N° 5 heeft op de vz. een zeer uitstekend, .regtsgekeerd borstbeeld, hoedanig
ons nog nimmer is voorgekomen. Van het omschrift können wij alleen onderscheiden:
D N IVSTI. . . . AVIC.
Op de kz. ziet men eene mede uitermate siecht afgebeelde Victorie, met vitta
en krois in de handen.
Het omschrift bestaat uit eene menigte barbaarsehe letters; het gewone CON
in de afsnede Staat thans in omgekeerde rigting.
Weegt 1,3 w. ,
N° 6, van zeer laag allooi, waarschijnlijk voor een groot deel uit zilver vervaar-
digd, heeft op de vz. een vrij ruw geteekend borstbeeld. Het omschrift bestaat,
men zie onze afbeelding, uit eenige letters, b. v.:
AIPOTOVNAIN. . . .
wat daaruit te maken?
Op de kz. eene regtsgaande Victorie, met een kruis in de hand. Omschrift:
VICTOIV . . . O . N
In de afsnede Staat, naar het schijnt:
ORO.
Weegt 1,4 w.
N° 7 vertoont ons een regtsgekeerd borstbeeld, met een kruis op den linker-
schouder. Van het omschrift aan de achterzijde is, ten gevolge van het niet be-
zigen van den geheelen Stempel op het muntschijfje, alleen zigtbaar:
IRGGArAV.
waaraan wij niet den minsten zin kunnen hechten.
De kz. bevat eene Victorie, vlak van voren te zien, met vitta en kruis. Het
omschrift is geheel onleesbaar.
Weegt 1,3 w.
N° 8 vertoont ons een met diadeem getooid regtsgekeerd borstbeeld, als de
meeste vroegere, in den krijgsmantel. Het bovengedeelte der letters van het omschrift
ontbreekt aan de linkerzijde der munt, dus achter dat borstbeeld. Het-
geen zigtbaar is, schijnt te bestaan uit:
NITI..VTNC of O?
De kz. bevat weder eene regtsgaande Victorie, met vitta en kruis. De borsten
zijn zeer scherp aangewezen. De weinige sporen van letters van het omschrift
zijn, althans voor ons, niet te ontcijferen.
Dit muntje weegt thans 1,4 w.
In type geheel van da tot dus verre beschrevene afwijkende is de nu vol-
gende N° 9.
Zonderling misteekend is het aangezigt van het borstbeeld op de overigens zeer
goed bewaarde voorzijde dezer munt. Men lette vooral op het misplaatste oog.
Op den linkerschouder bevindt zieh een kruis.
Aan het omschrift kan men duidelijk bespeuren, dat de graveur der munt
slechts eenig denkbeeid van letters had, maar er geene juist wist uit te drokken.
Het zelfde is het geval op de kz., die ons eene figuur vertoont met uitgesto-
ken regterarm, naar de regterzijde der munt gekeerd.
Weegt 1,3 w.
N° 10 overtreft in barbaarschheid van gravure al wat ons van dezen aard nog
immer is voorgekomen. De graveur had niet het minste denkbeeid van het af-
beelden van een menschelijk borstbeeld; de voorzijde van het aangezigt is
afschuwelijk.
Het omschrift toont mede duidelijk aan dat de graveur geene letters kende.
De dusgenaamde Victorie op de keerzijde is even barbaarsch als het borst-
beeld op de voorzijde.
Ook hier bestaat het omschrift uit eenige krabbelingen.
Weegt 1,3. w.
De N° 11, eindelijk, wijkt in type geheel van de vroegere tiers de soi af.
Men ziet thans op de vz. een zeer klein, eenvoudig gekleed, borstbeeld, regts
gekeerd. Het omschrift bestaat alleen achter het beeid uit de letter N , aan
welks laatste bovenhaal eene T gehecht is. Vöör het boTstbeeld' Staat de
letter S.
Wij weten niet welke beteekenis te hechten aan deze letters NT S.
Op de kz. vertoont zieh een uiterst barbaarsch gegraveerde, regts gaande
Victorie, met eene krans in de hand. Van het omschrift is alleen leesbaar :
ITO—NIIA.