
 
		verkozen,  werd  nu  door  bewerking  van  zijnen  leerling  als  Sylvester  II  tot  Gregorius  
 opvolger  gekozen. 
 Droevige  sterfgevallen  in  ’s Keizers  geslaeht,  die  hem  hevig  aangrepen,  brag-  
 ten  hem in  de  laatste  jaren  zijns  kortstondigen  levens  tot  raadselachtige  daden.  
 Hij,  de  trotsehe  en  nog  zoo jeugdige  Keizer,  verviel tot  dweepzieke  daden  en  
 strenge  boetedoeningen,  vooral  na  het  bezoeken  van  een  beroemden .kluizenaar  
 in  Italie,  waar  hij  de  laatste jaren  zijns  levens  meestal  doorbragt.  Zulks  had  
 vooral  plaats  na  het  jaar  1000,  .wanneer  -het  menschdom  in  groote  angst  het  
 einde  der wereld verwachtte,  terwijl  de  verschijning  eener  groote komeet en eene  
 geweldige  aardbeving,  die  belangrijke  verwoestingen  aanrigtte,  den  algemeenen  
 sohrik  niet wginig  deden  toenemen.  Na  eerst  eene  bedevaart  naar  het  graf  van  
 den  heiligen Adelbert  te Gnesen  in  Polen  gedaan  te  hebben,  en  op  de terugreis  
 het  graf  van Karel  den Grooten  te.Aken  te  hebben  laten  openen.  (bij  welke  ge-  
 legenheid  hij  met  twee Bisschoppen  en  den Graaf van Laumel (1)  in  het  onder-  
 aardsche  gewelf afdaalde,  waar men  Karel’s  lijk  op  eenen  stoel  zittende  vond),  
 begaf Otto  zieh  dan,  gelijk wij  zeiden,  naar Italie,  om  van  daar  alleen  als  lijk  
 naar  Duitschland  weder  te  keeren.  Hij  bragt  het  jaar  1001,  in  ziekelijken  
 toestand,  in  verschilfende  deelen  van  Italie  door;  bnder, de  zijnen  vertoonde,hij  
 zieh  opgeruimd,  doch  in  stilte  leide  hij  zieh  de  gestrengste  boetedoeningen  op.  
 Hij  bragt  den  vastentijd  in  het  klooster  van  St.  Apollinaris  te  Ravenna  door \  
 droeg  onder  zijn  verguld  en  purper  gewaad  een  haren  kleed  en  sliep  op  stroo.  
 In  de  stilte  des  nachts  stond  hij  op  om  te  bidden  en  vergoot vele tranen wegens  
 zijne  zonden. 
 Te  midden  hiervan  kwam  de  lijding  eener  zamenzwering  van  geestelijke  en  
 wereldlijke Vorsten  in Duitschland  tegen  hem,  waardoor  het  hem  bleek  hoezeer  
 hij  zieh  van  de liefde  zijner  stamgenooten  vervreemd  had,  terwijl  het  hem  toch  
 niet  gelukt  was  die  zijner  Italiaansche  onderdanen  te  winnen. 
 Dit  alles  brak  zijn  hart,  terwijl  zijne  gezondheid  door  het warme klimaat van  
 Italie  nog meer  feed.  Hij  kon  echter  niet  besluiten  naar  Duitschland weder te 
 (1)  Deze  heeft  omstandig  de  bijzonderheden  van  het  bezoek  beschreven;  zie  kohi.-  
 rausch,  Bildnisse  der'Deutschen  Könige  und  Kaiser,  S.  154,  155.  , 
 keeren.  Nadat  hij  reeds  lang  aan  eene  hem;verteerende koorts, die  hij  verzweeg,  
 geleden  had,’ weyd  hij  in  Januarij, 1103  in  het.kefieel  Bsiernp,  zoo  einstig  on-  
 gesteld,  dstfe  hij  o p id p n ^ a 84^ ,  in   ,den jouderdom.van  ^ech^  2&,jaren;, ovexleed.  
 Niet  dan  met  de  grootste ,moeite  gelukte  het  de  hem  omringende  Dtiitsehers,  
 bijgestaan  door  eenigen  uit  de  bezettingen  van  naburige;J|;asteelen,,;ipmi,  midden  
 door  de  van  alle  fijden  toeschietende  Italienern;  die  bet.-yervoer  des  ljjks,  niet  
 wilden  toestaan,  dat  lijk  naar Duitschland: jfcejiv^epr.jyraar.het  fe Aken  in  de  
 kapel  van  Karel  dpn  Grooten  b ijg e z e fw e rd ..;,-  ,  ;  g| 
 De  eenige  Nederlandsche  munte» , ,die wij  van  Q^o ¡JII,Jiebben  kunnen  op-  
 sporen,  zijn  die  welke  door  ans. op  PI.  XV  wordep  afgebeeld, 
 N°  ljjheeft  op  de  vz.  een,Karolingisch  kruis,  gecaptpnneerd  door,-vier  bol-  
 letjes,  binnen  eenen  parelcirkel.  Het  omschrift  ist d . f  ..  .  ■ 
 ttefi  rnU m   $   PTPO  RKX.  hÜ '  bais  eb  ’  *  ■ 
 Wij , zullen  zoo  dadelijk  zien dat  de Duitscheispellingwjjze van,Otto op andere  
 munten  Oddo  is.  ,  -  )  ;  ;;l  .  ¡., 
 Op  de-kz.  ziet-men  op  drie,  regels: ;  ,  ¡.: 
 . .-1.  ,KI!  . ßft INVilWSG  ; 
 ongetwijfpld  de  stad Nijmegen  o^J$umagenvm fi\& mnntydaatsjeanwijzehds,:Sedert  
 Karel  den  Grooten: was  deze  stad ,  die  reeds uit  het  Romeinscho  tijdvak  dagtee-  
 kent,  dikwerf getuige ,yan  het  verblijf der Duitsche,Keizers: binnen de muren van  
 haar  paleis,  door  h^t  yolk  het  Yallchof  genoemd. 
 Deze  denie,rj,is,,uiterst  zeldzaam.  :  nivlfl 
 De  tweede  door  ons,,medegedeelde  heeft op  de vz. het ruwe hopfd.des Keizers,  
 vlak van voren  te zien, met een mede rmy hoofdtooisel, op welks middelste gedeelte  
 zieh  een  kruis  vertoont,  alles  binnen  een  parelcirkel.  Van het Umschrift  is alleen  
 leesbaar  het  woord 
 ODDO 
 eene  schrijfwijze  van  Otto  of Otho  in  deze  eeuw.  Ook  op  do  in  het  oyerige  van  
 Duitschland  geslagene  denarien  (de  eenige  muntsoort  in  de  10e  eeuw)  wordt  
 ’s Keizers  naam  op  deze  wijze  gespeld; 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  een  Karolingisch  kruis,  door  vier  bolletjes  gecanton-  
 neerd,  mede  binnen  een  parelcirkel.  Het  oinschrift  is :