
 
		Het  regts  gekeerde  hoofd  op  de  vz.  is,  naar  het  schijnt,  van  eenen  diadeem  
 voorzien;  de  harén  zijn  aangeduid  met  zulke  in  bolletjes  eindigende  kromme  
 strepen,'als  ons,  onder  anderen,  op  de N°°  1—17  zijn  voorgekomen.  Vóór het  
 hoofd  bevindt  zieh,  even  als  op  de  gouden  Fränkische  munten.,» een  kruisje _en  
 daarboven  drie  symmetrisch  geplaatste  bolletjes.  Hebben  deze  ook eenige Chris-  
 telijke  beteekenis?  Van  het  omschrift,  dat  ons  zoo »veel  opheldering  zoude  hebben  
 kunnen  verschaffen,  is,  helaas,  niets  leeshaar,  het  zij  door  flaauwe  afstempeling, 
   het  zij  door  besnoeijing,  het  zij  eindelijk  doordien  bet  schijfje metaal  
 te  klein  was  om  den  Stempel  gebeel  te  doen afdrukken. 
 Dit  zelfde  is  natuurlijk  ook  het  geval  op  de kz.,  waar  wij binnen  het cirkelrond, 
   uit  paarlen  zaamgesteld,  een  grooter  kruisje  dan  op  de  vz.  aanschouwen.  
 Boven  dat kruisje  ziet  men  een  regts  gekeerde,  ruw  afgebeelde vogel (eene duif?  
 de  Heilige  Geest  moetende  voorstellen?),  aan  de  eene  zijde  twee  cirkelronden,  
 aan  de  andere  één.  In  den  rand  een  kruisje,  daarnevens  drie  cirkelrondjes,  en 
 eindelijk  eenige  sporen  van  omschrift. 
 Z.  Werd  te  Domburg  gevonden;  bevindt  zieh  in  de  Verzameling  van  het  
 Zeeuwsch  Genootschap  en  werd  afgebeeld  doór macaró  in  zijne Eerste  Verhandeling, 
   PI.  H I,  49.  „ 
 N°  58  is  eene  dito munt,  met  regts  gekeerd  hoofd  op  de  vz. ,  waaraan echter  
 geen  uit  paarlen  zaamgestelde  diadeem,  maar wel,  naar  het schijnt,  een  aangehecht  
 kruisje  te  bespeuren  is.  Het  kruisje  en de  drie  bolletjes,  welke  zieh  vóór 
 het  hoofdje  op N°  57 vertoonen, ontbreken thans.  Ook het omschrift is onleesbaar. 
 Op  de  kz.  ziet  men,  als  op  die  van  N°  57,  een  kruisje  met  daarboven  geplaatst, 
   regts  gekeerd  vogeltje;  thans  echter zijn  er  slechts  twee  cirkelrondjes,  
 het  eene  ter  linker-  het  andere  ter  regterzijde  van  het  kruisje  te  zien,  alles  binnen  
 een  parelcirkel.  Het  omschrift  in  den  buitenrand  is  onleesbaar. 
 Z.  Van  Domburg;  bij  ’t  Zeeuwsch  Genootschap,  en  afgebeeld  door macaró 
 t.  a.  p.  op  PI.  I l l ,   N°  50. 
 N°  59,  een  dito muntje,  waarvan,  even  als  van  de  vorige,  de  naam  onzeker  
 is,  van  de  zelfde  hand,  wat  de  bewerking  betreft,  als  N°  57  en  58,  heeft  op  
 de’ vz.  thans  om  het  hoofd  een  dubbele  rij  van  paarlen,  waarschijnlijk  als  aan-  
 wijzing  van  den  hoofdwrongel  of  de  diadeem,  —  binnen  eèn  parelcirkeL  Vóór 
 het  hoofd  is,  als  op  N°  58,  niets  te  zien.  Het  omschrift,  in  ruwe  letters,  
 schijnt  naar  dat  op  eene  ’andere  munt,  en  wel  zeer  ruw  en  onduidelijk,  ge-  
 copiëerd  te  zijn. 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  weder  de  vogel  boven het kruis'  welk laatste tusschen  
 twee  cirkelrondjes  geplaatst  is,  boven  welks  regier  zieh  nog  een  klein  kruisje  
 vertoont.  Van  het  omschrift  schijnt  de  helft  slechts  afgestempeld  te  zijn  en  is  
 het  overige  voor  ons  Qnleesbaar. 
 Z.  Te Domburg  gevonden.  Berust  bij  ’t  Zeeuwsch  Genootschap  en  werd  afgebeeld  
 door  RETHAAN  MACARÓ  in  zijne  Eerste  Verhandeling,  PI.  I l l ,   N°  51.  
 Dusdanige  muntjes  vindt men  ook  afgebeeld  op  de  2e  Plaat  van  ruding  Annals  
 of  the  Coinage  o f  Great  Britain. 
 N°  60,  een  oogenschijnlijk  niet  weinig  besnoeid muntje,  heeft  op  de  vz.  een  
 regts  gekeerd  hoofd  met  diadeein  binnen  eenen  den  rand  der munt thans uitma-  
 kenden  parelcirkel.  Onder  het  hoofd  bevindt  zieh  eene  figuur,  die  naar  de  
 letter  S  gelijkt. 
 Op  de  kz.  ziet  men  een  kruisje  van  anderen  vorm  (thans  een  Karolingisch)  
 als  op  de  drie  laatstvorige munten.  Boven  het  kruisje  een  vogel,  en  aan  des-  
 zelfs  drie  overige  zijden  drie  cirkelrondjes.  Het  een  en  ander  weder  binnen  
 een  parelrand. 
 Z.  Weegt  1,1  w.;  werd  indertijd  in  Friesland  gevonden  en  bevindt  zieh  in  
 de  Verzameling  van  den  Heer  b lo em b e r g e n   santór  te  Leeuwarden.  Nadat  
 wij  het  reeds  voor  dit  ons  \yerk  bij  voorraad  geteekend  hadden,  is  het  uitgege-  
 ven  door  Mr.  j.  d ir k s   in  de  Vrije  Fries. 
 Al  de  volgende muntjes,  N“  61  tot  en  met  84,  zijn,  om  zulks  maar  in  eens  ‘  
 te  vermelden,  gevonden  te  Domburg,  bevinden  zieh  alle  in  de Verzameling van  
 het  Zeeuwsch  Genootschap  der  Wetenschappen  te ; Middelburg  en  zijn  vroeger  
 bekend  gemaakt  door wijlen  den  Heer  r e t h a a n   m aca ró.  Wij  zullen  deze  ver-  
 melding  dan  als  voldoende  beschoüwen  en  alleen  na  de  beschrijving  van  ieder  
 hunner  opgeven  waar  de  afbeelding  bij  macaró  te  vinden  is. 
 N°  61,  sjecht bewaard,  heeft  op  de vz,  een  regts  gekeerd  hoofd  met  diadeem.  
 Op  de  kz.  een  kruisje  met  daarboven  geplaatste  zeer  ruwe  afbeelding  van  eeh  
 regts  gekeerden  vogel  (?) ;  verder  twee  cirkelrondjes  aan de  zijden van het kruis ; 
 7