
 
		■  N°  14  vertoont  achter  het  borstbeeld  op  de  kz.  een  rondje  of  eirkeltje  van  
 voor  ons  onzekere  beteekenis.  Het  omsehrift  is  thans  weder 
 *   VVILHELNIVS 
 geschreven. 
 Ontleend  als  voren,  PI.  I l l ,  N°  9. 
 N°  15,  van  geheel  andere  type  dan  de  tot  dus  verre  beschrevene  munten  
 {demers),  en  waarschijnlijk  of nit  eenen  anderen  tijd  van  ’sBisschops  regering  
 of in  eene  andere  mnntstad  (Utrecht,  Deventer  en  Groningen  toch  waren  Bis-  
 schoppelijk-Utrechtsche  muntsteden  in  deze  dagen)  vervaardigd,  heeft op  de  vz.  
 Koning  Hendrik’s  borstbeeld  en  profll  regts gekeerd, met den kruisschepter voor  
 zieh  en  eene  zespnntige  ster  achter hem  binnen  een  cirkel.  Het  omsehrift  luidt:  
 >5«  HENRICVS  RE 
 Op  de  kz.  ziet  men  het  mede  naar  de  regter  zijde  gekeerde  borstbeeld  des  
 Bisschops  en  profll,  met  eene  soort  van  muts  (?)  op  het  hoofd.  Hij  houdt  de  
 hand  aan  den  kromstaf.  Omsehrift: 
 >5«  VV1LHELMIVS. 
 Ontleend  ak  voren,  PI.  I l l ,   N"  11. 
 Op  de  vz.  van  N°  16  bevindt  zioh  het Vorstelijke  borstbeeld  links, mede met  
 een  kruisstaf  vöor  zieh.  Ächter  het  beeid  ziet  men  een  eirkeltje.  Omsehrift:  
 •i«  IEMRICVS  RE. 
 Op  de kz.  vertoont  zieh  een  dergelijk Bisschoppelijk  borstbeeld  als  op  N°  15  
 voorkoml; ook  hier  houdt  de Mijtervorst  de  hand om  den  kromstaf, doch achter  
 hem  bevindt  zieh  een  kruisje.  Omsehrift: 
 *   VVINIELMVS. 
 Ontleend  als  voren,  PI.  I l l ,   N°  12. 
 N°  17,  geslagen  tijdens  de  regering  van Bisschop Koenraad van  Zwaben, die  
 van  1076—1099  regeerde,  heeft  op  de  vz.  een  van  de  vroeger  ons voorgeko-  
 mene  Vorstelijke  afbeeldingen  geheel  afwijkend.  Thans -is  dat  afbeeldsel wel  
 en  face,  doch  heeft  een  kruisstaf nevens  zieh.  Het  omsehrift  is  onduideiijk  en,  
 naar  het  schijnt,  ook  tamelijk  gebrekkig.  Het, zigtbare  schijnt  te  zijn: 
 '  >J<  H . . .  NRVRSV. 
 Op  de  kz.  ziet  men  het  borstbeeld  van  Bisschop  Koenraad  blootshoofds, 
 houdende  de  regterhand met  uitgestrekte  vingers  als  ter  zegening opgehevenin  
 de  linker  een  kromstaf;  alles  binnen  een  parelcirkel.  Omschrift: 
 PI  (voor  EPIS)  CONRADVS. 
 Ontleend  aan  onze  Mrnten  der Bisschoppen,  enz.  va# Utrecht,  PI.  III,  N° 2. 
 N°  18  heeft  op  de  voor(P)zijde  thans  geen  borstbeeld,  maar een Karolingisch  
 kruis,  gecantonneerd  door  vier  cirkeltjes  of  ringjes,  binnen  een  parelcirkel.  
 Omschrift: 
 >5<  HERNITVES. 
 Op  de  andere  zijde  ziet men  den Bisschop  met  een  kruisstaf in de  regter- en,  
 naar  het  schijnt,  een  boek  in  de  linkerhand.  Het  omschrift  is: 
 (EPI ?)  CONRADVS, 
 Ontleend  als  voren,  PI.  III,  N°  4. 
 N°19  heeft  op  de  vz.  een Vorstelijk  borstbeeld,  met  kruisstaf  of schepter  
 in  de  regter-  en  hellebaard  (of geleliede  schepter?)  in  de  linkerhand.  Van  het  
 omschrift  zijn  slechts  een  paar  letters 
 I  en  2S 
 zigtbaar. 
 Op  de  kz.  Staat  het  borstbeeld  van  Bisschop  Koenraad  met  den  kromstaf.  
 Omschrift: 
 *   CO............. 
 Ontleend  als  voren,  PI.  XXX  (28  Supplement). 
 Eindelijk  deelen wij  in  ons  Supplement,  PI.  XXI,  onder  N°  16,  de  afbeel-  
 ding  van  een  denier  van  dezen Vorst mede,  die wij  in  cliche  uit  de  rijke Ver-  
 zameling  van  wijlen  den  Heer  von  reichel  te  St.  Petersburg, door de goedheid  
 van  den  Baron  de  koehne,  mogten  ontvangen. 
 Op  de  vz.  ziet men  ’sKeizers  regts  gekeerd  borstbeeld  in  het  Keizerlijk  ge-  
 waad  en  met  de  kroon  gedekt.  Het  omschrift  luidt: 
 HENRICVS  RE. 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  een  gelijkbeenig,  gevoet kruis,  gecantonneerd  door  
 vier  letters,  waarvan  de  drie  eerste  duidelijk H  zijn;  de  laatste  eene  N  schijnt  
 te  wezen. 
 Van  deze  munt,  die wij  alleen  door  het  boven  vermelde  cliche  kennen,  zijn 
 87