze badplaats en
de daar gevonden oudheden het hunne hebben gezegd, er melding van maken, door het
bijschrift dat luidt »Inscripties op de badplaats genaamd Jollo Toendo” als daar te vinden
of in der tijd gevonden wordt gequalificeerd. Die legende luidt udayana. Zij mag
hoewel een nader onderzoek ter plaatse zal moeten worden ingesteld om voor zoover
mogelijk uit te maken of deze opgave tegen over het zwijgen der andere getuigen
vertrouwen verdient, hier niet worden voorbijgegaan. In verband nl. met de door
Prof. Kebm (Bijdr. T . L . en Vk., 4 v lg r ., X, 1) uitgegeven Sanskritinscriptie ter
eere van den Javaanschen vorst Airkmgga, waarin wordt medegedeeld dat »iemand van
uitnemend zuiver bloed,, de uit een beroemd vorstengeslacht gesprotene Udayana, plechtig
is gehuwd met de schoone prinses Mahendradatta, de doehter van Gri Makutawang-
cawardhana, den kleinzoon van MaMrhja mpn Sindok 5ri I 9&na wikrama dharmottungga-
dewa (over wien men zie Not. XXIV, 1 4 4 ), uit diens dochter ri I?dna Tungga
Wijaya”, rijst de vraag of met dat Udayana de naam kan zijn bedoeld van de persoon,
wiens asch in de Jalatunda is bijgezet. Diezelfde inscriptie leert ons dat genoemde
Udayana de vader was van Koning Airlangga ( ± 932-957 fakaj. Met deze cijfers is;
aangenomen bijv. dat met 899 Qaka op den achterwand der badplaats het sterfjaar van
den daar begrafene bedoeld is, dit jaartal niet in strijd, hoewel het noodzakelijk zijn
zal alsdan het geboortejaar van Airlangga, door Prof. Kern t. a. p. op £aka 901 gerekend,
iets vroeger te stellen. Geheel onwaarschijnlijk zou dus de gissing met zijn, dat Jalatunda
de begraafplaats is van den vader van een der belangrijkste vorsten van Java, die
uit een beroemd geslacht gesproten door zijn huwelijk met de prinses van Java ook
eenigen tijd zelf vorst is geweest van dat, of van een gedeelte van dat eiland; dat de
783a. Diverse- voorwerpen. Gevonden in de steenen urn uit
den put onder het beeld in den Qiwa-tempel te Prambanan (no.
379 q.v.), als:
a. 7 langwerpig vierkante beschreven plaatjes van goudblad (1);
negenvakkige urn zijne urn is, en dat de daarbij behoorende oudheden hebben moeten
dienen óm hem op waardige wijze bij te zetten.
Den wanhopigen toestand der geschriften, waarin de Javanen zoogenaamde geschiedkundige
feiten mededeelen (de Babads, Adji Saka, de voorspellingen van Djayabhaya,
de Panji-romans, Damar wulan, enz. enz.; de Balische boeken zijn evenwel iets beter van
gehalte) in aanmerking genomen, mag men voorshands niet veronderstellen dat de naam
Udiana (lees Udayana, zooals op bl. 67 gespeld staat) voorkomende in de lijst van
vorsten, who reigned on Java, according to the manuscripts of the eastern parts of Java,
Sumenap and Bali, as collected bij Nata Kusuma, the Panambahan of Sumenap, door
R ajetles gepubliceerd in zijn History of Java, 1 8 1 7 , I I , 8 1 , in die lijst wellicht eene
plaats heeft gekregen onder den invloed van een flauwe herinnering aan den Udayana,
die eenmaal feitelijk op Java heeft geregeerd. De genealogie t. a. p. medegedeeld is,
zooals men vergelijken kan, veeleer die van den evenzoo Udayana genaamden vorst der
Watsa’s, wiens geschiedenis uitvoerig wordt medegedeeld o. a. in Somadewa’s Kathasaritsagara;
dit toch blijkt naar mijne meening uit den op hem op bl. 67 volgenden Gandrayana, waarin ik
eene verminking zie van Yaugandharayana, den naam van den voornaamsten minister van ge-
melden koning. In de Sanskrit literatuur nl. waarin Yaugandhar&yana als een type van een
trouwen, en steeds de juiste middelen tot slagen kennenden dienaar geldt, worden deze
beide personen (Udayana en Yaugandharayana) herhaaldfdijk in een en adem genoemd.
Tot welke gevolgtrekkingen dit vermoeden ten opzichte van dezen verhalenbundel, ik
zeg met opzet niet dat boek, als op Java bekend aanleiding geeft, dpet hier niets
ter zake. Liever wijs ik er hier op dat in de Javaansche tradities enkele bijzonder,
heden worden gevonden, die door de inscripties, als historisch worden gewaarmerkt,
zooals ik later op eene andere plaats hoop te kunnen aantoonen.
( A) Met geringe wijzigingen herhaal ik hier wat door mij in Not. Bat. Gen.
XXIV, 102 vlgg, is opgemerkt.
Op een dezer plaatjes leest men in oud-Javaansch schrift het onderstaande:
g ^
*1 2 //
%t
In den rechter bovenhoek bevindt zich vóór de wignyan een onleesbaar teeken. De
bij de pasangan asn staande pengkal is verder op het plaatje (wat in druk niet kan worden
aangegeven) doorgetrokken naar boven tot tusschen de beide tarung 's.
Waar oud-Javaansch schrift gebezigd is vindt men het woordtje »om” in overeenstemming