
 
		en  erfenissen  aan  hunne  eigenaars  teruggegeven,  de wettig gekozene Bisschoppen  
 in  hun Bisdom  hersteld,  en  wederzijdsche gijzelaars  en  gevangenen ontslagen en  
 losgelaten  zouden worden.  Ten  opzigte  der  Investitmr  wilden  de  onpartijdige  
 Vorsten  den  strijd  in  diervoege  trachten  bij  te_ leggen,  ais  de  waardigheid  des  
 Rijks  het  eisohte, welks  aanzien, ais van de eerste der Christenheid, hun waarlijk  
 aan  het  hart  lag. 
 Toen  deze  Rijksvrede  aan  Paus Calixtas  geboodschapt was  en  er  aanstalten  
 tot  den  vrede met  de Kerk gemaakt  werden,  zond  hij  een  schrijven  aan Keizer  
 Hendrik, -dat  van  groote matiging  getuigt.  » De  Kerk  wil  zieh  niets  van  uwe  
 geregtigheden  aanmatigen,»  schreef  hij;  nlaat  los, wat  niet  tot  uw  ambt  be-  
 hoort,  opdat  gij  het  des  te  waardiger  zoudt  kunnen  bekleeden.  De  Kerk  ver-  
 krijge wat  Christus  toekomt,  de Keizer wat hem  behoort.  leder deel vergenoege  
 zieh met  zijn  ambt, waardoor  zij,  die  jegens  alien  regtvaardig  zijn moeten, niet  
 jegens  elkander  uit  ijverzucht  onregt  plegen.  Daardoor  zult  gij  u  als  ware Ko-  
 ning  en  Keizer  aan  ons  en  de  geheele  Kerk  in  liefde  verbinden  en  den  zegen  
 van  God  verwerven.// 
 Op  den  8  October  1122 werd  eene  groote  Kerkvergadering  te Mentz  bijeen-  
 geroepen;  er  verscheen met  den Keizer  eene menigte  van  geestelijke  en wereld-  
 lijke Vorsten,  en  de  vrede  tusschen  Rijk  en Kerk  kwa'm  op  de  volgende  voor-  
 waarden  tot  stand,  die  in  de Keizerlijke  en  Pauselijke  oorkonden  opgeteld  zijn.  
 De  Keizerlijke  luidde,  wat  het  voornaamste  betreft ,  aldus: 
 »ln  den  naam  der  Heilige  en  ondeelbare  Drieeenheid.  Ik Hendrik,  door  
 Gods genade Roomsch Keizer-,  doe  afstand  uit  liefde  voor God,  voor de Heilige  
 Roomsche Kerk  en  voor  den  Heer  Paus  Calixtas, alsmede tot losgeld voor mijne  
 ziel,  aan  God  en  zijne  Heilige  Apostelen  Paulus  en  Petrus,  even  als  aan  de  
 Heilige Roomsehe Kerk,  van  alle Investitmr met ring en staf, en stem toe, dat in  
 alle  kerken  van  mijn  Rijk  de  kanonieke  keuze  en  wijding  vrijelijk  gesphiéde.  
 De bezittingen  en  regalien  van  den  Heiligen  Petrus,  die  ten  tijde  der  twisten  
 onder mijnen  vader  en mij  weggenomen  zijn, wil  ik,  voor  zoo  verre  ik  ze  nog  
 bezit,  aan  de Roomsche  Kerk  teruggeven;  doch  die  welke  ik  niet heb, tot dier  
 teruggave  wil  ik  getrouw  behulpzaam  zijn.  Ook  de  bezittingen  der  ovexige  
 kerken wil  ik,  naar  den  raad  der  Vorsten,  volgens  het  regt,  teruggeven.  En 
 ik  verleen . aan ,  den  Heer,Paus, Calixtus,  en  aan  de Heilige Roomsche  Kerk,  
 gelij-k  aan. allen;  die- aan  hare  zijde  staan  of gestaan  hebben;  een  waren  vrede,  
 en  wil  de Roomsche) Kerk  getrouw rhelpen  en  aan  hare  klagten  voldoening  ge-  
 ven.  Dit  alles,isebeslöterirniet  den  raäd  en  de  töestemming  der  Vorsten,  wier  
 nainen  hieronder  voorkomen.«  Hierop  volgden  de  namen  van  16  geestelijke en  
 wereldlijke Vorsten;en  ten  laatste  de  bevestiging  van  den Aartsbisschop  Pre-  
 derik  van  Keulen  ¡als  Aartskanselier. 
 De  oorkonde  des  Pausen,  luidde,: aldus:| 
 v/Jk  Calixtus, ¡dienstknecht  der dienstknechten Gods, ¡Verleen (ofbeVestig) aan  
 mijnen  geliefderi  zoon  Hendrik,  door  Gbds  genade  Roomsch-Keizer,  dat  de  
 keuzen  der  Bisschoppen  en  Abten  des  Rijks  in  uwe  tegenwoordigheid,  echter  
 zonder  Simonie  en  gewelddadigheid,  plaats  hebben,  en  dat  gij,  wanneer  onder  
 de  partijen eenige  oneenigheden, mogten  ontstaan ,  volgens  den  raad  en  het oor-  
 deel  der Metropolitanen  en  der  Bisschoppen  van  de  Provincie,  aan  het beste  
 deel  hulp  en,bijstand  zult geven.  De gekozene  zal  door  u ,  door  het  overreiken  
 des  sehepters,  de  regalien  (Vorstelijke  regten)  verkrijgen, met  uitzondering van  
 die,  welke,  als  aan  de Roomsche Kerk toekomende,  erkend  worden,  en  hij  zal  
 aan ,u1 schuldig  zijn,: wat  hij  volgens  deze  vefschuldigd  is.  In  andere  deelen van  
 het Rijk  (Italie)  zal A&gewijde  binnen  zes: maanden  de regalien door den schepter  
 verkrijgen.  Ik wil  u  allen  pligtmatigen  bijstand  verleenen;  en geef u  en  allen,  
 die  met  u:zijn,  eenen  waren 'Vrede.»:)  De, oorkonde ¡werd  door, den  Pauseüjken  
 Legaafe,) den Kardinaal, en  Bisschöp. Eambert  van  Ostia,  opgemaakt,  eh, daärna  
 werdennde ii beide  oorkonden  op  den  28  September  te Worms: plegtig  overgege-  
 ven.,  ten  gevolge  waarvan  dit  verdrag  den  naam  van  Cöncordactt  van  Worms  
 verkregen  heeft.  Op  de  uitgestrekte  vlakte  bij  deze  stad,  in, den  omtrekvan den  
 Rijn,  waär  eene  ontelbpre menigte  volks  verzameld was,  werden  de  oorkonden  
 openlijk  voorgelezen.  De  vergaderde menigte  dankte  en  loofde God,  de Pauselijke, 
  Begaat  vierde  de  godsdienstige  plegtigheid,  en gafiden Keizer u it’s Pausen  
 naam  den  vredekus,  door  welken  hij  met  alle  zijne  aanhangers  weder .in  den  
 schoot  der Kerk  opgenomen werd.  De  vreugde was  zoo  algemeen,  dat men  in  
 openbare*  stukken,,  van  dit  jaar,  als  van  een  nieuw  jaar  van  geluk,  begon: te  
 dagteekenen.  Hendrik zond een gezantschap naar den Paus, met rijke geschenken, 
 39