
 
		en  Sicilie  niet weder op  één hoofd  zouden  komen,  alsmede  dat  hij  ter krqistogt  
 zoude  trekken, werd  hij  den  22. November 1220 plegtig  te Rome gekroond (1),  
 waarbij  hij,  van.  den  Kardinaal  Ugolino ¡  den  làteren  Paus  Gregorius  IX  (als  
 zoodanig  ’s Keizers  bittersten  tegenstander) v  het  kruis  ontvangende,  zieh  onder  
 eede  verbond  in  het  volgende  jaar  den  togt  tegen  de  ongeloovigen  te  zullen  
 aànvaarden. 
 Na  zijne krooning  tot Kqjzer  is  I'rederik  15  jaren lang in  Italiö (met inbegrip  
 van  eenen  korten-tijd  in  het.Oosten)  bezig  geweest. en. heeft  hij Duitschland on-  
 bezocht  gelaten.  Nadat  hij in ,1223  van  den  Pausi op  nieuw  een tweejarig uitstel  
 van  zijnen  kruistogt  verkregen  had,  buwde  hij,  die weduwenaar was  geworden  
 van  ¡Constantia  van  Arragon,  met  Iolantba,  erfdochter  van  het  Koningrijk  
 Jerusalem,  go 
 Terwijl Frederik,  volgens ’s Pausen  meening, telkens  toonde-dat het hem met  
 den  togt  naar  het  Heilige  Land  geen  ernst  was  (2),  deed  do  inmiddels  verko-  
 zen  nieuwe  Paus,  Gregorius  IX,  hem  ten  jare  1228-te  Anagni  op  plegtige  
 wijze  in  den  ban. 
 Van  dat  oogenblik  af ontbrandden  de bevigste  twisten  tussehen de wereldlijke  
 en geestelijke magten op  nieuw op  het  hevigst.  De  tijden  van Gregorius VILen,  
 Hendrik  IV waren wedergekeerd.  Ten  einde toch te toonen dat het hem ernst was  
 om  zieh  naar  het  Heilige  Land  te  willen  begeven ,  scheepte  Frederik  zieh  nog  
 in  het zelfde jaar  122.8  met  een  uitgelezen  doch niet  talrijk  leger  in.  Zijne  za-  
 ken  gingen  in Azié  voorspoedig, doch,  op  bet  ontvangen  van  minder, günstige  
 berigten. uit  zijne  erflandenj  verliet.de  Keizer  in  Met ¡1229-Jeruzalem  ,reeds  
 weder,  en  .vertoefde  hij  daarop,  tot  herstel  zijner  zaken,  weder  vijf  achtereen-  
 volgende jaren  in  Italie.  In  1234  verzuimde  hij  echter  eene goede  gelegenheid  
 om  zijne magt  in  dat  land  uit  te  breiden.  Toen  toch  was  er  een  zeer  gevaarlijk 
 (1)  Op  den  19 April van-dat  jaar  had  bij  nog  als-Boomsòh-Kòning1 le  Ftankfòrt-aan  
 de  Utrèehtschen  vrijd»m  van  den  Keizerlijken  .tol  te  T ie l .verleend,  eri- wel  fen-pveistaan  
 van  den  Graaf  van  Holland  en  een- aanzienlijk  aantal  andere  Qrooten. 
 (2)  In  1226  rigtte  hij  echter  nit  Salerno  eene  oproeping  aan  de Friezen  (Nejerlandersj  
 om  deel  aan  eenen  kruistogt  te  nèmen.  Zie  die  oproeping,  ónder  arideren, DRV.  ri ri RIS.  
 Cltarterboek , 1 ,   198. 
 oproer  der Romeinen  tegen  Paus Gregorius  uitgebroken, wien  zij zelfs uit Rome,  „  
 gelijk  ook  ¡del Pauselijke  bezettingen  uit  den omtrek ,  verdreven  hadden.  Men  
 wilde  ¡weder  de  oude  Romeinsche  Republiek  herstellen. 
 Frederik,  zieh  bij  den  Paus  bemind  willende  maken,  kwam  hem  met  zijne  
 krijgsmagt  te  hulp  en  voerde  hem  met  krachtigen  arm  weder  binnen; Rome. 
 Inmiddels  liep  hij ,  ten  gevolge  van  in Duitschland  ontstane  hevige  onlusten ,  
 gevaar  zijne kroon  aldaar  te  verliezen.  Toon  ill  1220  ’s Keizers  onmondige  zoon  
 Hendrik  als  Rijksbestuurder  onder  voogdijschap  van  den Aartsbisschop van Keulen  
 was  achtergélaten  ( i)  en  deze  laatste vermoord was  geworden, ontstonden op  
 nieuw  de  oude  gruwelen,  waarbij  nog  kwamen  de onregtvaardigste  vervolgingen  
 tegen  hen,  die  in  een  of  ander  opzigt  van  de  gedwongene  Kerkleer  afweken;  
 vervolgingen,  waarbij  de Kettermeester  Koenraad  van  Marburg  eene  groote  rol  
 speelde.  .- Vooral  de  arme.  Stadingers  moesten  ’s mans  wreedheid  ondervinden,  
 en,  helaas 1  ook  een  Hollandscbe Graaf moest,  met meer  andere  Nederlandsche  
 Grooten,  tot  de  uitroeijing  van  bet  gebate  kleine  volk medewerken,  dat  eenen  
 Priester  doodgeslagen  had,  die  eene  vrouw,  welke  hem  een  te  geringe  biecht-  
 penning  had, gegeven,  dezen  in  de  plaats  des  heiligen  ouwels  in  den  mond 
 had  gestokén  (2).  , 
 Terwijl  Franschen,  Engelschen  en  Italianen  de  ongeloovigen  in  het  Oosten  
 gingen  bestoken,  wendde Duitschland  zieh  vooral  naar  de  streken  der Oostzee,  
 waar  verschillende  Heidenscbe  volken  door  de  kracht, van  bet  zwaard  tot  het  
 Christendom werden  gebragt.  Daaronder  behoorden  vooral  de Wenden,  Slaven,  
 Pruissen,  Koerlanders  en  Estblanders.  Het  schijnt  niet  dat  de. jonge Roomsche  
 Koning  Hendrik  eenig werkelijk  deel  aan  deze  togten  genomen  hebbe.  Hij,  de  
 verwaarloesde  zoon  van  den  steeds  in  Italie  afwezigen  Frederik,  gaf  zieh  veelai  
 aan  sleoht  gezelsohap  over,  dat  hem  eindelijk  zelfs  aanspoorde  om  tegen  zijn 
 (1)  In  1 2 2 2   werd  Hendrik  te Aken  sis  Roomsch-Koning  gekroond,  en  op den  dag der  
 krooning  bevestigde  hij  Hendrik,  Hertog  van  Braband,  in  zijn  leen,  ten  overstaan  van  
 Floris,  Graaf  van  Holland,  en  andere  .Yorsten.  Zie  v a n   m i s é i s ,   Groot  Charterbbek, 
 I ,   hi.  180.  . 
 (2)- Zie; meer  bijzonderheden  over  den  gruwelijken  moord  der Stadingers * onder anderen,  
 bij  k o h lb a u s c h   t.  a.  p.  bl.  360.