
 
		werd,  dat  er  bij  de  scheidings-processen  van  het  zilver  uit  het  lood met  grooter  
 zorgvuldigheid  moest  worden  te  werk  gegaan. 
 Nu  gissen  wij  dat  de  denarién,  die  het  opschrift  dragen  
 METALL A  GERMANICA  
 vervaardigd  zijn  uit. zilver,  gescheiden  uit  de  looderts  van  Duitschland.  Zoo  
 vinden  wij  nog  in  onze  dagen  op  gouden  Duitsche  munten  ex  amo  Rheni,  ex  
 amo  Isarae,  ex  amo  Oeni,  enz.,  juist  uit hoofde  van  de  weinigeopbrengst van  
 goud  uit  die  rivieren.  Karel  de Groote  zal-zijne meeste  denarien  hebben  laten  
 vervaardigen  uit  de  in  zijne  dagen  nog  zeer  talrijke  zilveren Romeinsche  en  andere  
 munten,  gelijk men  ook  nog  heden  ten  dage  geldstukken  versmelt  om  er  
 weder  andere  uit  te  vervaardigen. 
 N°  36  is  ongelukkigerwijze mede op  de  vz.  zeer  afgesleten,  doch  heeft  toch  
 niet  zóó  veel  geleden  ais  N°  35. 
 Men  ziet  daarop weder  een  naar  de  regterzijde gekeerd, gelauwerd borstbeeld  
 in  krijgsgewaad.  Van  het  omschrift  is  leesbaar: 
 KAROLVS  1M...AVG 
 Op  de  kz.  vertoont  zich,  even  als  wij'bij  N°  26  opmerkten,  een  Christen-  
 kerkje;  de  kolommen  hebben  thans  kapiteelen,  die  duidelijk  op  den Karolingischen  
 tijd  wijzen.  Het  omschrift  is: 
 XPICTIANA  RELIGIO,  
 d.  i.  De  Christelijke  godsdienst. 
 Hoogstwaarschijnlijk  is  deze,  even  als  de  Voorgaande  en  de  eerstvolgende  
 munten,  uit  het  latere  tijdvak  van  Koning  Karel’s  leven,  toen  hij  uit  Italié  
 kunstenaars  had medegebragt,  die  in  bekwaamheid verre  de  Pranken,  van wier  
 hulp  hij  zich,tot  dus  verre  bediend  had,  overtroffen.  Deze  toch  durfden  zieh,  
 naar het  schijnt,  niet aan  de  afbeelding  van  een  borstbeeld  wagen,  terwijl  ook  
 de  vorm  hunner  letters  veel  ruwer  was. 
 Z.  Weegt  1,35  w.  Wij  teekenden  deze  munt  indertijd  toen  zij  zich  nog  in  
 het  bezit  van  den  Heer  j .  h .  b a l e o o r t   te  Utrecht  bevond. 
 N° 37  heeft  thans  op  de  vz.  eene meer  dúidelijke  voorstelling  van  ’s Keizers  
 gelauwerd,  naar  de  regterzijde  gekeerd,  borstbeeld,  weder in  den  krijgsmantel.  
 Het  omschrift  is  nu  volledig  en  luidt: 
 KARLVS  IMP  AVG. 
 Op de kz. vertoont zich andermaal de Christenkerk met het kruis op den geveltop  
 alsmede  in  het midden  van  het gebouw.  Door eene zonderlinge vergissing van den  
 graveur bevinden  zich  de  rondingen,  die  aan  de  kapiteelen moesten voorkomen,  
 thans  aan  het  benedeneinde  der  kolommen.  Het  omschrift  is: 
 .  XPICTIANA  RELIGIO. 
 Men  ziet  dat  de Grieksche  schrijfwijze  in  het  eerste woord  zich  niet alleen tot'  
 het  begin XP  bepaalt, maar  dat  ook  de  vierde  letter,  die  op  de  kz.  van N°  26  
 nog  als  S  yoorkomt,  thans  op  de  Grieksche wijze  als  C  geschreven  wordt. 
 Z.  Weegt  1,45  w.  en bevindt zich in het Kabinet van ’s Rijks Munt te Utrecht. 
 N°  38,  een  denier  van  kleineren  middellijn  dan  de  vorige,  heeft  de  zelfde  
 soort  van  borstbeeld  op  de  vz.  Het omschrift  echter  verschiff  en  luidt  thans :  
 fr   D  N  KARLVS  IMP  ÀVG  REX  E  ET  L.  
 d.  i.  Dominus  Nosier  Karolus  Imperator  Augustus Rex  Francorum  et Langohar-  
 dorum;  of:  Onze Heer Karel,  de  doorluchtige  Keizer,  Koning  der  Pranken  en  
 Longobarden. 
 Ten  gevolge  van  den  laatsten  titel  kan men  dus  aannemen  dát  deze munt,  
 onder  den  invloed  der  Italiaansche  kunst,  en,  wat  den  vorm  van  het  opschrift  
 betreft,  in  navolging van  de  munten  der  oude  Romeinen  geslagen  is  geworden  
 in  of na  het  jaar  800,  toen Karel  voor  de  vierdemaal  zich  eenigen  tijd  in  Italie,  
 en  te  Rome  ophield. 
 Op  de  kz.  ziet  men  weder  het  Christenkerkje  met  de  beide  dusgenaamde  
 Karolingische  kruisjes.  Thans  zijn  de  kapiteelen met  de  ronde  figuren  versierd,  
 hoedanige  de  Karolingische  tijd  ze  kende,  en  is  die  soort  van  yersiering  niet,  
 gelijk  op N°  37  (waarschijnlijk  door  vergissing van  den stempelsnijder),  aan  de  
 benedenzijde  aangebragt  geworden.  Het  omschrift  is  weder : 
 XPICTIANA  RELIGIO. 
 Z.  Weegt  1,25  w.  Ook  deze. munt  bevond  zieh,  tijdens wij  haar teekenden,  
 in  het  bezit  van  den  Heer  b a l e o o r t   te  Utrecht. 
 Op  de  Supplementplaat XXII  deelen wij  een  ons later  bekend gewordene  denier  
 mede,  hebbende  op  de  vz.  rondom het met  vier  bolletjes  gecantonneerde  
 kruisje  het  gewone: