
rand van bladeren in zeer zwak relief; de twee eerste nummers
grauw, het derde grijsachtig groen. Hoog 6.8—4.7; middellijn
17—12.2.
1969. Kom, als voren, grijsachtig groen en zeer geschonden; hoog
7.5, middellijn 18.— Not. 1872 pag. 129, gehucht Kanjaran, desa
Siempar, distr. Bandar Sidajoe (Pekalongan).
1970. ld. als voren, hoog 8.2, middellijn 19.5.
1971. Id. als voren, grauw geel; hoog 6.5. middellijn 16.2.
— Not. 1875 pag. 85. Büliton.
1972. ld. grauwgeel en verglaasd, van buiten versierd met opstaande
strepen in zeer zwak relief. Hoog 6, middellijn 16.
1973. Id. van verglaasd aardewerk, van binnen wit en versierd
met kleine krulletjes, van buiten roodachtig wit. Hoog 6.3, mid-
delijn 17. — Gevonden met 1969.
1974. Id. vuilwit met blauwen rand aan den bovenkant, binnen
en buiten, en verder versierd buiten met stengels en bladeren, binnen
met het Chineesche karakter jjjg geluk. Hoog 6.5, middellijn
16. — Gevonden met 1969.
1975. Id. van binnen en buiten met blauwe bloemen. — Not 1882
pag. 110. Berg Nipotokka, regentschap Barang-barang (Saleier).
1976. Id. vuilwit, van binnen versierd met onduidelijke zwak-
ke lijnen. Middellijn 16.5. — Collectie Scheepmaker.
1976*. Id. bijna wit, van binnen bloemwerk in flauwe teeke-
ning. Hoog 6, middellijn 18.
1977. Id. wit, van binnen met bloemwerk in zwak relief. Middellijn
18. — Not. 1886 pag. 3, onderafd. Boemiajoe (Tagal.)
1978. Id. grauw, aan den binnenkant bloemen in zeer zwak
relief. Hoog 9.5, middellijn 20.
1978®. Kom, als voren, van binnen met gelijke versiering als het
vorige nummer, van buiten met schuin opstaande ribben. Middellijn
18.5. — Herkomst als no. 1977.
1979. Id. grijsachtig en iets kleiner, bloemen als voren.
1980 en 1981. Id. wit met blauwe bloemen; het eerste heeft
onder op den bodem vier niet geheele duidelijke Chineesche letters,
zoo het schijnt 7F ïiïs 1föi M een gelukwensch ongeveer luidende:
//moge allerlei geluk gelijkelijk worden genoten.” Hoog 8.9 en
7.1; middellijn 18.2 en 17.
1982. Id. wit met blauwe versiering, waaronder menschelijke
figuren in de kleeding der Chineesche Ming-dvnastie; iets kleiner dan
het vorige nummer. — Gevonden met no. 1975.
1983. Id. van lichtgroen porselein; van binnen op den bodem
eene bloemfiguur; van buiten versierd met rechthoekig omgebogen
lijnen en drakenkoppen (ongetwijfeld Ohineesch). Hoog 8;
middellijn 13.8.
1984. Id. van vuilgroen aardewerk, naar boven wat enger wordende
(vorm van een gewoon vingerglas); hoog 10.4, middellijn
14.2. — Not. 1875 pag. 90 h. Bosch Tjokrogawong, desa Beng-
karas, distr. Ngantang, afd. Malang (Pasoeroean).
1985 — 87. Id. ondiep en bijna cylindervormig, respectievelijk
van grauw, vuilwit en wit fijn aardewerk. Middellijn 12.2, 12 en
10. — Collectie Scheepmaker.
YH. SCHOTELS EN BOBDEN.
1988. Schotel van wit porselein met rood en groen bloemwerk
aan den binnenkant. Middellijn 37. — Modjokerto (Soerabaja).
1989. Id. wit met blauwe versiering aan den binnenkant, -langs
den geschulpten rand fantastische visschen] tusschen bloemwerk, in
het midden een landschap met twee reeën. Middellijn 29.6. — Not.
A ï , ? „ „
JA T