n s . . . pa n so a ia a
Is mede te Domburg gevonden -en afgebeeld bij MACARé, Tweede Verhandeling,
Pl. I , N° 15.
N° 32 heeft op de vz. weder een regts gekeerd Vorstelijk borstbeeld van
ruwe bewerking. Gelijk men ziet is de romp des ligchaams op eenen tamelijken
afstand van het hoofd geplaatst. Het. omschrift is weder :
METTIS CIVETATI.
De kz. bevat, even als' die van N° 29, kruis, letters, krans en omschrift
HEVDELENVS flßONE. Zonderling, dat het kleine kruisje in het omschrift
steeds aan de benedenzijde der munt voorkomt.
Werd mede te Domburg gevonden, is afgebeeld in m a c a e b ’s Tweede Verhandeling,
Pl. I , N° 17, en weegt 1,3 w.
N° 33, een op de voorzijde weder zeer ruw bewerkte tiers de sol d’or, heeft
tot omschrift:
TREVERIS CIVETAT.
d. i. de stad Trier, die zoo merkwaardige plaats, eenmaal zoo heerlijk dat zij,
gelijk wij reeds boven vermeldden, het noordsche Rome genoeind werd. Zoo als
bekend is, heeft zij nog vele overblijfselen die van hare grootheid in het Ro-
meinsche tijdvak getuigen. Ook onder de Pranken bleef ze .nog zeer lang haren
ouden roem handhaven. Het munthuis, dat onder de Romeinen zoo talloos
vele geldstukken de wereld inzond, waarvan nog ( duizende in openbare en
bijzondere Kabinetten aangetroffen worden (onder anderen in dat dër LeidsChe
Hoogeschool), zag er gedurende de heerschappij der Pranken, misschien wel
door muntmeesters.en muntg'ezellen, die, bij de verovering der stad door gemeld
volk, in handen der overwinnaars gevallen warén, — mede een aantal vervaar-
digen. Het tegenwoordige is, even als een boveri onder N° 10 reeds afgebeeld,
een dier stukken. - ■;■■■/ ( i ;
Op de kz. vertoont zieh weder het croix pommetée met de letters C V (thans
in omgekeerde plaatsing; het zijn toch geene A en G) binnen een bladerkrans.
Het omschrift is:
* BERTNINO ÎDONARIO
althans zoo lezen wij het làatste woord, dat als monetario bedoeld zal zijn.
m i ¡
Deze munt is mede te Domburg geVohden geworden, afgebeeld bij MACARe,
Tweede Verhandeling, ÂRSjfff W ' l? y en weegt 1,2 w.
-N° 34, van veel ruwer1 arbeid dan de beide laatst1 beschreve'ne munten, bevat
op de' vz: een slecht getèekend bèrstbeeld regts. Het omschrift, hoewel in zeer
groote letters, is ons niet duidelijk :
RODESVVSO (of SC?)
Op de kz. vertoont zieh weder het croix pommetée, thans aan de bovenzijde
voorzien van de letters C V ; alles binnen een parelkrans.
Het omschrift is, met uitzondering: vàn de drie eerste en de laatste letter,
zeer ônduidelijk, zijnde :
X TRA SD
De daartusSchen geplaatste letters hebben echter geene sporen van IECTV,
zoodat wij de slotletter voor de eerste van het woord Monetarius houden en de
voorafgaande dus den naam van dën Muntmeester zullen ttitmaken.
Ook deze tiers de sol d’or is te Domburg gevonden, door den Heer MACARé
afgebeeld en beschreven in zijne Tweede Verhandeling (zie ook zijne Pl. I , N° 18)
en weegt 1,28 w.
Het muntstukje berust, even als alle door den Heer m acarg beschrevene, in
de Verzameling van het Zeeuwsch Genootsehap der Wetenschappen te Middelburg.
N° 35, van betere bewerking, heeft thans op de vz. een naar de linkerzijde
gekeerd borstbeeld, dat echter niet onder de fraaije behoört. Het omschrift is :
•î« MARSALLO
Men ziet dé letter S is hier weder, gelijk dikwerf vroeger, in eene liggende
houding afgebeeld.
Op de kz. bevindt zieh een schuins geplaatst, gevoet kruisje, door een regt
opsta'and, mede gevoet, paaltje of iets dergelijks doorsneden, terwijl zieh binnen
de inspringende hóeken van het kruisje twee bolletjes vertoonen. Het omschrift is I
* TROCLINV (?) S.
Weégt 1,8 w.; is in Friesland gevonden en bevindt zieh in de Verzameling
van den Heer b l o em b e r o e n sa n t c e te Leeuwarden.
N° 36 heeft op de vz. een zeer flaauw afgebeeld Vorstelijk hoofd (of borstbeeld?)
naar de regterzijde gekeerd. Zien wij wel, dan moet het omschrift
4