
 
		En  deze  zijn  alle  de munten  der Fränkische  en  Duitsch-Nederlandsche Vor-  
 sten,  die  wij  hebben  kunnen  opsporen.  Mögen  onze  opvolgers  eenmaal  zoo  
 gelukkig  zijn  van  er  nog  een  aantäl  te  kunnen  bijvoegen.  Wij  twijfelen  echter  
 aan  de  waarschijnlijkheid  der  verYulling  van  dezen  wensch,  althans  wat  de  
 laatste  betreft. 
 RAVL .. VITAS. 
 Een  opschrift,  zoowel  voor  c a p p e   als  voor  ons. onverklaarbaar. 
 De  munt,  door  c a p p e   op  PI.  XXII i  onder,  N°  261  afgebeelü,  wijkt  zoo  zeer  af  van  
 de  typen  der  helft  van  de  13®  eenw,  dat  wij  de  beschrijving  van  dit  stnk  niet  willen  
 mededeelen.  . 
 BIJVOEGSELS  EN  NALEZINGEN. 
 Terwijl,  naar wij  meenden,  de  laatste  plaat  en  drukproef van  dit Deel onder  
 handen  waren,, gebeurde  het  dat  ons  in  onze  betrekking  van  Directeur  van  het  
 Munt-  en  Penningkabinet der.Leidsche Hoogeschool een zeventiental gouden mun-  
 ten  te  koop werden  aangeboden,  die men  ons  verzekerde  dat  kort  te  voren,  bij  
 gelegenheid  van de graafwerken  aan  het  Kanaal  van  Holland,op  zijn malst,  de  
 aanstaande  nieuwe waterweg  van Amsterdam  naar  de Noordzee,  in  de  nabijheid  
 van  het  dorp Velzen  gevonden waren.  Wij  hadden  het- geluk,  oök met  het  oog  
 op  dit  werk ,  ze  Voor  bovengemeid  Kabinet  terkunnen  aankoopen. 
 Wij  hebben  boyen ,; bl.  5—:i2-,  de verschillende  naböotsingen  van'Byzantijn-  
 sche munten  beschreven,  die,  in  Friesland  vooral  gevonden,  blijkbaar  het  nu-  
 merair  der  7C  en  8®  eeuwen  hier  te  lande voor een groot deel uitgemaakt hebben.  
 Men  zal zieh  hierinneren  dat  het meestal  stukjes  waren ,  niet  met  andere re  za-  
 men  ontdekt ,  zoodat  de  tegenwoordige  vond  van  niet  minder  dan  17  stuks  
 (waaronder, 15  nabootsingen)  bij Velzen  als  zeer  merkwaardig  beschouwd  'moet  
 worden.  . 
 De twee  sölidi  van  Justinianus,  want  aldus heeten  de grootste gouden munten  
 uit dezen vondi,  zijn  de  eenjge  die  in Konstantinopel  of eenige andere plaats van  
 het Byzantijnsche  Rijk  vervaardigd  schijnen  te  zijn.  Zij  wijken  echter in type af 
 45