
 
		Karel  de  Groote,  na  de  volledige  overwinning  van  het, land,  met  zorg  liet  ver-  
 zamelen  en; waaraa*  hij  de  kracht  van  zijn  gezagibijzette.  Onze, triens  geeft ons  
 dan  eene  nienwe  zaak  aan  de hand,  namelijk  den  naam  van  eonvolk, geplaatst  
 op  eene munt,  dadelijk  in  het Merovingische  tijdvak,  iets wat nog nimmer voor-  
 gekomen  is;  maar  deze  zaak  zal minder  buitengewoon sehijnen , wanneer men de  
 zoo,even  bijgebragte  voorbeelden  in  aanmerkmg  neemt.  Men  hegrijpt  toch  dat,  
 indien  eenvoudige  landstreken  zieh  geregtigd meenden  om  hare  namen  op  hare  
 geldstukken  te  plaatsen,  een  geheel  volk  nog  zoo  yeçl  te  ineer  even  zoo  heeft  
 mögen  handelen. 
 De  naam  AVDVLEVS  komt  voor  bij  het  woord • FRISIA ;, dezen  naam  wil  
 d u c h a b a is   gelijk  stellen  met  Ataulf of Astaulf; welken  naam,,de  opvolger  van  
 Alarik,  Koning,  der  Westgothen,  droeg,  en  met  het  Duitsche  Adolf  overeen-  
 brengen. 
 Wij meenen,  naar  aanleiding  van  de  regelen  der  woordafleiding  in  Duitsche  
 eigennamen,  hiertegen  te  moeten protestaren.  De naam komt  op onderscheidene  
 plaatsen  voor,  die  vermeld,worden,in  Dr.  E.  epsstemannís  Altdeutsches Namenbuch, 
   2? Lieferung-,  Nordhausen  1854.  Andujfus  is  epn  oud-Duitsche(naam,  
 zaamgesteld  uit-de, substantiven  aud possessio,,  opes,  of, ppk  wel  desertum, of het  
 adjectivum  aud  facilis;  verder  uit  het  substantivum  u lf,  wolf;  het  zoude  dus  
 waarschijnlijk  beteekenen :  wolf uit de waestijn.  :  Audulfus  komt in  andere  talen  
 of dialecten  voor  (steeds  volgens  förstemann)  als Autulf , Autolf ,.Aodulf, Odulf,  
 Odolf,  Otulf -,  Ottulf,  Otolf ,  Otholf,  Hotolf.  ;  Angel-Saksisch  Eadvulf, Eadulf.  
 (Mededeeling  van  Dr.  b.  a,  te   winkeb.) 
 D u c h a b a is   zegt  dat  Audulfus  in  het  latere  Fransche  Audoul  is   overgegaan. 
 De Merovingische  munten  dragen ,  gewoonlijk  de  namen  van  Muntmeesters,  
 maar men  vindt  er  ook Koninklijke  namen, op ,  benevens die van de majpresdpmi  
 (maires  du palais) ,  alsmede  van  Opperhoofden  van  Abdijen. 
 Audulfus moet  dus  of een  KoUing  of  een  Hertog  van  Friesland , of een Munt-  
 meester  geweest  zijn;  want  het  zoude-ongerijmd  wezpn  om  hem  als  een  major-  
 domus of als  een geestelijk  opperhoofd  te  beschoüwen,  daar  dit sjeqht zoude passen 
 » bij  het  opschrift  der  keerz. :  VIC'i'VRIA  AVDVLFO. 
 Een  Muntmeester  was  een  bediende  der  schatkist,,  Zijne, werkzaamheden 
 bestanden  in  het  vervaardigen  van  het  geld,  in  het  controleren  van  het  gouden  
 en  zilveren  nmntmateriaal en  in  het  vergezellen van den ambtenaar,  diedeschat-  
 tingen  inde,  gelijk  zulks  door  Sint  Ouen  getuigd  wordt  in  het  leven  van  Sint  
 Eligius;  in  een  woord,  hij  was  een  verantwoordelijk  ambtenaar.  Hij  stelde  zij-  
 nen  naam  op  de  geldstukken  om  hun  goed  gehalte  te  waarborgen,: terwijl ’s Ko-  
 nings  naam,  waar  die  op  munten  uit  dezen  tijd  gevonden  wordt,  daarop  alleen  
 eershalve J voorkomt. 
 De  stukken,  die  den  naam  eens  Konings  dragen ,  zijn gemakkelijk  te  onder-  
 sçheiden  van  die waarop  men Muntmeestersnamen  leest,  en wel door de uitdruk-  
 king  der titels,  die  op  de  namen  volgen ;  dan  eens  vindt men  alleen  het  woord  
 REX;  dan  weder worden  een  loftitel met, den  wezenlijken  titel op dezelfde stukken  
 vereenigd.  Om  b.  v.  slechts  twee  munten  bij  te  brengen,  vermelden  wij  
 aureussen  van  Theodebert  en  trientes  van Clotarius I I ,  te Marseille geslagen.  Op  
 de  eerste  leest men ter regterzijde :  D. N.  THEODEBERTVS VICTOR;  rondoni  
 een  borstbeeld,  dat  op  de  Romeinsche wijze  aangekleed-is  en  dat  zekerlijk  be-  
 stemd  is  om  ’s Konings  beeid  en  niet  dat  des  Keizers  voor  te  stellen,  zoo  als  
 eenige  muatkundigen  gemeend  hebben  uit  hpofde  van  de, groote  gelijkenis  die  
 men  aantreft; tusschen  de  eerste Merovingische munten  en de Romeinsche uit het  
 lautste  tijdvak.  Op  de  tweede  treft men  aan  CLOTHARIVS REY  aan  de  regterzijde, 
   rondom ,een  borstbeeld  en profil,  en  VICTVRIA  CLOTHARH  op  de  
 keerzijde,  bij  een  als  op  trappen  geplaatst  kruis  met  een wereldbol.  Indien  
 Theodebert  zieh  met  den  titel  van  de  overv:i?inaar  versiert,  en  indien  de  Mar-  
 seillaansche  Muntmeester,  op  de  trientes  van  Clotarius  I I ,  de  roemrijke  daden  
 van  dezen Vorst,  door  het  bezigen  van  eene  dergelijke  uitdrukking,  prijst;  in-  
 dien  wij  vorder  de  oogen  op  Italic  slaan  en  de  bronzen munten van de Köningen  
 der  Oostgpthen. beschoüwen,  die  ongeveer,  in  den  zelfden  tijd  vervaardigd' zijn,  
 vinden  wij  daarop  opschriften  van  de zelfde; soort,  als  b. v.  die  van  VICTVRIA  
 PRÏNCIPVM  pn  van  ELVREAS  SEMPER;  het  is  ons  immers  daaiom  geoor-  
 loofd; den  Audulfus  uit  Friesland  te  beschoüwen  als  een  barbaarschen Vorst,  tot  
 wiens  eer  zijne  pnderdanen  wenschen  uitboezemen,  en  niet  als  een  eenvpudigen  
 Muntmeester?  De  uitroep  Victoria  Audulfo  regi  of dud  is  geheel  natuurlijk  en  
 volkomen  in  dei), geest  van  de  6e  en  7e  eeuwen,  terwijl  de  andere,  Victoria