Het gewigt dezer munt is ons onbekend gebleven. Wij namen ze over uit
vote Munten •van Friesland, enz., Pl. VIII, N° 1. : :
N° 8 hèeft weder ’sKeizers borstbeeld, vlak van voreif'te zienj op de voor-
zijde, met bet omschrift: ciblas
* ECBERTVS
terwijl zieh de Heiligen Simon en Judas met bet kruisje binnen een parelcirkel
op de kz, vertôonen. Het omschrift a Mdt ■ thahs i
>$« WINS (deze letter -doorstreept) HSM. ■ ■ ' ß »rüfei > '•
Deze plaats ; thans Winsum geheeten j bèstond dus reeds in de éîfdë éeüw.
Wij namen de mnnt, diè 0,8 w. ! tveegt; oveh uit onze Munten van Friesland,
enz., Pl. VHI, N° 2.
N 9 heeft de zelfde afbeelding eu omséhrift als de vorige op de voorzijde.
Ook de type dei kz. ds de zelfde, <locli het omschrift-* : ; - ■ .
% g e r o i e v V r e 1 ; ’ '
d. i., volgeàs den Heer s t k a t in u h , Garreweer, volgens anderen Gafreïswéer,
mede, even als Selwerd en Winsum, in het tegen woordige gewest Groningen
gelegen. : .¿.uLmi, ue^iliaH ci: , b (jo sib , lodïblülac sab mobncu it
Wij namen de munt, die 0,8 w. weegt, over-uit onze Munten van Friesland,
enz., Pl. VIII, N° 4.
Dat de type van het Vorstelijk bofstbëeld op de vz. der zoo evfen besclirevëne
munten dat van Keizer Hendrik IV is, blijkt ten overvloede uit Be uu volgeiP
de muhten. ¡/si * ■ m . cjvt b ¡fl lov i ®H
N?*‘10 heeft namelijk rondom het gemelde eh face-geplàatste beélJ:!:hét-
omschrift:
' * HENRÏCVS RE
ten bewijze dat de munt tusschen de jaren 1056 en 1084 geslagen is, in weik
laatste Hendrik; geEjk wij boven W. '268 zagen ,J eferst'te-RtÂnê dodrÜeh'tè^èn-
Pans Clemens als Keizer gekroond is geworden.
Op de kz. ziet men de beeldtenis en profil van den Utrechtschen Bîssdhop1
Willem van Pont, die den Stichtschen zetel van 1054—1076:bekÎëéd heeft eh
wiens verschillende munten wij afbeehklen e»; besehreven in onze Munten der
Bisschoppen, van de Heerlijkheid en de Stàd UtreéM (Éàaflein'185®)?""De
Bisschop is kenbaar aan zijn geschoren kruin en aan den kromstaf,' die zieh
voor, hem^ bevindt, ó * Het omschrift is:
* VVILH(EL)MVS.
Men ziet, deze munten vergelijkende met de door Egbert in de Friesche
Gouwen geslagene, dat de leenband al losser en losseri werd. Wel plaatste deze
’sKonings beeldtenis nog op de muht, maar omgevén door des leennjans naam.
Bissohop-iWillem durfde zoo : ver niet „te gaan.hmaar etelde’ ,’sKeizers naam om
diensc beeldtenis op de vz., doch zijne eigene beeldtenis op de kz. Later, na
Bisschop Koenraad, bij het nog,losser worden van den leenband, komeu noch
’sKeizers beeldtenis, noch diens naam-, ihet uitzohdering van eenige weinige te
Maastricht en te ,Nijmegen geslagene: stukje's; niet meer op de munten voor.
Z. Weegt 0,8 w. en bevindt:zieh, onder anderen, in het Munt- en Penning-
k.abinet der Leidsche Hoogeschool. - , „ -
N° 11, van weinig versohillenden Stempe l-op; de vz. , heeft hetzelfde omschrift
als de N° 10 op die vz.
De kz. wijst het verschil aan , dat thans'vóór den kromstaf des Bissehops
een kruisje gessien wordt. Het omschrift is: J ¡ .
: : v v i l i lELNivs. f o í % tm k
Meh zal opk i reeds op de Nç 10 opgemerkt hebben, '.dat de letter L als I
gegraveerd is geworden. Jtít MR i i! . . i
Overgenomen uit onze Munten der Bissehoppen, enz. van Utrecht , PI. I l l , N* 4.
N° 12 lis.,' wat dei vz. betreft, slechts zeer liittel in type' van de’ N° 10 en 11
verschillende, doch op de kz. is thans hét krüisjecniët vóór den kromstaf, maar
achter hèt borstbeeld des Bisséhopaigepíááfsf, Het omschrift is weder:
* VVILHELN1VS.
Ontleend aan onze Munten der Bisschoppen, enz. van Utrecht, Pl. H Í , N° 8.
■ N° 13 „ welks voorzijde weder geen verschil aanwijst,; heeft op tíe- kz, achter
het Bisschoppelijke „borstbeeld een krnisje'gevoegd aan de letter omega, vôrmende
alzoo bét door de Franschen genaainde croie; chrismée. Tháns isóhet omsohrift
gespeld:
* WILHELMIVS.
Ontleend als voren, Pl. I l l , N° 7 of 8.