tot eene bijeenkomst te Schoonhoven, om over de zaak te beraden. De Graaf
wilde bet Riddetfeest te Utrecht doen plaats bebben, maar de Wapenkoning
voérde daartegen aan, dat Voor de Zwabische, Süevische en Frankènlandsche
Ridderà de togt naar Utrecht te verre en te kostbaar zoude zijb, wesbalve het
té ' vreezen ware, dat allèen de Ridderà uit de bet naast bij Nederland gelegene
streken zoüden opkomen. Hij stelde daarom Keulen als de plaats der
ridderlijke oefeningen voor; meenende dat ook de in Opper-Duitscbland wònende
Ridders, door bet gemakkelijke vervoermiddel, dat de Rijn aanbood, zieh in
grooten getale daar zouden kunnen komen vervoegen. Graaf Floris billijkte de
aangevoerde bezwaren en Keulen werd als de plaats van bet feest aangewezen. Ten
beBtemden tijde kwamen daar, öp de uitnoodiging en ten koste vanden Holland-
seben Vorst, honderde Vorsten, Ridders, enz. bijeen. Eene volle week lang duur-
den de krijgshafiige oefeningen en feesten die daarop volgden. Wij gaan de Vorsten,
uit het overige Düitschland tegenwoordig, met stilzwijgen voorbij, doch vermelden
alleen de Nederlandsche, Zoo waren daar Godfried, Hertog van Braband, Hendrik,
Hertog vah Limburg, Boudewijn, Graaf van Henegouwen, Filips, Graaf
van Viaanderen, Horis I I I , Graaf van Holland en Zeeland en Heer van Friesland,
Jan, Graaf van Namen, Hendrik, Graaf van Luxemburg, Gerard, Graaf
van Gebe, Hendrik, Graaf van Groningen, Hendrik, Graaf van Dokkenburg
(Dokkum), Willem, Graaf van Loon, Willem, Graaf van Hoome; verderonder
de Baronnen Johannes, Heer van Brederode, Allard, Heer vam Gaasbeek, Antonie,
Heer van Wassenaar, Wolferd, Heer van Buren, Simon, Heer van Mont-
foort, "Sigard, Heer van Asperen, Kunold, Heer van Kroonenbuhg, Filips, Heer
van Egmond, Frederik, Heer van Polanen, Allard, Heer van Voome, Willem,
Heer van Arkel, Gothard van Renesse, Allard van IJsselstein, Nicolaas van der
Merwede, Johannes van Haamstede, Allard van Heemskerk , Reinard van Roe-
merswaal, enz. enz.; gezamenlijk, vergezeld van.hoogst aanzienlijke vrouwen,
ten getale van 480 personen, die allen op het kostelijkst door Graaf Ploris ont-
haald werden, zoodat de Geschiedschrijver zegt, dat de Duitschers daardooreen
groót denkbeeid van het vermögen der Hollanders bekwamen. Ook was het
aantal der toesehouwers, die van alle zijden waren bijeengekomen om de .ridderlijke
oefeningen van allen aard te aanschouwen, zoo groot, dat er vermeld wordt,
dat men zoude gemeend hebben, dat alle menschen van den aardbol zieh in den
omtrek van Keulen vereenigd hàdden. Er waren commission uit de Ridders van
de vier «roote deelen van Düitschland aangesteld, om eene behoorlijke orde en
afwisseling bij de Ridderspelen ,te dnen plaats hebben. Ook waren er commissien
van aanzienlijke vrouwen, .die de prijzen aan de overwinnaars uitdeelden. Dieprij-
zen, in het Latijnsche verhaal van den Geschiedschrijver bravia (het Gr. ßpaßeia)
geheeten, bestonden uit twee gouden halsketens, ieder ter waarde van drie honderd
guldens .(eene zeer aanzienlijke som voor die dagen); drie dito iedèf van twee
honderd guldens; eene dito gouden kroon, aan welke honderd afhangende gouden
»untstukken op kunstige wijze bevestigd waren ; een gouden mantelhaak
van honderd guldens ; armbanden van drie honderd gülden« ; eindßlijk nog een
prijs van honderd guldens, enz,, alles yoor die dagen bpogst aanzienlij k.
Met maaltijdien en dansen werden de feesten besloten, die ruirn eene week
gedunrd hadden. Nadat Graaf Floris de.regering van Keulen, tot bhjk zijner
dankbaarheid en toegenegenheid, prächtig onthaakl en beschonken had, yertrok
hij, begeieid door zea honderd ruiters,, terwijl zijne gemalin later, mede door
even too vele rniters en een aantal prächtig vergnlde wagens vergezeld, eenige
uren later vertrok. f)e Geschiedschrijver kan geene wporden vinden om den
blister dezer optogten te bcschrijven, die aan den Hollandsehen Graaf alleraan-
zienlijkste kosten moeten yeroorzaakt hebben, terwijl de Ridderlijke oefeningen •
waarschijnlijk later in het Heilige Land van uitstekende dienst zullen geweèst
zijn in den strijd tagen de Saracenen.
Keizer Piiederdt, zieh meer en jneer toeleggende, om zijn uitgestrekt Rijk
in vrede te besturen, «loot met de hem z°P dikwerf vijandige Langobarden
op den 2ß Jnnij 1183 den in de Gesohiedenis zoo beroemden vrede van Gonstanz
, die voor langen tijd de betrekkingen tusschen bet Rijk en Noord-Italie
regelde. . ' , . .
Nadat hierdoor voel .onrust weggenomen was, wilde Prederik in bet volgende
jaai 1184 zijne beide oudste Zonen plegtig tot Ridder slaan en wel op de fees-
telijkst mogelijke wijze. Tot dat einde beriep hij uit alle zijne landen, ja zelfs
uit de versi afgelegene yreentde streken, zoo als nit Engeland, Frankrijk, Italie,
Spanje en de Slavische landen, een bijzonder groot aantal aanzienlijken te
•41*