
 
		N°  11,  eene  dito  munt  van  afwijkenden  Stempel,  heeft  thans  tot  omschrift  
 op  de  vz.: 
 lOTAnVS . PEIAT. 
 Men  ziet  hoe  ruw  behandeld;  waarschijnlijk  door  eenen  zeer  onkundigen  
 stempelsnijder  vervaardigd. 
 Het  omschrift  der  kz.  luidt: 
 DORESTATVS  MOI. 
 De  door "afslijting  zeer  dünne  munt,  die  zieh mede  in  het  Kabinet  van  het  
 Friesch  Genootschap  bevindt,  weegt  thans  slechts  1,1  w. 
 N"  12  heeft  rondom  het Karolingische  kruis  op  de  vz.: 
 ►I-.  IOTAPIVS  i p ie ir a t . 
 Het  laatste  voor  Imperator. 
 Op  de  kz.  staat  rondom  het  Christenkerkje: 
 DORESTATVS, MON. 
 De  munt,  te  Wijk  bij  Duurstede  opgegraven  en  zieh  in  onze Verzameling  
 bevindende,  weegt  1,45  w.  . 
 Door  eenen  bekwamen  Essayeur  is  ons  opgegeven,  dat  het  stukje,  dat  
 van  een  zeer  laag  gehalte  is,  geen  grooteren  zilverinhoud  heeft  dan  van 
 »  160  Äa   25011/ 000 ; 
 Het  omschrift  der  vz.  van  N°  13  is: 
 IOTANVS  1PE1RAT 
 dat  der  kz.  weder: 
 DORESTATVS  MON. 
 De munt,  die  1,6 w. weegt,  bevindt  zieh in het Kon. Kabinet te ’sGravenhage.  
 N°  14  heeft  rondom  de  vz.: 
 *   I01AIIVS  IPINEIaT  
 terwijl  het  omschrift  rondom  de  kz.  niet  afwijkt  van  dat  op  de  laatst  beschre-  
 vene  munten. 
 Z.  Weegt  1,45  w.  en werd  door  ons  vroeger  geteekend,  terwijl wij  verzuim-  
 den  daarbij'te  voegen  in welke Verzameling  zieh  het  stukje  bevindt. 
 N°  15  heeft  het  omschrift  op  de  vz.  in  omgekeerde  rigtin’g  geplaatst,  terwijl  
 dat  op  de  kz.  zieh  juist  gegraveerd  bevindt.  Wij  gissen  daarom  dat  de  Stempels 
 van  voor-  en  keerzijden  door  twee  verschillende  stempelsnijders  vervaardigd  zullen  
 zijn  geworden.  Op  de  vz.  Staat: 
 >5«  TATIHIPIS  VMV ., 01. 
 Z.  Werd  in  1842  onder  de  fundamenten  van  een huis  te Gouda gevondenen  
 ons  indertijd  in  teekening  door wijlen  den  Heer  van  dijk,  een  kundig Verza-  
 melaar,  voornamelijk  van  legpenningen,  te  Sehiedam,  medegedeeld. 
 N?  16  heeft weder  rondom  de  vz.  het  opschrift: 
 *   IOTAlIVS  1PNEIRAT  
 terwijl  dat  der  kz.  wederom  luidt: 
 DORESTATVS  MON. 
 Z.  Weegt  1,3  w. ,  werd  te  Wijk  bij  Duurstede  gevonden  en  bevindt  zieh  in  
 het Munt-  en  Penningkabinet  der  Leidsehe  Hoogesehool. 
 N°  17  heeft  rondom  het Karolingische  kruis  op  de  vz.: 
 IOTAMVS  IPEERaT  
 terwijl  het  omschrift  op  de kz.  geen  ander verschil oplevert dan dat er geen dwars-  
 streepje  voorkomt  in  de  laatste letter  van  het woord MON  (Moneta, Munthuis). 
 Z.  Bevindt  zieh  in  het  Kabinet  der Leidsche Hoogesehool,  weegt  1,55  w. en  
 werd  indertijd  te  Wijk  bij  Duurstede  gevonden. 
 N°  18,  eindelijk,  want  wij  hebben  reeds  genoeg  varieteiten  van  deze  munt-  
 soort medegedeeld,  heeft  rondom  de  vz. 
 *   IOTAMVS  IPNEIRAT. 
 Ook  op  de  kz.  van  dezen  denarius  ontbreekt  het  dwarsstreepje  in  het  woord  
 MON. 
 Weegt  1,5  w.  en  bevindt  zieh  in  de Verzameling van het Priesch Genootschap. 
 Na  den  dood  van Lotharius  ging  de  regering dezer  landen over op zijne zonen  
 Lotharius  II  (855—869),  die  over  het  noordelijke  deel  zijns  vaders,  dat  onder  
 hem  den  naam  van  Lotharingen  droeg,  regeerde.  Wij  kunnen  zijne munten,  
 bijaldien  hij  er  al  heeft  laten  vervaardigen,  niet  van  die  van  zijnen  vader on-  
 derscheiden.  Van  Lodewijk  II,  die van  855  tot  875  het bestuur  in  handen had  
 in  Italie,  hebben  wij  misschien  eene  munt  uit  vroeger  tijd, want in 842 hadden  
 Lodewijk  en  zijn  broeder Karel,  om  aan  de  geweldenarijen  van  Lotharius  perk  
 te  stellen,  zieh  te  zamen  . verbonden,  en  na  het  leveren  van  twee  bloedige