
 
		Op  de  vz.  van  N°  20  ziet  men  het Vorstelijke  borstbeeld  inet  diadeem  uaaf  
 de  regtër  zijde  gekeerd.  Omschrift: 
 ROVCIVNffi  
 van  voor  ons  onzekere  beteekenis. 
 Op  de  kz.  staat  een  kruis  op  een  bol  tusschen  het  afgedeelde woord  VIVA  
 binnen  een  parelcirkel. 
 Aan  het  omschrift  schijnen  eenige  letters  te  ontbreken.  Wij  zien ■ alleen : 
 IN • m  ■ IAV . . .  IAU 
 Weegt  1,25  w.  en  bevindt  zieh,  in  Friesland  gevonden,  in  de  Verzameliiig  
 van  het  Frieseh  Genootschap  voor  Geschied-,  Oudheid-  en  Taalkunde  te  Leeü-  
 warden. -  Met  vriendelijke  vergunning  teekenden Wij  het  reeds  voor  een  aantal  
 jaren af ten  behoeve  van  dit  ons  werk.  Later  werd  het  door Mr.  j.  dikks  uitge-  
 geven  in  de  "Revue  dé ' la  Numismatique  Belge. 
 11  Eene  dergelijke  munt  wordt  aan  Vienna  toegeschreven  in  het  werk,  getiteld:  
 les  Monétaires  Mérovingiens. 
 N°  21  heeft  op  de  vz.  een  naar  den  linkerkant  gekeerd  zeer  raw  Vorstelijk  
 borstbeeld,  met  een  zigzagsche  streep  of lijn  van  voor  ons  onbekende  beteekenis  
 voör  zieh.  Voor  dé  plaats  waar  de  mond  aangewezen zoude hebben nioeten zijn,  
 vertoonen  zieh  drie  bolletjes ;  voor  het  voorhoofd  eene  figuur  die  een  kriiisje  of  
 bloempje  zal  moeten  voorstellen.  Achter  het  hoofd,  beneden  de  bolletjes,  die  
 waarschijnlijk  den  Vorstelijken  diadeem  zullen  moeten  aanduiden,  vertoonèn  
 zieh  dé  letters : 
 EA 
 van  voor  ons  geheel  onzekere  beteekenis. 
 Op  de  kz.  ziet  men  weder  een  kruis,  doch  thans  zonder  bol,  tussehen  de  
 letters U  en  V  binnen  een  parelcirkel,  waarboven  zieh  eene  figuur  vertooht  die  
 eenige  gelijkenis  met  een  waldhoorn  heeft.  Ter  plaatse  van  het  omschrift  ziet  
 men  als  slangetjes  en  kleine figuurtjes,  een  cirkeltje  en twee kruisvormige bloem-  
 pjes,  en  zulks  in  de  plaats  van  een  omschrift. 
 Weegt  1,8  w.  en  bevindt  zieh,  in Friesland gevonden,  in de Verzameling  van  
 den  Heer  n.  bloembergen  santbe  te Leenwarden.  Wij teekenden het reeds voor  
 eenjge  jaren  af ten  behoeve  van  dit  ons werk.  Inmiddels  is het door Mr.  j. diêks 
 uitgegeven  in  de  Revue  de  la  Numismatique  Belge.  Wij  ’ontdekten  later  eene  
 andere  af beelding in   de  Monétaires• Mérovingiens,  PI.  28,  N°  9. 
 Eene ons later in  handen,gekomene,  in  type  niet  zeer  veel  verschillende,  triens  
 deelen  wij, mede  op  onze  Supplementplàat  XX  onder  N°  5. 
 Het  stukje  weegt  1,1  w.  en  bevindt  zieh  in  onze  Verzameling. 
 N°  22,  eene  dito  tiers  de  sol  ¿’or,  mede  van  ruwe  bewerking,  heeft  op  de  
 vz.  de  flaauwe  sporen  van  een  borstbeeld,  links  gekeerd,  met  diadeem.  Voor  
 en  achter  ziet  men  eenige  letters,  naar  ’t  schijht 
 TONEa 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  weder  het  gevoete  kruis  tusschen  de  twee  letters  V  
 en  U  op  een  bol;  alles  binnen  een  parelkrans,  rondom  welken  het  opschrift: 
 ONTTWEVN  * 
 Weegt  1,8  w.  en  werd  ten  jare  1845  te  Ophemert  in  Gelderland  gevonden.  
 Het  bevindt  zieh-  in  onze  Verzameling. 
 Hoe  vele  dergelijke  stukjes  zullen  wel  niet,  even  aïs  d it,  van  tijd  tot  tijd uit  
 den  vaderlandsohen  grond  te  voorschijn  zijn  gekomen  en,  onbarmhartig  voor  de  
 wetenschap,  in  den  smeltkroes  geworpen  zijn.  Waren  ze  alle  bewaard  geworden  
 en  onderling  door  deskundigen  vergeleken,  zoude  soms  eenig  licht  hebben knn-  
 nen  opgaan  over  de  juiste  herkomst  en  de  vervaardigers  dezer  munten.  Het  
 blijkt  uit  het  vinden ,  nog  in  onze  dagen,  van  zoo  vele  verschillende exemplaren  
 dezer  Fränkische muntsoort,  dat  het  numerair  in  de  6e,  7e  en  8e  eeuwen  in  dit  
 land  toch  niet  gering  in  aantal  zal  geweest  zijn. 
 N°  23 ,  weder  een  tiers  de  sol,  als  uit  de  zelfde  muntmeesterswerkplaats  als  
 de  beide  vorige  te  voorschijn  gebragt,  heeft  op  voor-  en  keerzijdé“ de  zelfde type  
 van  borstbeeld  en  gevoet  kruis  op  een  bolletje  binnen  een  parelkrans.  V6or  het  
 voorhôofd  van  ’t  borstbeeld  bevindt  zieh  een  kruisje  en  verder  de  letters  N E ;   
 achter  het  borstbeeld  ziet  men  een  bloempje.  Op  de  kz.  twee  bloempjes  in  het  
 omschrift,  welks  aanvang  schijnt  gezocht  te  moeten  worden  bij : 
 N V   VOE. 
 Waarschijnlijk  heeft  de  graveur  ze mjiar  achteloos  ingesneden ,  zonder  aan  iets  
 anders  daarbij  te  denken  dan  om  slechts  eenige  letterteekens,  onverschillig  
 welke,  in  den  rand  der  munt  te  plaatsen. 
 3 
 «