vervolgen gevangen genomen, en Bisschop Werner van Merseburg gedood. Doch
op den anderen vléugel behaalde Òtto van Nordheim de overwinning en joeg
Koning Hendrik tot aan Wurzburg terug; zijn hreest vei-trouwde raadsman en
verständigste aanhanger, Graaf Eberhard van Nellénburg, werd met vele andere
Edelen gedood; ook den gevangen Siegfried èn den Pauselijken Legaat bevrijd-
den de zegevierende Saksers weder. Beide partijen schreven zieh de overwinning
toe en de onzalîge krijg hield aan. In Januarij 1080 stonden beide Köningen
wederom, en Wel thans te Fladenheim bij Muhlhausen, tbt eenen beslissenden
strijd t ego no ve i’ elkander. Ook hier hadden de zelfde voorvallen als in den vorigen
slag plaats; Kudolf werd door Hendrik tOruggedreven ; maar toen Otto van
Nordheim verscheen om hem bij te staan, onderging Hendrik eene niet onbe-
duidende nederlaag. En deze slag had ook ten gevolge dat Paus Gregorius eindelijk
zieh voor Rudolf verklaarde. Op eene onbegrijpelijke wijze had hij steeds
met zijn besluit gedraald, ofschoon de partij Van Rudolf meende geheel en al
volgens zijnen wil gehandeld te hebben en de Saksers hem de bitterste verwijten
deden, en als de oorzaak der rampen van Duitschland aanklaagden : -// die een-
maal bij den oppersten Regter geene vergiffenis wegens hunnen ondergang zoude
vinden.ff Doch, eindelijk, sprak Gregorius op eene synode te Rome in Maart
1080 op nieUw den ban over en de afzetting van Hendrik uit, en erkende hij
Rudolf als Koning. Hoezeer Hendrik’s partij inmiddels aan inwendige sterkte
gewonnen had, bleek daaruit, dat negentien Duitsche AartsbisschoppCn en Bis-
schoppen in eene vergadering te Mentz den Paus de gehoorzaamheid opzeiden,
en dat dertig Italiaansche Bisschoppen op den 25 Junij op céne vergadering te
Brixen niet alleen hunne toestemming tot het afzettingsbesduit gaven, maar dadelijk
tot de keuze van eenen nieuwen Pans in de persoon van den Aartsbisschop
Wibêrt van Ravenna, den hevigsten tegenstander van Gregorius, overgingen.
De tegen-Paus nam den naam van Clemens III aan. Koning Hendrik, die
dadelijk met dezen ommekeer der zaken in Italie zijn voordeel wenschte te doen,
wilde èerst in Duitschland, zoo mogelijk, zijnen tegenstander overwinUen ;. hij
rukte dan op nieuw tegen Saksen op, en op deh 15 October 1080 kwam het
aan den Elster tot een derde hevig treffen tusschen de beide Köningen. Hendrik
was weder de overwonnene, ten gevolge van de dapperheid van Hertog Otto,
en de Saksers verwierven een onmetplijken buit in zijn leger. En echter was
deze slag het keerpunt van zijn ■ strijd met Rudolf, want deze werd in dezen
slag doodelijk gevrond; een vijandelijk ruiter — latere narigten noemen Hertog
Gpdfried van Bouillon, den bevrijder des Heiligen Grafs — had hem zijne speer
of Ians in het onderlijf gerend en daarbij was hem in het gedrang, waar men
het hevigst handgemeen was, de regterhand afgehouwen. De stem van het
gevpel van regt onder het volk, dat het verbreken van gezworen trouw met on-
verbiddelijke strengheid veroprdeelt, heeft den stervenden Rudolf de woordenin
den mond gelegd : * Zip, dat is de hand, met jwelke ik Koniqg Hendrik trouw
gezworen heb. Gijl.,. die mij overgehaald hebt om zijnen troon te beklimmen,
ziet wel top, of gij mij op den regten weg gebragt hebt.» — Hij stierf den
volgenden dag en werd in den Dpm fp ^ferseburg begraven, Doch Hendrik,
wiens standvastigheid en moed in wederwaardigheden ¡alle erkennipg verdienen,
verzamelde ook deze keer nieuwe krachten en besloot om zieh dit tijdsgewricht,
nu zijne tegenstanders in Duitschland zonder hoofd waren, tot een togt naar
Italie ten nutte te maken. In Duitschland liet hij tegen zijne vijanden eenen
dapperen en krachtigen plaatsbekleeder achljer uit een gesjacht, dat thans voor
’t eerst in de geschiedenis van Duitschland iperkwaardig wordt en tot het speien
eener groote rol bestemd werd, namelijk Graaf Erederik van Buren, die kort te
voren zijnen zetel verplaatst had naar het door hem op de Hohen Staufen ge-
bouwde kasteel. Hem^iden stichter van het beroemde geslacht der Hohenstaufen,
benoemde Hendrik, na Rudolf’s clood, tot Hertog van Zwaben, en droeg
hem het voeren van den oorlog in Duitschland op, toen hij zelf in het begin
van 1081 naar Italie trok.
Hier was Hendrik’s partij, althans in Opper-Italië, nog steeds sterk genoeg
om hem, zopdra hij er met eene Duitsche magt verscheen, de bovenhand te verschaffen;
doch de Gravin Mathilde hield zieh getrouw aan Gregorius. Hendrik
vierde het Paaschfeest van 1081 te Verona en stond reeds omstreeks Pinksteren
met Paus Clemens voor Rome. Hij kon echter de stad niet binnendringen,
dewijl Gregorius de Romeinen door het schenken van veel gelds tot hare verde-
diging aangevuurd had. Hendrik moest zieh te vrede houden met Rome te laten
insluiten, iets wat hem met behulp der landlieden, die groptendeels op zijne
34*