2SRNHSM
maar wel 2ÏRNSMS hebben aangetroflen. Wij zouden het onvolledige opschrift
onzer muht eerder tot Crshem durven aanvullen, aangezien men vermeld vindt,
dat te dier plaatse in deze dagen munt zoude geslagen zijn.
N° 7 is een muntje, dat op de vz. den dubbelen arend van den Roomsch-
Koning voert (1), zonder eenig opschrift.' Op de kz. ziet men den Hollandschen
leeuw binnen een wapenschild. Van het omschrift is alleen
fîORRS:
leesbaar.
N° 8 heeft op de vz. den Duitschen arend met het omschrift:
GVIIiEIiiR' ROÎIÎ2S' RS#
en op de kz. een gebloemd, gelijkbeenig kruis binnen een cirkel, om welken
Staat :
MOnSmm • HOIilffiRDIS.
Mr. c. a. serrure zegt in bovengemeld Vaderlandsch Museum, dat dit stukje
ongetwijfeld eene munt uit de 14e eeuw is.
N° 9 heeft op de vz. een gelijkbeenig, gevoet kruis, reikende tot aan den
omtrek der munt, gecantonneerd door vier roosjes. Omschrift:
Willi* | ROÍR2S | RS# | GOÍR'
d .i. Wilhelmus Bomanorum Bete Comes : Graaf Willem, Koning der Romeinen.
Op de kz. ziet men een gédeeld wapenschild ; links den Duitschen arend, regts
den Hollandschen leeuw. Omschrift:
>£ HOIffißDIS.
In bovengemeld Vaderlandsch Museum zegt de Heer serrure, dat deze munt
een denier van Graaf Reinoud II van Gelderland zoude zijn. Hij meent, dat
(1) Over den ouderdom en den waarschijnlijken oorsprong van den dubbelen arend op
het Rijks-wapenschild handelden wij in onze Mimten van Friesland, Groningen en Drenthe
(Haarlem 1855), bl. 97. Het Grootzegel van den Roomàch-Koning Willem I I berast op het
itÿks-Ar chief te ’s Hage. Wij ontvingen een afdruk daarvan door de goedheid van wijlen
den Heer d e z w a a n .
men vóór 1256 geene Sterlingen mag veronderstellen en dat ze eerst twintig
jaren later en wel in Gelderland voorkomen.
Men ziet, het komt er hier alleen op aan of van houwelinghen en alkemade
indertijd de opschriften der munt al of niet goed gelezen hebben.
N° 10, een zilveren denier, die zieh in het Koninklijk Kabinet te ’s Hage
bevindt, werd door wijlen Jhr. Mr. j . c. de jonge, in leven Opzigter van dat
Kabinet, aan den Roomsch-Koning Willem toegekend. Op de vz. bevindt zieh
de Duitsche arend; op de kz. een gelijkbeenig, gevoet kruis, gecantonneerd
door vier bolletjes. Voor- noch keerzijde dragen eenig opschrift (1).
(1) In het eigenlijke Duitschland schijnt men gedurende de regering van Willem sleehts
zeer weinige munten geslagen te hebbën, iets wat, trouwens niet te verwonderen is , en
wel te Dortmund. Wij vinden een denier, afgebeeld bij g ö t z , Kaisermünzen des Mittel-
alters, onder N° 521; in het Groschen-Cabinet, Sappl..I, N° 82; laatstelijk bij c a p p e ,
die Münzen der Deutschen Kaiser und Könige des Mittelalter}, Pl. X I , N° 178.
Op de vz. ziet men ’s Vorsten beeldtehis ten halven lijve, vlak van voren, met de kroon,
leliesohepter en Rijksappel. Het omschrift is:
WILLSMS
Op de kz. vertoont zieh een gebouw met een toren, waarop een kruis. Twee gr<Jt>te
vaandels verhelfen zieh uit het gebouw. Omschrift:
TRSMONIA
d. i. Dortmund.,
In het Supplement van c a î î e ’s Münzen der Deutschen Kaiser und Könige des Mittel-
alters vinden wij achter zijn tweede deel op Pl. XXV onder N° 294 een grooten denarius
afgebeeld.
Vz. Een gekroond borstbeeld vlak van voren. Het voorwerp, dat hij in de regterhand
houdt, is door afslijting onherkenbaar; in de linkerhand houdt hij eene fladderende lans
of speervaan.
Van het omschrift is leesbaar:
. . . LHELMVS IM..
"Maar hoe kan c a p p e met grond deze munt aan onzen Willem toeschrijven, daar hij
nimmer den titel van Imperator gedragen heeft?
Op de kz. ziet men een burg of kasteel met drie torens; ter wederzijde van den mid-
delsten toren eene zespuntige ster. Het omschrift is: