Grieksche letters bedienden, waarschijnlijk een gevolg daarvan, dat de Grieksche
koloniesteden in het zuidelijk deel van Gallie de eerste beschaving in dat land
behben aangebragt.
Op de kz. vertoont zieh weder het zelfde gevoete kruis op een breed uitloopend
grondstuk, dat ons op de munten van Triectum is voorgekomen. Onder dat
voetstuk ziet men dan ook weder het versiersel van symmetrisch geplaatste bol-
' letjes. Omschrift :
MAAELINVS M. •
Achter de A bevindt zieh een punt of bolletje, waarschijnlijk een dusgenaamd
point secret of geheim teeken der munters, hoedanig pnnt in latere eeuwen meermalen
voorkomt en wij in andere Deelen van dit ons werk vermeld en beschreven
hebben. Des Muntmeesters Madelinus naam is ons boven, toen wij de munten
door hem te Triectum (het zij dan Utrecht of Maastricht) geslagen beschreven,
reeds dikwerf voorgekomen.
Misschien heeft hij eerst te Dorestad, en, bij herneming dezer plaats door de
heidensche Priezen, daarna te Utrecht gemunt, en moeten wij alzoo verklären,
dat zijn naam op de munten van twee zoo naburige plaatsen voorkomt.
G. Weegt 1,3 w. en bevindt zieh, in de Verzameling van den Heer bbelaerts
te Schipluiden.
N° 3, even ruw gewerkt, verschilt, doch niet aanmerkelijk, zoowel in beeld-
tenis als in letterschrift, van het op N° 2 voorgekomene. Er is thans geen point
secret op de kz» te bespeuren.
G. Weegt 1,25 w. en bevindt zieh in het Koninklijk Kabinet.
N° 4 , weder van zeer ruwen vorm, heeft thans op de vz. tot omschrift:
AORESTAT PIT.
Het MAAELINVS M op de kz. is in bijzonder ruwe letters geplaatst. Het point
secret bevindt zieh thans mede achter de A, en dus op de zelfde plaats als op N° 2.
G. Weegt 1,2 w. in het Koninklijk Kabinet en 1,3 in de Verzameling van
Schrijver dezes.
N° 5, weder van ruwen vorm, wat beeldtenis en omschrift betreft, heeft thans
op de kz. het point secret achter de letter A.
G, Weegt 1,25 w. en bevindt zieh in het Koninklijk Kabinet,
N° 6, bijkans nog ruwer dan de. vorige, vooral wat de beeldtenis betreft,
heeft ook een zeer ruw gevormd omschrift op de kz. Vöör en achter de E vertoonen
zieh teekens, welke wij niet weten of wij al dan niet als points secrels
moeten besehouwen.
G. Weegt 1,25 w. en bevindt zieh ook in het Koninklijk Kabinet.
N° 7 heeft op de vz., achter de letter R van het woord Dorestat, drie bol-
letjes, twee en een geplaatst, die ongetwijfeld het geheime Muntmeestersteeken
uitmaken. --
In het: MAAEL+NV8 M heeft de letter I , gelijk men ziet, den vorm van
een kruisje.
G. Berust in de Verzameling van het Noord-Brabandsch Genootschap van
Künsten en Wetenschappen en weegt 1,3 w.
N 8 is van zoodanig ruwen vorm in beeldtenis en omschrift, dat wij bijkans
niet twijfelen of het is een barbaarsch namaaksel. Men weet toch dat veel
in den handel gezöchte muntsoorten wel eens elders nagebootst werden. Zoo
ging het vroeger met de rozenobels, later met de Sgaansche pistolen, nog later
met de Nederlandsche dukaten. Nog in het jaar 1831 werden te Warschau,
tijdens den Poolschen opstand, dukaten op den Nederlandschen Stempel geslagen,
waarop alleen een klein arendje als munt- en onderscheidingsteeken
voorkomt.
Het is alsof de graveur op onze tegenwoordige munt de letter I vergeten en
die later tusschen de L en N in den Stempel gesneden heeft.
G. Weegt 1,2 w. in het Munt- en Penningkabinet der Leidsche Hoogeschool.
N° 9, zoo mogelijk nog ruwer dan de laatstvorige, heeft het oog nevens den
neus, terwijl de aanduiding van den mond ontbreekt en het oor slechts door een
omgekeerd half maantje afgebeeld is.
De letter R in Dorestad ontbreekt, of is althans niet dan een streepje; de
b in ß t is slechts eene J. Ook het MADELIN VS M op de kz. is in eenen e r-'
barmelijken staat.
G. Weegt 1,2 w. en bevindt zieh in het Koninklijk Kabinet.
Er is bijkans geen twijfel aan of ook dit stuk is een barbaarsch namaaksel,
misschien wel geslagen tijdens door de Priezen achtergehoudene of gevangen