
 
		veroverden  daar  vele  landen, ja  zij  kwamen  zelfs  tot  in  Silezié, waar zij  Breslau  
 verbrandden.  Een  vreeselijke  slag  in  de  omstreken  van  Liegnitz  stuitte  hen  
 echter  ten jare  1241  in  hunnen  verderen togt.  Hendrik  de Vróome’s heldendoód  
 en  die  van  duizenden  zijner  dappei^en  redde westelijk Europa  uit  de  handen  der  
 barbaren,  wier kracht  van  nu  af gebroken  was.  Hongarije  bleef echter een  tijd-  
 lang  nog  in  hunne magt,  Rusland  zelf nog  200 jaren.  Voor Silezié en Hongarije  
 hadden  de  in vallen  der Mongolen  die  uitkomst,  dat  na hun  vertrek de verwoeste  
 landerijen  voor  een  deel''door  Duitsche  volkplanters bezet  werden.  Van.dezén  
 tijd  af  werd  Beneden-Silezié  meer  een  Duitsch  dan  een  Slavisch  land. 
 In. 1247,  terwijl Erederik zieh steeds in Italie  met  de zaken van dat landbezig  
 hield en in altijddurénden strijd met den Paus en diens magtige partij bevond, werd  
 in  Duitschland,  op  aanstoken  van  den  Paus,  door  de  Aartabisscböppen  en  Bisschoppen  
 aan  den  Rijn,  in  vereeniging  met  Hertog  Hendrik  van  Braband,  te  
 Nuis,  in  de  nabijheid  van  Dusseldorp, -diens  neef,  de  jeugdige Graaf Willem  
 van  Holland,  tot Roomsch-Koning  gekozen.  Vroeger waren  door  den Paus: voor  
 die waardigheid  aanbevolen  geworden Graaf Hendrik  van  Gelre,  Graaf Richard  
 van  Cornwallisen  ook  Hertog Hendrik  van Braband zelf, maar zij hadden  allen  
 geweigerd  zieh  voor  die  benoeming  beschikbaar  te  stellen. 
 De  jeugdige,  slechts  twintigjarige,  Willem  van  Holland,  een  jónginan wan  
 overigens  uitstekende  hoedanigheden,  liet  zieh  door  den  glans  der  aangebodene  
 Koningskroon  verblinden.  Maar  hij,  die,  volgens  aloud  gebruik,  nu  aan¡.het  
 hoofd  der Duitsche  Ridderschap  moest  komeu , bezat  zelf de Riddeflijke waardigheid  
 nog  niet.  Hij  was  slechts  knaap.  Van  daar,  dat.ieerst.!de  feestelijke  pleg-  
 tigheid  van  den  Ridderslag  moest  plaats  hebben,  Nadat  zulks  geschied  was.,  
 trok  de  vergadering  na  drie  dagen  naar  Aken  op,  om  er  tot  de  krooning  over  
 te  gaan.  Doch  deze  stad  bleef Keizer  Erederik  getrouw  en  sloot  hare  poorten.  
 Daarop  volgde  een  hardnekkig  beleg.  De  Paus  zond  eene sonr ían  20,000 mark  
 zilver  om  de  onkosten  goed  te maken,  en  zijn jLegaat  Capoci.us i predikte  plegtig  
 het'kruis  in Duitschland  en  de Niederlanden  tot ondersteuning van Willem, met  
 de  verklaring  dat  zij,  die  het  ongehoorzame  Aken  hielpen  ten  onderbrengen,  
 van  den  togt  naar  Jeruzalem  of Kairo  vrij  zouden  zijn.  Zoo kwam dan  eindelijk  
 een  voldoend  leger  bijeen,  en  het  gelukte  Willem,  na  ongehoorde  inspanning, 
 op  den  18  October  1248 Aken  binnen  te  trekken  en  zieh  daar  met  eene  zilve-  
 ren kroön  (den gouden. hadden  de Hohenstaufen  in  bezit)  te, doen  kroonen.  De  
 meerderheid  der  Duitsche.  Vorsten  hield  het  echter  steeds met  ’sKeizers  zoon,  
 KoningsKoenraad,  en  de woelingen  der  beide  partijen  waren  oorzaak  dat  de.  
 verwairing  in  Duitschland,  benevens  de  daarmede  gepaard gaande  eilende,  ten 
 tO p   Steeg. ’ 1  s 
 In deze  dagen  vereenigde  zieh  de  geheele  haat  der  partij  van Rome tegen het  
 Hüis  der Hohenstaufen.  Het  moest met  wortel  en  tak  uitgeroeid  worden!  De  
 bedelmonnikeni,  die¡ overal ¡ haat  legen  dat  Huis  predikten,  verleenden  daarbij  
 uitstekende-diensten.  Ook  doorreisden Pauselijke afgevaardigden het Sicüiaansche  
 Koningrijk  oin  dat-tegen  zijnen  wettigen Vorst  op  te  zetten  en  tot  de Pauselijke  
 partij  over  te  halen.  .  De  haat  van  den  Heiligen Vader  tegen  de  Hohenstaufen  
 kende  geene  grenzen.  Om  aan  de  noodige  gelden,  tot  het  voeren  van  den oor-  
 log  benöodigd,  te. komen  werden  in  Duitschland  geene. middeien  onbeproefd  
 gelaten>.  ¡Dé  pogingen1 om  de  tegen-Koningen  Hendrik  en Willem  te  ondersteu-  
 nen’,  hadden-,  bij-1 zoo  vele  andere  oorzaken,  de  Pauselijke  schatkist  niet  alleen  
 tot  den  bödem  geledigd,  maarsook  in  ^eer  groote  schulden  gestoken.  Op  de,  
 zedelljkheid  der  voornaamste  Kardinalen: waren  grooté  aanmerkingen  te  maken.  
 Keizer Erederik' liet,  om¡¡den  op  nieuw,  en,heviger  dan  ooit,  hem  dreigenden  
 storinste  bezweren,  even, gelijk  vroeger,'  talrijke  benden  Saracenen  uit  Noord-  
 Afrika  in  Lombardije  overkomen;  doch  het  gevangen  nemen  van  zijnen  krijgs-  
 haftigen  zoon  Enzio,  door,  de  Bolognezen  op  den  26  Mei  1249,  trof hem  ge-  
 weldig  en'verlámdé'zijne  overige  daden;  zijn  regterhand was  hem,  als het ware,  
 atgehouwen.  Welke  pogingen  de Keizentot  bevrijding  van  zijnen  zoon  ook  aan-  
 wendde <men  verhaalt,'onder  anderen,  dat  hij  eenen gouden,  volgenssommigen  
 eenen  zilveren,  ring: aanbood,  die  geheel  Bologna  zoude  omvatten,  tot  losgeld  
 zijns  zoohb):; de  haat  tegen  de Hohenstaufen  was  grooter  dan  dat  eenige poging  
 zoude  hebben  kunnem gelukken.  Van  dezen  tijd  af  stond de  Keizer  steeds meer  
 en meer  op  zieh  zelven,  Zijne  vriendén  vérlieten  hem  in grooten  getale.  Daarbij  
 kwam  krankheid.  Nog  eenmaal  hersteld,  scheen  het  geluk  hem  weder  tijdelijk  
 toe  te  lagehen,  toen  hij ,  anderinaal op  het'ziekbed nedergeworpen, daarvan niet  
 meer  zoude  opstaan.;  Hij  overleed  den  13  December  1250  in  een  Italiaansch