afgestempeld is geworden ,• heeft dezelfde typen als de vorige, doch de bewer-
king is veel ruwer. Zoo. is de Rijksappel thans als eene liggende halve maan
afgebeeld. Van het buitengemeen verhaspelde omschrift zijn alleen de volgende
letters herkenbaar : ' ! 1
OIItQTVIIIHAVPPAVI."
Op de kz. :
. VICTORI \D7i )0 " 1 : ;
In de afsnede:.
, CO.......
Men ziet aan onze af beelding dat het muntplaatje thans iets grooter dan de
vorige munten is ; doch het stuk is eenigzins dünner. Van daar dan dat, niet-
tegenstaande de grootere oppervlakte, het gewigt sleçhtsi 2,9 w.yis.-/ /
Op Pl. XXIII deelen wij onder N° 1 de afbeeldihg: mede van een triens
solidi (derde deel van den solidas), doór de Fransehon tiers de sol d’or gehee-
ten. .Volgenshet omschrift .zouden wij meenen dat eene munt.van Justinianus
tot-voprbeeld godiend hcbbe, doch een dergelijke wordt ons door s a b a t ik r in
zijne;iMotmoyes Byzantines.niet medegedeeld. : Deze geeft isleohts iééñ triens, en
wel met van de onze verschilfende type van. vbor-. en keerzijde. Het borstbeeld
onzer tegenwoordige munt is. lang en smal en heeft op de borst een kruis. In
het omschrift onderscheiden: wij : • ui i
1) N IVSNTIINS P P AVG.
Op de kz. vertoont ziebifiene. snel ,naar dfi jegterzijdeigaande Vdctorie met eene
krans in de regter- en eene onzekere figüiir rin de linkerhand. Omschrift:
VICTORIA VCTSTOR.
In de afsnede Staat ¡ CONOR. r
Weegt 1,3 w. (1).
De onder N° 2 afgebeelde munt, mede een triens, heeft op de vz. het gewone
regts gekeerde borstbeeld van Keizer Justinianus. Omschrift: :
(1) Een piers de sol dor van deze type komt voor als m.unt.der Burgundiërs in den
Jaargang 1848 der Revue de la Numismatique Française, PI. V III, N° 11. ïn den Jaar-
gang 1858 vinden wij op PlrXVI onder’N0 '18, âïs innnt'dér eerste Meróvingische' Köningen,
eene ditô nîùnt. ' Allëen is -het. omschrift'eeriigziïlS'enders.. / \ : "
OHIVSTIHV HVSPPAVC.
Op - de kz. ziet men een links gekeerde, staande Victorie, met eene vitta in
de regter- en een kruis in de linkerhand, van zeer ruwe bewerking. Van nog ruwer
bewerking, gepaard met zeer flaauwe afstempeling, is het omschrift der kz.;
men zie de afbeelding op de Plaat,
Weegt 1,3 w.
N° 3 op onze PI. XXIII heeft, gelijk men ziet, op de vz. een Vorstelijk,
regts gekeerd, borstbeeld, ongeveer als op onze PI. I de N° 17 vertoont, waar
ook eene vitta of diadeem los achter het borstbeeld in het veld der munt gezien
wordt. Het omschrift luidt:
D N 1VSTIHI FI.
Maar hetgeen het merkwaardigst is, is dat er zieh vöör, tusschen het borstbeeld
en het omschrift, nog als een tweede opschrift, de letters TR vertoonen,
die duidelijk op de muntplaats Trier (in het Latijn Treveri) wijzen. En' dit
versterkt ons in onze meening dat alle deze tiers de sol uit het Triersche Munt-
huis afkomstig zijn.
Op de kz. ziet men eene links gaande Victorie, met vitta en kruis in de han-
den. Het omschrift is bij den aanvang onduidelijk. Wij meenen echter te lezen:
VICTORIA AVSTVFI
en in de afsnede in omgekeerde rigting:
CON
terwijl zieh tusschen de Vicforie en het omschrift in het veld der munt deletter
N en daarachter nog het spoor van eene kleinere letter vertoonen.
Weegt 1,3 w.
N° 4 , eene in type van de vorige weder afwijkende munt, heeft tot omschrift
op de vz.:
D N IVSTINV.
De Victorie op de kz. is uitermate ruw en van zeer barbaarsche gravure. Zij
draagt ook eene vitta en een kruis in -de handen. Van het omschrift is alleen
leesbaar:
. . . . ORI..-.. VST.
Weegt 1,3 w.