
 
		Wanneer men  het  daarvoor houden  moet,  dat  de  graeht van Corbnlo gegraven  
 is  geworden  tusschen  Wijk  bij  Duurstede  en  Leksmonde,  en men  neemt  er  bij  
 in  aanmerking  dat  een  der Rijnarmen,  toen  die graebt  gegraven werd,  stroomde  
 längs  de  plaats waar  thans  bet  Slot  Duurstede  gelegen  is,  om  zicb  vervolgens  
 bij  den  Brittenburg  in  zee  te  ontlasten,  is  het  niet  te  ontkennen,  dat  de  boek  
 lands,  tegen welken  de  Bijn,  ten  gevolge  der  gedane  doorgraving",  zieh  in  twee  
 armen  verdeelde,  voor  de  Romeinen  een  zeer  geschikt  punt  ter  vestiging  van  
 eene  sterkte moet  hebben  opgeleverd,  daar  toch  een aan  die  plaats gebouwd Slot  
 bun  dienen  kon  ter  bestrijking  en  tot . bet  in  bedwang  houden  van  beide  de  
 Rijnarmen. 
 Maar indien men  al,  niettegenstaande  zoodanige  bewijzen,  den  Romeinschen  
 oorsprong  van  den  bürg  Dorestadus  in  twijfel  zoude willen  trekken,  blijkt  toch  
 ontegenzeggelijk  door  de  ligging  der  oude  grondslagen  van  deze  sterkte  onder  
 den  Lekdijk,  dat  de  verwoesting  van  dit  Slot  plaats  greep  voor  de  10*  eenw  
 onzer  jaartelling,  en  derhalve,  dat  het  vroeger  als  eene  belangrijke  sterkte  be-  
 staan  heeft;  volgens Heda  immers  is  de  Lek  bedijkt  geworden  onder  Bisschop  
 Hungerus,  d.  i.  van  bet  jaar  856  tot  866,  en. daarna  deze  later  vervallene wa-  
 terkeering  hemieuwd  door  Graaf  Floris  IV  omtrent  bet  jaar  1234. 
 Behalve  de  bewijzen,  welke  de  plaats  zelve  voor  de zeer  oude  stichting  en  
 belangrijkheid  van  den Burg Dorestadus oplevert,  blijkt ook door de gesebiedenis  
 van  het  bestaan  dezer  vesting  reeds  omtrent  het  einde  der  7“  eeuw,  wanneer  
 Pepijn  op  den  Frieschen  Koning  Radboud  bij  het  Castrum  Dorestadus  eene  
 overwinning  behaalde  (in  het  jaar  697). 
 Ook  door  een  aantal  diplomata  is  van  bet  aanwezen  van  Dorestadus  in  de  
 8e  eeuw  en  vervolgens  blijke;  terwijl  die  zelfde  staatsstukken ons die plaats doen  
 kennen  als  een  bürg,  aan  welken  een  zeker  district  ondergeschikt  was;  en  dus  
 als  de  hoofdplaats  van  een  der  vici  of villae,  waarin  de  pagi  hier  te  lande  ver-  
 deeld waren,  en  die  daarom  eene  villa,  soms  een  castrum,  en  in  de  Jaarboeken  
 een  vicus genoemd wordt.  Men  heeft  echter  in  het  oog  te  houden,  dat,  wanneer  
 er  in  de  oude  oorkonden  van  Dorestadus  wordt  melding  gemaakt,  men  
 door  de  benaming  van  het  eigenlijke  castrum  meestal  ook  te  verstaan  heeft  de  
 geheele  uitgestrektheid  van  het  grondgebied,  dat  onder  dit  castrum  behoorde. 
 Dorestadus  was  gelegen  in  een  boschrijk  oord;  in  deszelfs omtrek  vinden  wij  
 aan  de  rivier  de Eetn  verscheidene  wouden  en  wildemissen  opgenoemd,  welke  
 m  779  almede  aan  de  St.  Maartenskerk  van  Utrecht  geschonken  werden;  de  
 igging  van  den  Burg  bood  alzoo  het  genot  van  het jagtvermaak  aan,  en  gaf  
 denzelven  ook  te  dien  aanzien  het  eigendommelijke  der  villae  reoiaej   het  is  
 daarom  des  te  waarschijnlijker,  zoo  als  sommigen  hebben  opgeteekend,  dat  er  
 de  Fränkische  Vorsten  van  tijd  tot  tijd  verblijf  zullen  hebben  gehenden 
 W   r / T . T T c   iS  VM  geVOelen  dat  Dorestadus  tot  de  pagus  Flehite  be-  
 r  ee  (  ),  0c  van den  bergh  zegt  dat  het  geographisch  tot Niftarlake  
 gerekend moet  worden;  terwijl  het  in  de  rijksverdeeling  van  839  voorkomt  als  
 behoorende,  nevens  het  Hertogdom  Friesland  tot  aan  de  Maas,  Hamaland  en  
 de  Betuwe,  tot  het  aandeel  van  Lotharius  (2). 
 Dorestadus  is  eenmaal  eene  zeer  aanzienlijke  plaats  geweest,  en het is daarom  
 dat  de  beambten  der  Vorstelijke  kanselarij  en  de  Jaarboekschrijvers  de  1 ™   
 van  andere plaatsen  bepaaldelijk  hebben  pogen  aan  te  duiden  door  te  vermeiden  
 dat  zij  zieh  boven,  beneden,  of in 'de  nabijheid  van  het,  zoo  als  zij onderstellen  
 moesten,  algemeen  bekende  Dorestadus  bevonden. 
 Aan  de  nvierboorden,  op  het  grondgebied  van  dezen  Burg,  waren  de  verschilfende  
 rijkstollen  gevestigd. 
 Bit  den  aangehaalden  giftbrief  van  Karel  den  Grooten  van  719  blijkt,  dat  
 Duurstede  eene  njkshaven  geweest  is.  5 
 Verder  blijkt  het  dat  de  haven  van  Dorestadus  door  vreemde  koopvaarders  
 die  aldaar mt  zee  aankwamen,  is  bezocht  geworden.  Zij  vonden  er  Voor  hunne  
 schepen  onder  bescherming  des  Burgs,  eene  veilige  ligplaats.  Vermoedelijk  
 hebben  het  aankomen  der  zeevarenden  en  het  aanbrengen  hunner  koopwaren  in 
 i S S T I i   i  meer  611  m6er  Sanb°UWen  Van  ™  pakhuizen  in  de 
 nabijheid  des  Burgs  vemorzaakt,  en  zoo  zal eindelijk een aanzienlijk  v le k ontstaan 
 jn ,  dat in  de Jaarboeken eene markt of handelplaats (Emporium)  genoemd wordt 
 (1)  Aldaar  bl.  809. 
 (2)  t.  a.  p.  bl.  170.