
 
		Even  200  is  zulks  het  geval  met  de  N°  14,  die  wij  van  gemelde  PI.  I ,  
 N°  2,  overnemen.  I 
 Behalve  te Dokkum  en  Staveren, heeft Keizer  Hendrik’s Leengraaf Bruno III  
 ook  munt  laten  slaan  te  Bolsward  en Leeuwarden.  Van  de Boiswardsohe  dena-  
 rien  geven  wij  er  twee  onder  N°  16  en  16.  ¡Wij  nemen'ze  beide  over-van  
 PI.  I ,  onder N°  1  en  2 ,  onzer  Mmten  van  Friesland,  Groningen  en  Drenthe.  
 Zij  zijn  nog  geslagen  voor  dat Hendrik  III den Keizerlijken titel mogt aannemen. 
 Op  de  kz.  van  :N°  16  komt  de  naam  van  Bolsward  onder  den  vorm  van  
 Bodliswert  voor  (de  letter  L  in  verkeevde  rigting  geplaatst)j  
 Op  de  vz.  van N“  16  is  ’s Keizers  naam  thans  weder  HENRlCVS  gespeld,  
 en  is  bet  woord  Bodliswer  (Bolsward)  in  omgekeerde  rigting  gegraveerd  geworden. 
 Het blijkt  uit  deze  nmnt  dat  Bolsward  reeds  in  de  l l e  eeuw  bestond.'  Dat  
 geene  andere plaats  dan  deze bedoeld wordt,  boezeer  de  naam  verschille,  beeft  
 Mr.  j .  dirks  ten  duidelijkste  aangetpond  (1).  Wij  meeoen  hier  nog  bij  het  
 door  dezen  aangeteekende  als  ons  gevoelen  te  mögen  vermelden:  dat  Bolsward  
 en  Leeuwarden,  onzes  bedunkens,  even goed  bet mnntregt  hebben  kunnen  uit-  
 oefenen  als  Winsum  en  Gane-  of  Garrelsweer*  en  wel  in  bunne boedanigheid  
 van marktjjlaatsen.  Het  toeval  beeft  alleen  van  de  laatstgeööemde  plaatsjes het  
 diploma  van  schenking  of  vergunning  bewaard. 
 Onder N°  17—23  geven  wij  een  zevental  muntjes,  door Hendrik’s Leengraaf  
 Bruno  te Linnvert,  Liuwert  of Liawero,  d.  i. 'Leeuwarden,  geslagen. 
 N°  17  beeft  rondom  ’s Vorsten  borstbeeld  bet  omschrift:  , 
 -  <  %  HENRlCVS  RE  < 
 en  op  de  kz.: 
 L • 1VNVS ■ RT. 
 d.  i.  Leeuwarden,  blijkens  het  daarover  door  Mr.  j .  d ir k s   geleverde  betoog,  
 door  ons  medegedeeld  in  onze  Mrnten  van  Friesland,  Groningen  en  Drenlhe,  
 bl.  45—64.  . 
 (1)  Zie  bet  aangehaalde  in'  oiize M-unten  van Friesland, Groningen en ' Jrienl'he, bi, 40'  
 volgg. 
 Wij  namen  deze  onze  afbeelding  over uit ons laatstgenoemd werk, PL I , N°  1. 
 Op  N°  2  staat  thans  rondom  de  Vorstelijke  beeldtenis : 
 HENRlCVS  IR. 
 d.  i;  Imperator. 
 En  op  de kz.  het  zelfde  LIVNVERT. 
 Wat  de  plaatsing  van  het eérste  gedeelte  des woords  betreft,  thans  in  eene  andere  
 rigting. 
 Ook dit muntje ontleenden wij aan onze Munten van Friesland, enz. Pl. I , N° 2 ; 
 N°  19.heeft’op  de  vz,,  voor  zoo  verre  zigtbaar: 
 HENRlCVS  1  • P 
 En  op  de  kz. : 
 LIVAVERO. 
 Z.  Weegt  0,6  w.  en  bevindt  zieh  in  onze  Verzameling, 
 N°  20  heeft  thans  weder  rondom  het  borstbeeld  op  de  vz.-: 
 HENRlCVS  REX. 
 Op  de  kz.  ziët  men  tusschen  de  letters  R  en V  van  den  naam  BRVN  eene  
 punt  of bolletje, misschien  een  dusgenaamd point secret;  mogelijk  ook  sieraads-  
 halve  alzoo  geplaatst,  nademaal  er zulke  punten  of bolletjes  ook  voor  en  achter  
 den  naam  BRVN. voorkomen.  Het  omschrift  is: 
 LIVAVERT. 
 Z.  Weegt  mede  0,6  w.  en  bevindt  zieh  ook  in  onze  Verzameling. 
 N°  21  met  HENRlCVS  RE  of.REX  op  de  vz.  heeft  op  de  kz. :  
 LIAVVERO. 
 De  denarius,  die  0,8  w.  weegt,  bevindt  zieh  in  de  Verzameling  van  het  
 Koninklijk  Penningkabinet  te  ’s Gravenhage. 
 N°  22,  mede  in  gemeld  Kabinet  voorhanden  en  slechts  0,75  w.  wegende,  
 heeft  rondom  de  vz.  het  gebrekkige  omschrift: 
 H  I  I  CVS  H 
 Op  de  kz.  is  de  naam  des Leengraven  in  verkeerde  rigting  geplaatst.  Ook  
 de  naam  der  muntplaats 
 L IA H ....R O   
 komt  in  dusdanige  rigting  voor. 
 29